In deze motie wordt de minister van Justitie verzocht het OM en het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT) kwalitatief en kwantitatief te versterken.
Kamerstuk 2002-2003 KST63791Handeling 2001-2002 HAN7357A03
Minister Zalm (Fin) reageert op vragen en opmerkingen uit het verslag (kamerstuk 28018, nr. 116a).
Kamerstuk 2001-2002 KST57888Agenda 2001-2002 OVG919
Bevat vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Financiën over dit wetsvoorstel.
Kamerstuk 2001-2002 KST57581Kamerstuk 2001-2002 KST57178
Handeling 2001-2002 HAN7335A13
Kamerstuk 2001-2002 KST57176
Kamerstuk 2001-2002 KST57244
Kamerstuk 2001-2002 KST57179
Agenda 2001-2002 OVG909
Kamerstuk 2001-2002 KST57177
Handeling 2001-2002 HAN7334A02
Kamerstuk 2001-2002 KST57005
Kamerstuk 2001-2002 KST57007
Kamerstuk 2001-2002 KST56682
Kamerstuk 2001-2002 KST56572
Met dit wetsvoorstel wordt de verkoop van zaken van grote waarde die zich lenen voor het witwassen van geld onder de werkingssfeer van de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT) en de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993 (Wif 1993) gebracht. Met het oog op het verdwijnen van de gulden als wettig betaalmiddel per 28 januari 2002 loopt de Nederlandse regering vooruit op de uitbreiding van de Richtlijn van 10 juni 1991 (91/308/EEG) tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld. De aanpassing van de Richtlijn houdt in dat handelaren in goederen van grote waarde, zoals edelstenen en -metalen, telkens wanneer in contanten wordt betaald voor een bedrag van 15.000 euro of meer, een identificatieplicht en een meldingsplicht krijgen voor witwastransacties. Het onderhavige wetsvoorstel richt zich op voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, juwelen en sieraden. Degene die beroeps- of bedrijfsmatig bovengenoemde zaken verkoopt (bijv. een handelaar) of bemiddelt (bijv. een veilinghouder), wordt verplicht de cliënt te identificeren op de wijze zoals voorgeschreven in de Wif 1993 en de daarbij verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie te melden aan het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Deze verplichting geldt bij contante betaling vanaf 15.000 euro. Door het uitbreiden van de Wif 1993 naar andere instellingen en diensten van alleen de financiële, wordt de citeertitel van de Wif 1993 gewijzigd in: Wet identificatie bij dienstverlening. Omdat het noodzakelijk is dat dit wetsvoorstel zo spoedig mogelijk in werking treedt, wordt gebruik gemaakt van de procedure die artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet biedt voor het regelen van de inwerkingtreding van wetten waarvan de inwerkingtreding geen uitstel kan lijden.
Kamerstuk 2001-2002 KST55815Met dit wetsvoorstel wordt de verkoop van zaken van grote waarde die zich lenen voor het witwassen van geld onder de werkingssfeer van de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT) en de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993 (Wif 1993) gebracht. Met het oog op het verdwijnen van de gulden als wettig betaalmiddel per 28 januari 2002 loopt de Nederlandse regering vooruit op de uitbreiding van de Richtlijn van 10 juni 1991 (91/308/EEG) tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld. De aanpassing van de Richtlijn houdt in dat handelaren in goederen van grote waarde, zoals edelstenen en -metalen, telkens wanneer in contanten wordt betaald voor een bedrag van 15.000 euro of meer, een identificatieplicht en een meldingsplicht krijgen voor witwastransacties. Het onderhavige wetsvoorstel richt zich op voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, juwelen en sieraden. Degene die beroeps- of bedrijfsmatig bovengenoemde zaken verkoopt (bijv. een handelaar) of bemiddelt (bijv. een veilinghouder), wordt verplicht de cliënt te identificeren op de wijze zoals voorgeschreven in de Wif 1993 en de daarbij verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie te melden aan het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties. Deze verplichting geldt bij contante betaling vanaf 15.000 euro. Door het uitbreiden van de Wif 1993 naar andere instellingen en diensten van alleen de financiële, wordt de citeertitel van de Wif 1993 gewijzigd in: Wet identificatie bij dienstverlening. Omdat het noodzakelijk is dat dit wetsvoorstel zo spoedig mogelijk in werking treedt, wordt gebruik gemaakt van de procedure die artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet biedt voor het regelen van de inwerkingtreding van wetten waarvan de inwerkingtreding geen uitstel kan lijden.
Kamerstuk 2001-2002 KST55813Kamerstuk 2001-2002 KST55816