Kamerstuk 1996-1997 KST20085
Kamerstuk 1996-1997 KST20043
Handeling 1996-1997 HAN5516
Kamerstuk 1996-1997 KST19818
Kamerstuk 1996-1997 KST19299
Kamerstuk 1996-1997 KST19024
Kamerstuk 1996-1997 KST19028
Kamerstuk 1996-1997 KST19025
Kamerstuk 1995-1996 KST12605
Kamerstuk 1995-1996 KST11506
Deze wijziging van de Wet luchtverkeer is de eerste in een reeks van de stapsgewijze algehele herziening van de Luchtvaartwet. Voor die herziening wordt de Wet luchtverkeer gebruikt als aanbouwwet. In de onderhavige wijziging van de Wet Luchtverkeer zijn een aantal bepalingen met betrekking tot de veiligheid van het luchtverkeer opgenomen. De materie van bewijzen van bevoegdheid voor boordpersoneel wordt opnieuw geregeld. Inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de huidige regeling zijn: a. erkenning van buitenlandse bewijzen van bevoegdheid en bewijzen van gelijkstelling; b. opnemen van de mogelijkheid de termijn van geldigheid van bevoegdverklaringen niet te laten samenvallen met die van het bewijs van bevoegdheid; c. vastleggen in de wet van de wijze van bevoegdheidsverlenigen tot het bedienen van militaire luchtvaartuigen alsmede het verrichten van luchtverkeersdienstverlening door Defensiepersoneel. Verder wordt er nu in de Wet luchtverkeer een verbod van gebruik van alcohol, drugs en psychotrope geneesmiddelen voor het gehele boordpersoneel opgenomen. Hiermee wordt bereikt dat ook in het luchtverkeer een specifieke norm geldt die het opsporingsambtenaren gemakkelijker dan nu toe mogelijk maakt op alcoholgebruik te reageren. Tevens wordt expliciet verboden een luchtvaartuig te bedienen onder invloed van bepaalde (gedragsbeïnvloedende) geneesmiddelen of andere gedragsbeïnvloedende of geestverruimende stoffen. Hiermee wordt aangesloten bij hetgeen daarover in de ons omringende landen is geregeld. De wijzigingen zijn, op enkele aanscherpingen na, gebaseerd op de desbetreffende wijzigingen van de Wegenverkeerswet.
Kamerstuk 1995-1996 KST11508Deze wijziging van de Wet luchtverkeer is de eerste in een reeks van de stapsgewijze algehele herziening van de Luchtvaartwet. Voor die herziening wordt de Wet luchtverkeer gebruikt als aanbouwwet. In de onderhavige wijziging van de Wet Luchtverkeer zijn een aantal bepalingen met betrekking tot de veiligheid van het luchtverkeer opgenomen. De materie van bewijzen van bevoegdheid voor boordpersoneel wordt opnieuw geregeld. Inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de huidige regeling zijn: a. erkenning van buitenlandse bewijzen van bevoegdheid en bewijzen van gelijkstelling; b. opnemen van de mogelijkheid de termijn van geldigheid van bevoegdverklaringen niet te laten samenvallen met die van het bewijs van bevoegdheid; c. vastleggen in de wet van de wijze van bevoegdheidsverlenigen tot het bedienen van militaire luchtvaartuigen alsmede het verrichten van luchtverkeersdienstverlening door Defensiepersoneel. Verder wordt er nu in de Wet luchtverkeer een verbod van gebruik van alcohol, drugs en psychotrope geneesmiddelen voor het gehele boordpersoneel opgenomen. Hiermee wordt bereikt dat ook in het luchtverkeer een specifieke norm geldt die het opsporingsambtenaren gemakkelijker dan nu toe mogelijk maakt op alcoholgebruik te reageren. Tevens wordt expliciet verboden een luchtvaartuig te bedienen onder invloed van bepaalde (gedragsbeïnvloedende) geneesmiddelen of andere gedragsbeïnvloedende of geestverruimende stoffen. Hiermee wordt aangesloten bij hetgeen daarover in de ons omringende landen is geregeld. De wijzigingen zijn, op enkele aanscherpingen na, gebaseerd op de desbetreffende wijzigingen van de Wegenverkeerswet.
Kamerstuk 1995-1996 KST11507