Staatssecretaris Rutte (SZW) stuurt de Tweede Kamer het rapport betreffende het onderzoek naar het gebruik van sekseneutrale sterftetafels in het buitenland en invoering van sekseneutrale tarieven voor aanvullende pensioenen in Nederland. Dit rapport omvat de resultaten van het onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van landelijke sekseneutrale tarieven en sterftetafels in Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd ter uitvoering van de motie van de leden Schimmel en Van Zijl (kamerstuk 26711, nr. 32). Het kabinet is van mening dat de resultaten van dit onderzoek geen aanleiding vormen om op dit moment over te gaan tot invoering van landelijke sekseneutrale tarieven of landelijke sekseneutrale sterftetafels. De staatssecretaris gaat in op de overwegingen die het kabinet daarvoor heeft.
Kamerstuk 2002-2003 KST67499Handeling 2000-2001 HAN7209A16
Handeling 2000-2001 HAN7209A13
Agenda 2000-2001 OVG769
Bevat geen vragen of opmerkingen.
Kamerstuk 2000-2001 KST49786Staatssecretaris Hoogervorst (SZW) reageert op vragen uit de Eerste Kamer naar aanleiding van de Memorie van Antwoord.
Kamerstuk 2000-2001 KST49461De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen en opmerkingen over het wetsvoorstel, naar aanleiding van de memorie van antwoord (kamerstuk 26711, nr. 14a).
Kamerstuk 2000-2001 KST49181Staatssecretaris Hoogervorst (SZW) reageert op vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Kamerstuk 2000-2001 KST48580Kamerstuk 2000-2001 KST48244
Agenda 2000-2001 OVG720
Kamerstuk 1999-2000 KST46689
Kamerstuk 1999-2000 KST46779
Kamerstuk 1999-2000 KST46691
Handeling 1999-2000 HAN7132A07
Kamerstuk 1999-2000 KST46690
Agenda 1999-2000 OVG697
Kamerstuk 1999-2000 KST46551
Agenda 1999-2000 OVG695
Kamerstuk 1999-2000 KST46527
periode van opbouw van nabestaandenpensioenen vanaf 2001 (amendement nr. 21 Balkenende).
Kamerstuk 1999-2000 KST46550Handeling 1999-2000 HAN7128A16
Artikel 2b zou vanaf de dag van inwerkingtreding, aan het eind van de overgangstermijn, zonder terugwerkende kracht in werking moeten treden.
Kamerstuk 1999-2000 KST46524Kamerstuk 1999-2000 KST46528
Kamerstuk 1999-2000 KST46457
Doel van dit amendement is om alleenstaanden niet te verplichten om mee te werken aan een voorziening waarvan zij nooit gebruik zullen maken.
Kamerstuk 1999-2000 KST46458Vervanging in verband met wijziging in de ondertekening.
Kamerstuk 1999-2000 KST46460Vervanging in verband met wijziging in de ondertekening.
Kamerstuk 1999-2000 KST46459Agenda 1999-2000 OVG694
Agenda 1999-2000 OVG691
Agenda 1999-2000 OVG689
Agenda 1999-2000 OVG690
Agenda 1999-2000 OVG688
Kamerstuk 1999-2000 KST46016
Agenda 1999-2000 OVG680
Doel van dit amendement is om alleenstaanden niet te verplichten om mee te werken aan een voorziening waarvan zij nooit gebruik zullen maken.
Kamerstuk 1999-2000 KST45787Agenda 1999-2000 OVG677
De indiener wil een gelijke positie voor deelnemers aan pensioenfondsen en deelnemers aan bij verzekeraars ondergebrachte regelingen bewerkstelligen.
Kamerstuk 1999-2000 KST45777Kamerstuk 1999-2000 KST45690
Agenda 1999-2000 OVG676
Agenda 1999-2000 OVG673
Agenda 1999-2000 OVG672
Met dit amendement wordt recht gedaan aan de essentie van beschikbare premieregelingen: de jaarlijkse premie is voor mannen en vrouwen is gelijk en de uitkering ongelijk. Hiermee wordt voorkomen dat de Nederlandse regelgeving afwijkt van hetgeen in Europa gebruikelijk is.
Kamerstuk 1999-2000 KST45566Agenda 1999-2000 OVG671
Agenda 1999-2000 OVG670
Agenda 1999-2000 OVG668
Doel van dit amendement is het verbod op pensioenshoppen terug te draaien.
Kamerstuk 1999-2000 KST45398Doel van dit amendement is om alleenstaanden niet te verplichten om mee te werken aan een voorziening waarvan zij nooit gebruik zullen maken.
Kamerstuk 1999-2000 KST45399Met dit amendement wordt recht gedaan aan de essentie van beschikbare premieregelingen: de jaarlijkse premie is gelijk, ongeacht geslacht.
Kamerstuk 1999-2000 KST45400Agenda 1999-2000 OVG665
Staatssecretaris Hoogervorst (SZW) zet de kernpunten van dit wetsvoorstel nog eens op een rij en gaat daarna in op vragen en opmerkingen die zijn gemaakt in het nader verslag (kamerstuk 26711, nr. 10).
Kamerstuk 1999-2000 KST44952De wijzigingen betreffen de waardeoverdracht, het voorschrift om in bepaalde gevallen het voornemen tot afkoop te melden aan de Verzekeringskamer, de eerbiedigende werking van aanspraken op pensioen die voor inwerkingtreding van dit wetsvoorstel zijn opgebouwd, delegatiebepalingen en de inwerkingtreding van het wetsvoorstel.
Kamerstuk 1999-2000 KST44951Kamerstuk 1999-2000 KST44147
De nota van wijziging is voornamelijk technisch van aard. Naast de nota van wijziging is het commentaar van de Commissie gelijke behandeling van 23 december 1999 ter inzage gelegd.
Kamerstuk 1999-2000 KST43493Kamerstuk 1999-2000 KST43494
Staatssecretaris Hoogervorst (SZW) gaat in op vragen en opmerkingen die de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gemaakt in het verslag (kamerstuk 26711, nr. 6).
Kamerstuk 1999-2000 KST42686Bevat vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het wetsvoorstel.
Kamerstuk 1999-2000 KST42164Bij dit wetsvoorstel wordt een algemene maatregel van bestuur (amvb) opgesteld ter uitwerking van een aantal delegatiebepalingen. In deze brief geeft staatssecretaris Hoogervorst (SZW) een overzicht van hetgeen hij in de desbetreffende amvb wil regelen, zodat hiermee rekening gehouden kan worden bij de behandeling van het wetsvoorstel. Deze amvb heeft betrekking op de artikelen 2b, derde lid, 2c, eerste lid en 32, negende lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet en artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen.
Kamerstuk 1999-2000 KST41697Kamerstuk 1998-1999 KST40536
het wijzigen van artikel 5, zesde lid, Algemene wet gelijke behandeling, teneinde een uitzondering op het verbod op onderscheid naar burgerlijke staat in de arbeidsvoorzieningen wat betreft pensioenvoorzieningen te schrappen.
Kamerstuk 1998-1999 KST40209Kamerstuk 1998-1999 KST40211
het wijzigen van artikel 5, zesde lid, Algemene wet gelijke behandeling, teneinde een uitzondering op het verbod op onderscheid naar burgerlijke staat in de arbeidsvoorzieningen wat betreft pensioenvoorzieningen te schrappen.
Kamerstuk 1998-1999 KST40208Kamerstuk 1998-1999 KST40210