De vaste commissie voor Justitie heeft over de brief van de minister van Justitie van 17 oktober 1997 inzake de problematiek van het aanbrengen van te zware zaken bij de politierechter in plaats van bij de meervoudige kamer van de rechtbank (24834, nr. 14) een aantal vragen aan de regering voorgelegd. De vragen zijn bij brief van 11 maart 1998 beantwoord.
Kamerstuk 1997-1998 KST28127Handeling 1997-1998 HAN6529A3
Als bijlage is opgenomen een brief naar aanleiding van de motie Van Oven/Vos over de competentie en mogelijk te zware belasting van de politierechter en het aanbrengen van te zware zaken bij de politierechter in plaats van bij de meervoudige kamer van de rechtbank.
Kamerstuk 1997-1998 KST24626De minister geeft (zoals eerder toegezegd) nadere informatie over de problematiek, op basis van door het College van procureurs-generaal verstrekte informatie. De voorstellen vanuit de arrondissementen zijn (mede) gebaseerd op de werklastmetingscijfers.
Kamerstuk 1997-1998 KST24587Volgens indieners kan dit leiden tot rechtsongelijkheid.
Kamerstuk 1996-1997 KST20939Volgens indiener zou dit kunnen leiden tot onoverkomelijke problemen voor vreemdelingen die de Nederlandse taal niet of slecht beheersen.
Kamerstuk 1996-1997 KST20938Volgens indieners kan dit leiden tot rechtsongelijkheid.
Kamerstuk 1996-1997 KST20940Dit amendement moet voorkomen dat de verdachte de aangevulde dagvaarding net niet, of vlak voor de zitting zal bereiken. Dit is van belang wanneer de verdachte op de zitting wil pleiten voor schorsing en om te voorkomen dat veel onderzoeken worden geschorst vanwege te weinig voorbereidingstijd, wat onnodig verlies van zittingsruimte betekent.
Kamerstuk 1996-1997 KST20870Agenda 1996-1997 OVG180
Dit is nodig omdat een zes maanden grens bij 'te zware zaken', waarbij geen standaardstraffen worden gevorderd' uit oogpunt van rechtsgelijkheid niet te billijken is.
Kamerstuk 1996-1997 KST20871uitgangspunt en vergelijking met oproepingsprocedure in kantongerechtszaken.
Kamerstuk 1996-1997 KST19424De wijzigingen betreffen onder meer het opschrift.
Kamerstuk 1996-1997 KST19425Dit wetsvoorstel past in een reeks aanpassingen van het Wetboek van Strafvordering waarmee een snelle justitiële reactie op een strafbaar feit mogelijk wordt en vertraging bij de executie van strafvonnissen, met name bij verstekzaken, wordt voorkomen. Dit vraagt aanpassingen in de procedure voor oproeping in (eenvoudige) misdrijfzaken die bij de politierechter aanhangig worden gemaakt, zoals een verkorte dagvaarding. Doel is om minder tijd te laten verstrijken tussen het nemen van de vervolgingsbeslissing, het uitbrengen van de dagvaarding, de datum van de berechting en de tenuitvoerlegging van het vonnis. In Amsterdam en enkele andere grote arrondissementen vindt een dergelijk snelrecht al toepassing, terwijl ook de werkwijze uit het ressort Leeuwarden 'aanhouden en uitreiken' (AU) navolging vindt.
Kamerstuk 1995-1996 KST16008Kamerstuk 1995-1996 KST16010
Dit wetsvoorstel past in een reeks aanpassingen van het Wetboek van Strafvordering waarmee een snelle justitiële reactie op een strafbaar feit mogelijk wordt en vertraging bij de executie van strafvonnissen, met name bij verstekzaken, wordt voorkomen. Dit vraagt aanpassingen in de procedure voor oproeping in (eenvoudige) misdrijfzaken die bij de politierechter aanhangig worden gemaakt, zoals een verkorte dagvaarding. Doel is om minder tijd te laten verstrijken tussen het nemen van de vervolgingsbeslissing, het uitbrengen van de dagvaarding, de datum van de berechting en de tenuitvoerlegging van het vonnis. In Amsterdam en enkele andere grote arrondissementen vindt een dergelijk snelrecht al toepassing, terwijl ook de werkwijze uit het ressort Leeuwarden 'aanhouden en uitreiken' (AU) navolging vindt.
Kamerstuk 1995-1996 KST16007Kamerstuk 1995-1996 KST16009