het huurprijsbeleid voor 2000 en 2001 en een sluitend revolving-fund woningcorporaties.
Kamerstuk 1999-2000 KST42506Staatssecretaris Remkes (VROM) informeert de Tweede Kamer in deze brief over het achterwege laten van de herbehandeling van de beslissingen die zijn genomen op aanvragen inzake de Regeling bijdrage huurlasten, die vigeerde in de periode 1 juli 1997 tot 1 juli 1998.
Kamerstuk 1999-2000 KST42110beperking verplichtstelling accountantsverklaring.
Kamerstuk 1998-1999 KST36503De vangnetregeling is een voorziening voor diegenen die ten opzichte van het peiljaar geconfronteerd werden met een aanzienlijke inkomensterugval. De hoogte van de bijdrage is bepaald aan de hand van het rekeninkomen, het actueel inkomen en het vermogen. Deze door betrokkenen verstrekte gegevens zijn achteraf gecontroleerd aan de hand van gegevens van de Belastingdienst. In deze brief gaat staatssecretaris Remkes (VROM) in op de resultaten van die nacontrole.
Kamerstuk 1998-1999 KST33730Bevat de volledige tekst van het wetsvoorstel.
Kamerstuk 1997-1998 KST28710Bevat geen vragen of opmerkingen.
Kamerstuk 1997-1998 KST28713Handeling 1997-1998 HAN6566A08
Agenda 1997-1998 OVG357
Kamerstuk 1997-1998 KST28520
Handeling 1997-1998 HAN6564A04
Kamerstuk 1997-1998 KST27459
Kamerstuk 1997-1998 KST27460
Kamerstuk 1997-1998 KST27059
Kamerstuk 1997-1998 KST26823
De huidige Regeling bijdrage huurlasten (Stcrt. 1997, 96) (RBH) richt zich op de huishoudens die te maken hebben met een aanmerkelijke teruggang in het inkomen en qua inkomen op of onder minimum zakken. De regeling heeft een sterk vangnetkarakter. De regeling wordt gewijzigd vanwege de als te rigide beschouwde beperking tot de huishoudens met een minimum-inkomen. De voorwaarden om voor RBH-nieuwe stijl in aanmerking te komen zijn verruimd, de doelgroep is verruimd en de uitvoering wordt nu gedelegeerd aan de gemeenten vanwege betere controlemogelijkheden. Vanwege deze delegatie naar gemeenten is wijziging van de Huursubsidiewet noodzakelijk: onderhavig wetsvoorstel legt een wettelijke basis komen voor genoemde bevoegdheid van burgemeesters en wethouders. B. en w. kennen de RBH-bijdrage steeds voor een periode van (in beginsel) drie maanden toe. Uitwerking en formele vastlegging van het uitvoeringstraject gebeurt in convenanten en protocollen voor de gemeenten en betrokken overheidsinstanties zoals de Belastingdienst.
Kamerstuk 1997-1998 KST26822De huidige Regeling bijdrage huurlasten (Stcrt. 1997, 96) (RBH) richt zich op de huishoudens die te maken hebben met een aanmerkelijke teruggang in het inkomen en qua inkomen op of onder minimum zakken. De regeling heeft een sterk vangnetkarakter. De regeling wordt gewijzigd vanwege de als te rigide beschouwde beperking tot de huishoudens met een minimum-inkomen. De voorwaarden om voor RBH-nieuwe stijl in aanmerking te komen zijn verruimd, de doelgroep is verruimd en de uitvoering wordt nu gedelegeerd aan de gemeenten vanwege betere controlemogelijkheden. Vanwege deze delegatie naar gemeenten is wijziging van de Huursubsidiewet noodzakelijk: onderhavig wetsvoorstel legt een wettelijke basis komen voor genoemde bevoegdheid van burgemeesters en wethouders. B. en w. kennen de RBH-bijdrage steeds voor een periode van (in beginsel) drie maanden toe. Uitwerking en formele vastlegging van het uitvoeringstraject gebeurt in convenanten en protocollen voor de gemeenten en betrokken overheidsinstanties zoals de Belastingdienst.
Kamerstuk 1997-1998 KST26821