eenduidig.
Kamerstuk 2003-2004 KST79511In deze brief laat minister Dekker (VROM), naar aanleiding van een toezegging tijdens het AO van 7 april 2004 (kamerstuk 27835, nr. 23) over het betrekken van de nieuwe omrekeningsfactoren uit de Regeling stankemissie veehouderij in landbouwontwikkelings- en verwevingsgebieden bij vergunningverlening, weten dat van eventuele schademeldingen als gevolg van het herleven van deze factoren tot nu toe niets is gebleken.
Kamerstuk 2003-2004 KST76709In onderhavige brief toetst de staatssecretaris het wetsontwerp en de voorgestelde Handreiking. Vervolgens presenteert zij het toegezegde alternatief.
Kamerstuk 2003-2004 KST76686zijn brief van 5 april 2004 met reactie op de uitspraak van de Raad van State in het kader van de stankwet (227835, nr. 22).
Kamerstuk 2003-2004 KST76035De staatssecretaris geeft aan hoe de omrekeningsfactoren gebruikt kunnen worden in de reconstructiegebieden en daarbuiten.
Kamerstuk 2003-2004 KST75551In deze brief reageert staatssecretaris Van Geel (VROM) op een motie (kamerstuk 29200 XIV, nr. 55) waarin verzocht werd om een landelijke stankwet, ondanks het voornemen van het kabinet deze niet uit te brengen. In de brief gaat de staatssecretaris in op de overwegingen die tot dit voornemen hebben geleid en worden mogelijke uitgangspunten en een aanzet voor een alternatief voor zo'n wet gepresenteerd. Ten slotte wordt ingegaan op de procedure die moet leiden tot een aangepaste stankregelgeving.
Kamerstuk 2003-2004 KST75501Kamerstuk 2002-2003 KST63640
Agenda 2001-2002 OVG976
Handeling 2001-2002 HAN7372A03
Handeling 2001-2002 HAN7365A05
Handeling 2001-2002 HAN7365A03
Agenda 2001-2002 OVG934
De minister is bereid om op een andere wijze het areaal kwetsbare gebieden, en de daaruit voortvloeiende beperkingen voor de veehouderij, enigermate in te perken. Voorgesteld wordt om in reconstructiegebieden te komen tot een zodanige begrenzing of wijziging van de begrenzing van de EHS dat een aantal gebieden van de werkingssfeer van de Wet ammoniak en veehouderij wordt uitgezonderd. Met betrekking tot het wetsvoorstel stank stelt de minister een wijziging van het wetsvoorstel voor, zodat de verwevingsgebieden weer onder de werkingssfeer van het wetsvoorstel worden gebracht. Of het wetsvoorstel kan worden aangehouden, totdat een nieuwe stankwet is aanvaard door de Tweede Kamer.
Kamerstuk 2001-2002 KST58827Kamerstuk 2001-2002 KST58828
Kamerstuk 2001-2002 KST58690
Minister Pronk (VROM) en minister Brinkhorst (LNV) reageren op het nader voorlopig verslag (kamerstuk 27835, nr. 143c).
Kamerstuk 2001-2002 KST58645Agenda 2001-2002 OVG930
Bevat vragen en opmerkingen van de vaste commissies voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en voor Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over deze wetsvoorstellen.
Kamerstuk 2001-2002 KST58383Bevat vragen en opmerkingen van de vaste commissies voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en voor Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over deze wetsvoorstellen.
Kamerstuk 2001-2002 KST57876Minister Pronk (VROM) en minister Brinkhorst (LNV) reageren op het voorlopig verslag (kamerstuk 27835, nr. 143a).
Kamerstuk 2001-2002 KST57890Handeling 2001-2002 HAN7339A18
Handeling 2001-2002 HAN7338A05
Handeling 2001-2002 HAN7339A20
Agenda 2001-2002 OVG915
Kamerstuk 2001-2002 KST57443
Kamerstuk 2001-2002 KST57417
Kamerstuk 2001-2002 KST57317
Kamerstuk 2001-2002 KST57387
Kamerstuk 2001-2002 KST57320
Verzoek aan de regering om deze termijnen samen te laten vallen.
Kamerstuk 2001-2002 KST57315Verzoek om deze woningen of voormalige veehouderijen in de niet-concentratiegebieden dezelfde beschermingsstatus te geven als voormalige intensieve veehouderij.
Kamerstuk 2001-2002 KST57319Verzoek om deze woningen of voormalige veehouderijen in de niet-concentratiegebieden dezelfde beschermingsstatus te geven als voormalige intensieve veehouderij.
Kamerstuk 2001-2002 KST57392Verzoek om van deze verplichting af te zien indien weidegang wordt toegepast en ureumuitscheiding beneden de norm is.
Kamerstuk 2001-2002 KST57321Kamerstuk 2001-2002 KST57313
Agenda 2001-2002 OVG910
Handeling 2001-2002 HAN7335A16
Handeling 2001-2002 HAN7335A04
Agenda 2001-2002 OVG908
Kamerstuk 2001-2002 KST57174
Kamerstuk 2001-2002 KST57173
Kamerstuk 2001-2002 KST57039
Kamerstuk 2001-2002 KST57038
Kamerstuk 2001-2002 KST56957
Agenda 2001-2002 OVG907
Agenda 2001-2002 OVG906
Agenda 2001-2002 OVG904
Agenda 2001-2002 OVG903
Agenda 2001-2002 OVG900
Agenda 2001-2002 OVG901
Agenda 2001-2002 OVG899
In het wetsvoorstel is de categorie-indeling van stankgevoelige objecten op een onderdeel na integraal overgenomen uit de Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996. In onderhavige nota is ook dit onderdeel overeenkomstig bovengenoemde Richtlijn aangepast.
Kamerstuk 2001-2002 KST56417Minister Pronk (VROM) en minister Brinkhorst (LNV) reageren op vragen en opmerkingen die zijn gesteld in het verslag (kamerstuk 27835, nr. 4).
Kamerstuk 2001-2002 KST56416Bevat vragen en opmerkingen van de vaste commissies voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer en voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Kamerstuk 2001-2002 KST55710Dit wetsvoorstel strekt ertoe om regels vast te stellen voor het voorkomen van van veehouderijen afkomstige stankhinder in het kader van de vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer. Bij ministeriële regeling zullen de afstanden worden geregeld die bij vergunningverlening in verband met stankhinder in acht genomen moeten worden, tussen de betrokken veehouderij en voor stank gevoelige objecten in de omgeving daarvan. Dit regime zal alleen gelden voor veehouderijen die geheel of gedeeltelijk gelegen zijn in de nog op grond van de komende Reconstructiewet concentratiegebieden aan te wijzen ontwikkelingsgebieden waarvoor een reconstructieplan is vastgesteld.
Kamerstuk 2000-2001 KST54413Kamerstuk 2000-2001 KST54416
Dit wetsvoorstel strekt ertoe om regels vast te stellen voor het voorkomen van van veehouderijen afkomstige stankhinder in het kader van de vergunningverlening op grond van de Wet milieubeheer. Bij ministeriële regeling zullen de afstanden worden geregeld die bij vergunningverlening in verband met stankhinder in acht genomen moeten worden, tussen de betrokken veehouderij en voor stank gevoelige objecten in de omgeving daarvan. Dit regime zal alleen gelden voor veehouderijen die geheel of gedeeltelijk gelegen zijn in de nog op grond van de komende Reconstructiewet concentratiegebieden aan te wijzen ontwikkelingsgebieden waarvoor een reconstructieplan is vastgesteld.
Kamerstuk 2000-2001 KST54415