Hiermee reageert minister De Vries (BZK) op de verbazing van de Eerste Kamer dat hij als demissionair minister een brief aan de Kamer had gestuurd (27751, Eerste Kamer nr. 10h) waarin hij meedeelde deze motie niet te zullen uitvoeren.
Kamerstuk 2001-2002 KST62447Minister de Vries (BZK) zet uiteen waarom hij heeft besloten de motie van het lid Platvoet (27751, nr. 10f) niet uit te voeren.
Kamerstuk 2001-2002 KST61340Bij de mondelinge behandeling van dit wetsvoorstel zijn vragen gesteld over het schrappen van artikel 188 Gemeentewet, dat de verplichting voor het gemeentebestuur regelt om besluiten tot het aangaan, verstrekken en garanderen van geldleningen aan gedeputeerde staten toe te sturen. Daarnaast heeft de Eerste Kamer bij de mondelinge behandeling aangegeven verder geïnformeerd te willen worden over de rol en de taak van de accountant en de risicoanalyse die wordt gemaakt. Minister De Vries (BZK) beantwoordt deze vragen.
Kamerstuk 2001-2002 KST60281Handeling 2001-2002 HAN7381A03
Kamerstuk 2001-2002 KST59642
Agenda 2001-2002 OVG947
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat stelt vast dat de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende is voorbereid.
Kamerstuk 2001-2002 KST59525Agenda 2001-2002 OVG944
Minister De Vries (BZK) reageert op het nader voorlopig verslag (kamerstuk 27751, nr. 10c).
Kamerstuk 2001-2002 KST59471Kamerstuk 2001-2002 KST59075
financiële gevolgen.
Kamerstuk 2001-2002 KST58582Kamerstuk 2001-2002 KST58080
Agenda 2001-2002 OVG902
Kamerstuk 2001-2002 KST55566
Kamerstuk 2001-2002 KST55484
Kamerstuk 2001-2002 KST55481
Kamerstuk 2001-2002 KST55483
Vervanging in verband met wijziging van de ondertekening.
Kamerstuk 2001-2002 KST55480Vervanging in verband met wijziging van de ondertekening.
Kamerstuk 2001-2002 KST55482Agenda 2001-2002 OVG875
Handeling 2000-2001 HAN7303A04
Kamerstuk 2000-2001 KST55382
Kamerstuk 2000-2001 KST55391
Kamerstuk 2000-2001 KST55400
Kamerstuk 2000-2001 KST55393
Kamerstuk 2000-2001 KST55381
Kamerstuk 2000-2001 KST55395
Kamerstuk 2000-2001 KST55401
Kamerstuk 2000-2001 KST55386
Kamerstuk 2000-2001 KST55399
Kamerstuk 2000-2001 KST55392
Indiener stelt voor de gemeenteraad, vanuit haar budgetterende en kaderstellende functie, de bevoegdheid te geven regels te stellen voor gevallen waarin de raad zelf deze bevoegdheid uit wil oefenen vanwege de politieke en financiële importantie die van die rechtshandelingen.
Kamerstuk 2000-2001 KST55380Kamerstuk 2000-2001 KST55394
Kamerstuk 2000-2001 KST55384
Kamerstuk 2000-2001 KST55397
Voortgangsrapportage vernieuwingsimpuls dualisme en lokale democratie (BZK-01-453).
Kamerstuk 2000-2001 KST55367Kamerstuk 2000-2001 KST55337
Kamerstuk 2000-2001 KST55339
Agenda 2000-2001 OVG874
Kamerstuk 2000-2001 KST55338
Kamerstuk 2000-2001 KST55280
Kamerstuk 2000-2001 KST55275
Kamerstuk 2000-2001 KST55282
Kamerstuk 2000-2001 KST55277
Kamerstuk 2000-2001 KST55284
Kamerstuk 2000-2001 KST55279
Kamerstuk 2000-2001 KST55293
Kamerstuk 2000-2001 KST55281
Kamerstuk 2000-2001 KST55276
Agenda 2000-2001 OVG872
Kamerstuk 2000-2001 KST55283
Kamerstuk 2000-2001 KST55278
Betreft uitsluitend de overname van enige artikelen uit de Wet op de Parlementaire Enquête in de Gemeentewet.
