Agenda 1998-1999 OVG452
Het onderzoek van het wetsvoorstel heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen.
Kamerstuk 1998-1999 KST32743Agenda 1998-1999 OVG442
Betreft o.a. harmonisering van de tekst van artikel II ten opzichte van de overige bepalingen in de Kieswet, en het tijdstip van inwerkingtreding (hoeft niet langer afhankelijk te worden gesteld van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dus wordt 1 januari 1999 als datum voorgesteld).
Kamerstuk 1998-1999 KST31826In deze nota naar aanleiding van het verslag gaat minister Peper (BZK) in op vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken.
Kamerstuk 1998-1999 KST31825Bevat vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken.
Kamerstuk 1997-1998 KST30853De genoemde richtlijn 93/109/EG was reeds geïmplementeerd in de Nederlandse regelgeving bij wet van 26 januari 1994, Stb. 58. Het is echter nodig de uitvoering van deze bepalingen op een tweetal punten te verbeteren. Onderhavig wetsvoorstel voorziet hierin. Het gaat daarbij om de volgende twee zaken: - In de eerste plaats betreft het de wijze van registratie van de kiesgerechtigdheid van onderdanen van andere lidstaten. - In de tweede plaats moet het tijdstip worden gewijzigd, waarop kandidaten voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement die onderdaan zijn van een andere lidstaat een verklaring moeten indienen dat zij niet van het kiesrecht zijn uitgesloten in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn.
Kamerstuk 1997-1998 KST29949In de tweede plaats moet het tijdstip worden gewijzigd, waarop kandidaten voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement die onderdaan zijn van een andere lidstaat een verklaring moeten indienen dat zij niet van het kiesrecht zijn uitgesloten in de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn.
Kamerstuk 1997-1998 KST29948Kamerstuk 1997-1998 KST29950