Handeling 1997-1998 HAN6544A2
Kamerstuk 1997-1998 KST27171
de plaats van het internationaal privaatrecht in het verband van de Europese Gemeenschap.
Kamerstuk 1997-1998 KST25954Kamerstuk 1996-1997 KST22501
Kamerstuk 1996-1997 KST20881
Bij KB van 20 februari 1897 is ingesteld de Staatscommissie tot voorbereiding van de te nemen maatregelen ter bevordering der codificatie van het internationaal privaatrecht (kortom: de Staatscommissie IPR). Deze commissie heeft sinds de inwerkingtreding van het Statuut van de Haagse Conferentie voor internationaal privaatrecht op 15 juli 1955 een internationale taak, en waarborgt het functioneren van deze Conferentie en haar te 's-Gravenhage gevestigde Permanent Bureau. De nationale taak is sinds 1897 de advisering van de regering over de regelgeving op het gebied van het internationaal privaatrecht. Artikel 4 van de Kaderwet adviescolleges maakt het noodzakelijk het aantal leden en de nationale adviestaak van de Staatscommissie bij wet te regelen respectievelijk te omschrijven. De instelling van de commissie is niet aan de orde, omdat het voornoemde Statuut, dat een verdrag is tussen de lid-staten van de Conferentie, uitdrukkelijk aan deze commissie de in dat statuut vermelde taken opdraagt. Vanwege het Statuut is haar internationale taak al gegeven en wordt in dit wetsvoorstel alleen de nationale taak opnieuw bepaald en wordt het aantal leden van de commissie vastgesteld.
Kamerstuk 1996-1997 KST20878Kamerstuk 1996-1997 KST20880
Bij KB van 20 februari 1897 is ingesteld de Staatscommissie tot voorbereiding van de te nemen maatregelen ter bevordering der codificatie van het internationaal privaatrecht (kortom: de Staatscommissie IPR). Deze commissie heeft sinds de inwerkingtreding van het Statuut van de Haagse Conferentie voor internationaal privaatrecht op 15 juli 1955 een internationale taak, en waarborgt het functioneren van deze Conferentie en haar te 's-Gravenhage gevestigde Permanent Bureau. De nationale taak is sinds 1897 de advisering van de regering over de regelgeving op het gebied van het internationaal privaatrecht. Artikel 4 van de Kaderwet adviescolleges maakt het noodzakelijk het aantal leden en de nationale adviestaak van de Staatscommissie bij wet te regelen respectievelijk te omschrijven. De instelling van de commissie is niet aan de orde, omdat het voornoemde Statuut, dat een verdrag is tussen de lid-staten van de Conferentie, uitdrukkelijk aan deze commissie de in dat statuut vermelde taken opdraagt. Vanwege het Statuut is haar internationale taak al gegeven en wordt in dit wetsvoorstel alleen de nationale taak opnieuw bepaald en wordt het aantal leden van de commissie vastgesteld.
Kamerstuk 1996-1997 KST20879