Kamerstuk 2000-2001 KST55298Kamerstuk 2000-2001 KST55263
Kamerstuk 2000-2001 KST55257
Kamerstuk 2000-2001 KST55252
Kamerstuk 2000-2001 KST55247
Kamerstuk 2000-2001 KST55244
Kamerstuk 2000-2001 KST55272
Kamerstuk 2000-2001 KST55267
Agenda 2000-2001 OVG870
Kamerstuk 2000-2001 KST55259
Door middel van dit amendement kunnen leden van commissies die geen lid van de raad zijn, geen zitting meer nemen in de rekenkamer van de betreffende gemeente.
Kamerstuk 2000-2001 KST55254Kamerstuk 2000-2001 KST55249
De gemeenteraad zou, in zijn bevoegdheid om de waarnemend burgemeester te kiezen bij niet-beschikbaarheid wethouders, niet gebonden zijn aan de oudste in raadsanciënneit of de oudste in leeftijd.
Kamerstuk 2000-2001 KST55265Niet-volksvertegenwoordigers in raadscommissies hebben geen 'directe legitimatie' (rechtstreeks mandaat) van de kiezer.
Kamerstuk 2000-2001 KST55274Kamerstuk 2000-2001 KST55242
Kamerstuk 2000-2001 KST55269
Kamerstuk 2000-2001 KST55262
Kamerstuk 2000-2001 KST55256
Kamerstuk 2000-2001 KST55251
Kamerstuk 2000-2001 KST55246
Kamerstuk 2000-2001 KST55271
Kamerstuk 2000-2001 KST55266
Kamerstuk 2000-2001 KST55258
Dit amendement strekt ertoe dat ook raadsleden van een andere gemeente geen lid van de rekenkamer kunnen zijn.
Kamerstuk 2000-2001 KST55253Kamerstuk 2000-2001 KST55248
Er zou, na de dualisering van het provinciebestuur, een incompatibiliteit (onverenigbaarheid) gevestigd moeten worden tussen het lidmaatschap van de raad, het wethouderschap en het burgemeesterschap met het lidmaatschap van provinciale staten.
Kamerstuk 2000-2001 KST55264De gemeenteraad zou, in zijn bevoegdheid om de waarnemend burgemeester te kiezen bij niet-beschikbaarheid (afwezigheid) van de wethouders, niet gebonden hoeven te zijn aan de oudste in raadsanciënneit of de oudste in leeftijd. Dezelfde kwaliteitswaarborg zou moeten gelden bij het aanwijzen van een waarnemend raadsvoorzitter.
Kamerstuk 2000-2001 KST55273Kamerstuk 2000-2001 KST55241
Kamerstuk 2000-2001 KST55268
Kamerstuk 2000-2001 KST55260
Kamerstuk 2000-2001 KST55255
Kamerstuk 2000-2001 KST55250
Kamerstuk 2000-2001 KST55245
Kamerstuk 2000-2001 KST55243
Kamerstuk 2000-2001 KST55270
Kamerstuk 2000-2001 KST55223
enkele redactionele wijzigingen van artikel IX, dat bepaalt welke wijzigingen van het onderhavige voorstel moeten worden doorgevoerd indien wetsvoorstel 27547 eerder in werking treedt dan het onderhavige voorstel. Wetsvoorstel 27547 betreft het voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet inzake de verbetering van de afstemming op de Algemene wet bestuursrecht en enige andere verbeteringen.
