Laatste documenten binnen dossier 25304


05-02-1998

OVG330 Agenda Eerste Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1997-1998 OVG330

14-01-1998

OVG317 Agenda Tweede Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1997-1998 OVG317

06-01-1998

OVG315 Agenda Tweede Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1997-1998 OVG315

28-04-1997

KST20881 Regeling van de samenstelling en de werkzaamheden van de Staatscommissie tot voorbereiding van de te nemen maatregelen ter bevordering van de codificatie van het internationaal privaatrecht, ingesteld bij koninklijk besluit van 20 februari 1897, Stcrt. 1897, nr. 46 (Wet op de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht); Advies en nader rapport

Kamerstuk 1996-1997 KST20881

KST20878 Regeling van de samenstelling en de werkzaamheden van de Staatscommissie tot voorbereiding van de te nemen maatregelen ter bevordering van de codificatie van het internationaal privaatrecht, ingesteld bij koninklijk besluit van 20 februari 1897, Stcrt. 1897, nr. 46 (Wet op de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht); Voorstel van wet

Bij KB van 20 februari 1897 is ingesteld de Staatscommissie tot voorbereiding van de te nemen maatregelen ter bevordering der codificatie van het internationaal privaatrecht (kortom: de Staatscommissie IPR). Deze commissie heeft sinds de inwerkingtreding van het Statuut van de Haagse Conferentie voor internationaal privaatrecht op 15 juli 1955 een internationale taak, en waarborgt het functioneren van deze Conferentie en haar te 's-Gravenhage gevestigde Permanent Bureau. De nationale taak is sinds 1897 de advisering van de regering over de regelgeving op het gebied van het internationaal privaatrecht. Artikel 4 van de Kaderwet adviescolleges maakt het noodzakelijk het aantal leden en de nationale adviestaak van de Staatscommissie bij wet te regelen respectievelijk te omschrijven. De instelling van de commissie is niet aan de orde, omdat het voornoemde Statuut, dat een verdrag is tussen de lid-staten van de Conferentie, uitdrukkelijk aan deze commissie de in dat statuut vermelde taken opdraagt. Vanwege het Statuut is haar internationale taak al gegeven en wordt in dit wetsvoorstel alleen de nationale taak opnieuw bepaald en wordt het aantal leden van de commissie vastgesteld.

Kamerstuk 1996-1997 KST20878

KST20880 Regeling van de samenstelling en de werkzaamheden van de Staatscommissie tot voorbereiding van de te nemen maatregelen ter bevordering van de codificatie van het internationaal privaatrecht, ingesteld bij koninklijk besluit van 20 februari 1897, Stcrt. 1897, nr. 46 (Wet op de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht); Oorspronkelijke tekst

Kamerstuk 1996-1997 KST20880

KST20879 Regeling van de samenstelling en de werkzaamheden van de Staatscommissie tot voorbereiding van de te nemen maatregelen ter bevordering van de codificatie van het internationaal privaatrecht, ingesteld bij koninklijk besluit van 20 februari 1897, Stcrt. 1897, nr. 46 (Wet op de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht); Memorie van toelichting

Bij KB van 20 februari 1897 is ingesteld de Staatscommissie tot voorbereiding van de te nemen maatregelen ter bevordering der codificatie van het internationaal privaatrecht (kortom: de Staatscommissie IPR). Deze commissie heeft sinds de inwerkingtreding van het Statuut van de Haagse Conferentie voor internationaal privaatrecht op 15 juli 1955 een internationale taak, en waarborgt het functioneren van deze Conferentie en haar te 's-Gravenhage gevestigde Permanent Bureau. De nationale taak is sinds 1897 de advisering van de regering over de regelgeving op het gebied van het internationaal privaatrecht. Artikel 4 van de Kaderwet adviescolleges maakt het noodzakelijk het aantal leden en de nationale adviestaak van de Staatscommissie bij wet te regelen respectievelijk te omschrijven. De instelling van de commissie is niet aan de orde, omdat het voornoemde Statuut, dat een verdrag is tussen de lid-staten van de Conferentie, uitdrukkelijk aan deze commissie de in dat statuut vermelde taken opdraagt. Vanwege het Statuut is haar internationale taak al gegeven en wordt in dit wetsvoorstel alleen de nationale taak opnieuw bepaald en wordt het aantal leden van de commissie vastgesteld.

Kamerstuk 1996-1997 KST20879