Laatste documenten binnen dossier 26870


09-11-1999

KST41543 Wijziging van de Wet op de Pensioen- en Uitkeringsraad in verband met de inwerkingtreding van de Aanwijzingen voor de regelgeving inzake zelfstandige bestuursorganen alsmede tot het aanbrengen van wetstechnische en van ondergeschikte aard; Memorie van toelichting

Eerder heeft de Algemene Rekenkamer aangedrongen op meer duidelijkheid bij de taken, bevoegdheden en bekostigingswijze van zelfstandige bestuursorganen, daar de inrichting van de ZBO's zeer verschillend was geregeld. De ZBO's zijn daarop doorgelicht. Eén van de doorgelichte ZBO's was de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR), behorend tot het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Uit de doorlichting is naar voren gekomen dat de PUR op zes punten niet aan de aanwijzingen voldoet. Zo is niet voorzien in de wettelijke opdracht tot het uitvoeren van: 1. de Tijdelijke vergoedingsregeling psychotherapie naoorlogse generatie (aanwijzing 124b); 2. de ministeriële goedkeuring van een meerjarenraming (aanwijzing 124l, vierde lid); 3. de algemene verkrijgbaarheid van het financieel (jaar)verslag van de PUR (aanwijzing 124b, eerste lid); 4. de openbaarheid van bestuursvergaderingen (aanwijzing 124r); 5. een evaluatieverklaring (aanwijzing 124ij); 6. een taakverwaarlozingsregeling (aanwijzing 124m). Ten aanzien van de taakverwaarlozingsregeling is gemeld dat dit niet nodig wordt geacht, omdat de mogelijkheid van een wetswijziging toereikend wordt geacht. Het onderhavig wetsvoorstel voorziet in de aanpassing van de Wet op de PUR voor de eerste vijf punten. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om voorts nog een aantal wijzigingen van wetstechnische en van ondergeschikte aard aan te brengen.

Kamerstuk 1999-2000 KST41543

KST41542 Wijziging van de Wet op de Pensioen- en Uitkeringsraad in verband met de inwerkingtreding van de Aanwijzingen voor de regelgeving inzake zelfstandige bestuursorganen alsmede tot het aanbrengen van wetstechnische en van ondergeschikte aard; Voorstel van wet

Eerder heeft de Algemene Rekenkamer aangedrongen op meer duidelijkheid bij de taken, bevoegdheden en bekostigingswijze van zelfstandige bestuursorganen, daar de inrichting van deze ZBO's zeer verschillend was geregeld. De ZBO's zijn daarop doorgelicht. Eén van de doorgelichte ZBO's was de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR), behorend tot het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Uit de doorlichting is naar voren gekomen dat de PUR op zes punten niet aan de aanwijzingen voldoet. Zo is niet voorzien in de wettelijke opdracht tot het uitvoeren van: 1. de Tijdelijke vergoedingsregeling psychotherapie naoorlogse generatie (aanwijzing 124b); 2. de ministeriële goedkeuring van een meerjarenraming (aanwijzing 124l, vierde lid); 3. de algemene verkrijgbaarheid van het financieel (jaar)verslag van de PUR (aanwijzing 124b, eerste lid); 4. de openbaarheid van bestuursvergaderingen (aanwijzing 124r); 5. een evaluatieverklaring (aanwijzing 124ij); 6. een taakverwaarlozingsregeling (aanwijzing 124m). Ten aanzien van de taakverwaarlozingsregeling is gemeld dat dit niet nodig wordt geacht, omdat de mogelijkheid van een wetswijziging toereikend wordt geacht. Het onderhavig wetsvoorstel voorziet in de aanpassing van de Wet op de PUR voor de eerste vijf punten. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om voorts nog een aantal wijzigingen van wetstechnische en van ondergeschikte aard aan te brengen.

Kamerstuk 1999-2000 KST41542