Kamerstuk 2000-2001 KST55221Agenda 2000-2001 OVG869
Agenda 2000-2001 OVG866
Agenda 2000-2001 OVG868
daadwerkelijke inwerkingtreding van deze wet op 7 maart 2002.
Kamerstuk 2000-2001 KST55078Kamerstuk 2000-2001 KST55076
Bevat vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over dit wetsvoorstel. Er wordt onder meer ingegaan op versterking van de verordenende bevoegdheid en de controlerende functie van de gemeenteraad, de ontvlechting van het raadslidmaatschap en het wethouderschap, nieuwe bevoegdheden van de burgemeester en de wenselijkheid van een gemeentelijke rekenkamer.
Kamerstuk 2000-2001 KST55017Agenda 2000-2001 OVG865
Agenda 2000-2001 OVG862
Agenda 2000-2001 OVG863
Agenda 2000-2001 OVG861
Kamerstuk 2000-2001 KST53990
Met de invoering van een dualistisch bestuursmodel wordt de consequentie getrokken uit een gestage ontwikkeling in dualistische richting die de bestuurspraktijk al vele decennia laat zien. De ondergeschiktheidsrelatie tussen de gemeenteraad als algemeen bestuur en hoogste orgaan van de gemeente en het college van burgemeester en wethouders als dagelijks bestuur, is theoretisch nog steeds uitgangspunt maar is reeds lang geen praktijk meer. Het college heeft gaandeweg een bestuurlijk overwicht verworven met als gevolg dat de raad op zijn beurt meer en meer in een afhankelijkheidsverhouding tot het college is komen te staan. In het dualistische model wordt het wethouderschap losgekoppeld van het lidmaatschap van de gemeenteraad. De bevoegdheden van de raad worden ten aanzien van zijn verordenende en controlerende taak versterkt; bij het college van burgemeester en wethouders worden de bestuurlijke taken en bevoegdheden van het gemeentebestuur geconcentreerd. De verordenende en controlerende bevoegdheden van de raad worden versterkt door codificatie en uitbreiding van zijn bevoegdheden en door de verplichte invoering van een gemeentelijke rekenkamer. Dit wetsvoorstel volgt in hoofdlijnen het advies van de Staatscommissie 'Dualisme en lokale democratie'.
Kamerstuk 2000-2001 KST53280Met de invoering van een dualistisch bestuursmodel wordt de consequentie getrokken uit een gestage ontwikkeling in dualistische richting die de bestuurspraktijk al vele decennia laat zien. De ondergeschiktheidsrelatie tussen de gemeenteraad als algemeen bestuur en hoogste orgaan van de gemeente en het college van burgemeester en wethouders als dagelijks bestuur, is theoretisch nog steeds uitgangspunt maar is reeds lang geen praktijk meer. Het college heeft gaandeweg een bestuurlijk overwicht verworven met als gevolg dat de raad op zijn beurt meer en meer in een afhankelijkheidsverhouding tot het college is komen te staan. In het dualistische model wordt het wethouderschap losgekoppeld van het lidmaatschap van de gemeenteraad. De bevoegdheden van de raad worden ten aanzien van zijn verordenende en controlerende taak versterkt; bij het college van burgemeester en wethouders worden de bestuurlijke taken en bevoegdheden van het gemeentebestuur geconcentreerd. De verordenende en controlerende bevoegdheden van de raad worden versterkt door codificatie en uitbreiding van zijn bevoegdheden en door de verplichte invoering van een gemeentelijke rekenkamer. Dit wetsvoorstel volgt in hoofdlijnen het advies van de Staatscommissie 'Dualisme en lokale democratie'.
Kamerstuk 2000-2001 KST53278De Raad van State heeft een aantal bezwaren tegen het wetsvoorstel. Als bijlage is toegevoegd een afzonderlijk advies van Staatsraad J.J. Vis, die geheel kan instemmen met de hoofdlijnen van het wetsvoorstel.
Kamerstuk 2000-2001 KST53281