Brief naar aanleiding van vragen gesteld tijdens het vragenuurtje op 10 maart 1998.
Kamerstuk 1997-1998 KST29633Handeling 1996-1997 HAN5529
Handeling 1996-1997 HAN5486
Handeling 1996-1997 HAN5484
Kamerstuk 1996-1997 KST19500
Kamerstuk 1996-1997 KST19395
De problematiek van het grondwettelijk recht op medezeggenschap.
Kamerstuk 1996-1997 KST19345Handeling 1996-1997 HAN5281
Handeling 1996-1997 HAN5315
Kamerstuk 1996-1997 KST18951
Kamerstuk 1996-1997 KST18729
Artikelen.
Kamerstuk 1996-1997 KST18539Een afschrift van het verslag van bilateraal overleg wordt gestuurd als antwoord op een herhaald verzoek om een brief.
Kamerstuk 1996-1997 KST18210Tijdens de stemming over het wetsvoorstel (15 oktober 1996) verzocht het lid Lansink minister Ritzen (OCW) om een reactie op de situatie in Tilburg, met name op het rapport van de commissie van goede diensten, en het contact tussen het ministerie en het college van bestuur van de KUB. Deze brief bevat deze reactie.
Kamerstuk 1996-1997 KST17164Handeling 1996-1997 HAN4844
Het gewijzigd voorstel van wet (Kamerstuk 24646, 1996-1997, nr. 41) is een NADER gewijzigd voorstel van wet.
Kamerstuk 1996-1997 KST17138De tekst van het voorstel van wet zoals het luidt na de daarin tot en met 8 oktober 1996 aangebrachte wijzigingen.
Kamerstuk 1996-1997 KST17066Kamerstuk 1996-1997 KST17047
Bevat de volledige tekst van het voorstel.
Kamerstuk 1996-1997 KST16909Handeling 1996-1997 HAN4768
Kamerstuk 1996-1997 KST16893
Brief naar aanleiding van vragen uit de Tweede Kamer of het wetsvoorstel geen belemmering vormt voor de huidige gewenste ontwikkelingen in de richting van bestuurlijke integratie van academische ziekenhuizen en medische faculteiten.
Kamerstuk 1996-1997 KST16777Kamerstuk 1996-1997 KST16699
Kamerstuk 1996-1997 KST16694
Kamerstuk 1996-1997 KST16701
Het experimenteerartikel (art. 9.60) dient ertoe de universiteiten in staat te stellen - in afwijking van de desbetreffende bepalingen in de wet - de organisatiestructuur zélf in te richten. Daarvan uitgezonderd zijn de raad van toezicht en het college van bestuur.
Kamerstuk 1996-1997 KST16696Het experimenteerartikel (art. 9.60) dient ertoe de universiteiten in staat te stellen - in afwijking van de desbetreffende bepalingen in de wet - de organisatiestructuur zélf in te richten. Daarvan uitgezonderd zijn de raad van toezicht en het college van bestuur.
Kamerstuk 1995-1996 KST16691Betreft een stenografisch verslag van het overleg dat de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op 23 september 1996 voerde met minister Ritzen (OCenW).
Kamerstuk 1996-1997 KST16710Kamerstuk 1996-1997 KST16698
Met het instemmingsrecht van de opleidingscommissie wordt de rol van de opleidingscommissie versterkt en daarmee wordt de invloed van de student op de kwaliteit van het onderwijs vergroot.
Kamerstuk 1996-1997 KST16693Kamerstuk 1996-1997 KST16700
Inbreng van docenten en studenten is van wezenlijk belang bij het nemen van besluiten.
Kamerstuk 1996-1997 KST16695Kamerstuk 1996-1997 KST16702
Kamerstuk 1996-1997 KST16697
Kamerstuk 1995-1996 KST16692
Kamerstuk 1996-1997 KST16502
Kamerstuk 1995-1996 KST16354
Handeling 1995-1996 HAN4691
Handeling 1995-1996 HAN4673
Kamerstuk 1995-1996 KST16166
Kamerstuk 1995-1996 KST16197
Kamerstuk 1995-1996 KST16192
Kamerstuk 1995-1996 KST16161
Kamerstuk 1995-1996 KST16188
Kamerstuk 1995-1996 KST16153
Kamerstuk 1995-1996 KST16183
Kamerstuk 1995-1996 KST16178
Kamerstuk 1995-1996 KST16173
Kamerstuk 1995-1996 KST16204
Kamerstuk 1995-1996 KST16168
Kamerstuk 1995-1996 KST16199
Kamerstuk 1995-1996 KST16194
Kamerstuk 1995-1996 KST16163
Kamerstuk 1995-1996 KST16158
Kamerstuk 1995-1996 KST16185
Hiermee wordt voorkomen dat de functie van hoogleraar wordt uitgehold om de functie van decaan te vervullen.
