Laatste documenten binnen dossier 26144


09-09-1998

KST30846 Wijziging van de wet van 14 februari 1994, Stb. 132, houdende wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte in verband met de decentralisatie van de subsidiëring van de volkshuisvesting en de liberalisatie van huurprijzen van duurdere woningen (omzetting van de tijdelijke toepasselijkheid op geliberaliseerde huurovereenkomsten van enkele beschermende bepalingen uit de Huurprijzenwet woonruimte in een permanente toepasselijkheid); Memorie van toelichting

Door middel van de wet van 14 februari 1994, Stb. 132, is per 1 juli 1994 is de zogenaamde huurprijsliberalisatie ingevoerd, hetgeen betekent dat bij nieuwe huurovereenkomsten voor huurwoningen met een huurprijs boven de zogeheten liberalisatiegrens de regels van de Huurprijzenwet woonruimte ten aanzien van de huurprijsvorming, behoudens enkele bepalingen, niet van toepassing zijn. Doel was de situatie op de woningmarkt een grotere rol te laten spelen in de totstandkoming van de huurprijs. Hiermee zouden investeringen worden bevorderd. In 1997 is dit systeem geëvalueerd. Naar aanleiding daarvan heeft de Tweede Kamer zich uitgesproken voor het continueren van de bepalingen zoals die van toepassing zijn op de geliberaliseerde huurovereenkomsten, waarbij de categorieën huurwoningen die onder het liberalisatiebeleid vallen, niet worden uitgebreid. Een wetsvoorstel daartoe is reeds ingediend (zie kamerstuk 26089). Gezien de omvang ervan is een inwerkingtreding vóór het jaar 2000 niet te verwachten. Aangezien de wet van 14 februari 1994 de vervaldatum 1 juli 1999 bevat, voorziet onderhavig wetsvoorstel in een wijziging die deze bepaling uit de wet schrapt. Het betreft het schrappen van artikel VI.

Kamerstuk 1997-1998 KST30846

KST30845 Wijziging van de wet van 14 februari 1994, Stb. 132, houdende wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte in verband met de decentralisatie van de subsidiëring van de volkshuisvesting en de liberalisatie van huurprijzen van duurdere woningen (omzetting van de tijdelijke toepasselijkheid op geliberaliseerde huurovereenkomsten van enkele beschermende bepalingen uit de Huurprijzenwet woonruimte in een permanente toepasselijkheid); Voorstel van wet

Door middel van de wet van 14 februari 1994, Stb. 132, is per 1 juli 1994 is de zogenaamde huurprijsliberalisatie ingevoerd, hetgeen betekent dat bij nieuwe huurovereenkomsten voor huurwoningen met een huurprijs boven de zogeheten liberalisatiegrens de regels van de Huurprijzenwet woonruimte ten aanzien van de huurprijsvorming, behoudens enkele bepalingen, niet van toepassing zijn. Doel was de situatie op de woningmarkt een grotere rol te laten spelen in de totstandkoming van de huurprijs. Hiermee zouden investeringen worden bevorderd. In 1997 is dit systeem geëvalueerd. Naar aanleiding daarvan heeft de Tweede Kamer zich uitgesproken voor het continueren van de bepalingen zoals die van toepassing zijn op de geliberaliseerde huurovereenkomsten, waarbij de categorieën huurwoningen die onder het liberalisatiebeleid vallen, niet worden uitgebreid. Een wetsvoorstel daartoe is reeds ingediend (zie kamerstuk 26089). Gezien de omvang ervan is een inwerkingtreding vóór het jaar 2000 niet te verwachten. Aangezien de wet van 14 februari 1994 de vervaldatum 1 juli 1999 bevat, voorziet onderhavig wetsvoorstel in een wijziging die deze bepaling uit de wet schrapt. Het betreft het schrappen van artikel VI.

Kamerstuk 1997-1998 KST30845