Kamerstuk 1995-1996 KST16180Kamerstuk 1995-1996 KST16175
Kamerstuk 1995-1996 KST16206
Kamerstuk 1995-1996 KST16170
Kamerstuk 1995-1996 KST16201
Kamerstuk 1995-1996 KST16165
Kamerstuk 1995-1996 KST16196
Kamerstuk 1995-1996 KST16191
Kamerstuk 1995-1996 KST16160
Volgens indiener mag het college van bestuur ook uit minder dan drie personen bestaan.
Kamerstuk 1995-1996 KST16187Volgens indiener is dit lid overbodig.
Kamerstuk 1995-1996 KST16182Kamerstuk 1995-1996 KST16177
Kamerstuk 1995-1996 KST16208
Kamerstuk 1995-1996 KST16172
Kamerstuk 1995-1996 KST16203
Kamerstuk 1995-1996 KST16167
Kamerstuk 1995-1996 KST16198
Kamerstuk 1995-1996 KST16193
Kamerstuk 1995-1996 KST16162
Kamerstuk 1995-1996 KST16189
Kamerstuk 1995-1996 KST16154
Kamerstuk 1995-1996 KST16184
Kamerstuk 1995-1996 KST16179
Kamerstuk 1995-1996 KST16174
Kamerstuk 1995-1996 KST16205
Kamerstuk 1995-1996 KST16169
Kamerstuk 1995-1996 KST16200
Kamerstuk 1995-1996 KST16164
Kamerstuk 1995-1996 KST16195
Kamerstuk 1995-1996 KST16190
Kamerstuk 1995-1996 KST16159
Kamerstuk 1995-1996 KST16186
Kamerstuk 1995-1996 KST16181
Kamerstuk 1995-1996 KST16176
Kamerstuk 1995-1996 KST16207
Kamerstuk 1995-1996 KST16171
Kamerstuk 1995-1996 KST16202
Handeling 1995-1996 HAN4634
Handeling 1995-1996 HAN4649
Handeling 1995-1996 HAN4641
het tegengaan van oneigenlijk gebruik ten aanzien van het meetellen van studiepunten bij de bepaling van de studievoortgangsnorm. Daarnaast worden nog enige noodzakelijk geachte technische wijzigingen in het wetsvoorstel aangebracht.
Kamerstuk 1995-1996 KST15980Kamerstuk 1995-1996 KST14780
Kamerstuk 1995-1996 KST14591
Aan de orde komen: synthese van eisen aan de nieuwe bestuursorganisatie; onderwijs; onderzoek; integraal management; topstructuur, raad van toezicht; medezeggenschap en rechtsbescherming; de positie van de partijen; deregulering; financiële gevolgen; advies en overleg.
Kamerstuk 1995-1996 KST14513Kamerstuk 1995-1996 KST13468
De universiteitsraad en faculteitsraad worden medezeggenschapsorganen voor personeel en studenten. De universiteit kan ervoor kiezen de Wet op de ondernemingsraden (WOR) al dan niet op het personeel van toepassing te laten zijn. Is de WOR van toepassing, dan is er sprake van een gedeeld medezeggenschapsstelsel.
Kamerstuk 1995-1996 KST13465Kamerstuk 1995-1996 KST13466
De universiteitsraad en faculteitsraad worden medezeggenschapsorganen voor personeel en studenten. De universiteit kan ervoor kiezen de Wet op de ondernemingsraden (WOR) al dan niet op het personeel van toepassing te laten zijn. Is de WOR van toepassing, dan is er sprake van een gedeeld medezeggenschapsstelsel.
Kamerstuk 1995-1996 KST13467