het bij de nieuwe berekeningen van de rentabiliteit van WKK in aanmerking nemen van de door de kamer genoemde 'warmtekorting'. Hierbij voegt de minister [zie apart gepubliceerde bijlage bij de brief] de nieuwe berekingen van de ECN over Onrendabele top berekeningen voor nieuw WKK-vermogen 2009.
Kamerstuk 2008-2009 KST128285Bijlage BLG19067
Op 28 mei 2008 heeft minister Van der Hoeven (EZ) de Kamer per brief (Kamerstuk 28.665, nr. 98) geïnformeerd dat er in verband met gunstige marktomstandigheden voor WKK in 2008 geen subsidie beschikbaar zal worden gesteld. Daarin stelde ze tevens dat het voor WKK beschikbare budget voor 2008 (4 mln euro) binnen het werkprogramma Schoon en Zuinig doelmatiger ingezet kan worden. Met het niet subsidiëren van WKK in 2008 vallen ook de hiervoor op mijn begroting gereserveerde middelen in de volgende jaren vrij. Het gaat om een bedrag van in totaal 28 mln euro, te weten 4 mln in 2008 en 8 mln per jaar in de periode 2009 t/m 2011. De minister wil, zoals aangegeven in de brief van 28 mei jl. ik van deze 28 mln, euro 4 mln inzetten in de bredere context van het warmtebeleid. Meer specifiek kies ik voor een intensivering van de stimulering van zonneboilers in 2008. Hiermee wordt het mogelijk om nog 6000 woningen extra van zonneboilers te voorzien. In onderhavige brief geeft an der Hoeven een toelichting op de wijze waarop ze het daarna nog resterende bedrag van 24 mln wil inzetten in het kader van de SDE; ze kiest voor een intensivering met 14 mln voor Zon-PV en een intensivering met 10 mln voor biogas.
Kamerstuk 2007-2008 KST120054Bijlage BLG15963
de conclusies die ze daaruit heeft getrokken.
Kamerstuk 2007-2008 KST118906Bijlage BLG15470
Bijlage BLG15472
Bij deze brief stuurt minister Van der Hoeven (EZ) de Kamer afschriften van haar brieven aan de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) en aan Cogen Nederland over bestaande WKK-installaties.
Kamerstuk 2007-2008 KST117460Bijlage BLG15469
Bij dit Kamerstuk is als bijlage een ontwerpregeling gevoegd betreffende wijziging van de Uitvoeringsregeling WKK subsidieplafonds en wijze van verdelen.
Kamerstuk 2007-2008 KST115564Bijlage BLG14932
inzicht in de voornemens van het Kabinet heeft om deze vrijval tot 2020 voor de SDE aan te wenden.
Kamerstuk 2007-2008 KST111770De regeling is als bijlage bij deze brief gevoegd.
Kamerstuk 2007-2008 KST111472Bijlage BLG13615
Kamerstuk 2006-2007 KST108824
Kamerstuk 2006-2007 KST107511
het verdere proces.
Kamerstuk 2006-2007 KST107401Betreft een intern onderzoek van de Auditdienst van het ministerie van Economische Zaken naar de wijze waarop de MEP-regeling is beheerd door het departement. Minister Van der Hoeven (EZ) gaat in deze brief in op de belangrijkste conclusie, en de maatregelen die zij inmiddels heeft getroffen. Voor inhoudelijk commentaar op het onderzoek verwijst zij naar de bestuurlijke reactie op het onderzoeksrapport van de Algemene Rekenkamer.
Kamerstuk 2006-2007 KST107082Bijlage BLG11897
Kamerstuk 2006-2007 KST106484
Dit verslag betreft een overleg met minister Wijn (EZ) over de voorgehangen regelingen voor covergistingsinstallaties en de regeling voor de onkostenvergoeding die op 5 december jl. zijn gepubliceerd in de Staatscourant (MEP) (kamerstuk 28665, nr. 86).
Kamerstuk 2006-2007 KST104688Door de inwerkingtreding van de Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met enkele aanpassingen van de wijze van stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsvoorziening op 1 januari 2007 is de procedure in 2007 inzake de subsidieregeling gewijzigd. In deze brief gaat de minister in op de procedure, de subsidiebedragen, het subsidieplafond en het tijdspad voor het ontwerpbesluit en de lagere regelgeving.
Kamerstuk 2006-2007 KST103963Kamerstuk 2006-2007 KST103665
Handeling 2006-2007 HAN8057A34
De vaste commissie voor Economische Zaken stelt voor de Algemene Rekenkamer te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van de uitvoering van de subsidieregeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP), en een deel van het onderzoek extern uit te besteden aan derden (CPB).
Kamerstuk 2006-2007 KST102346Verslag van een algemeen overleg van 27 september 2006 met minister Wijn (EZ) over de brief van 26 september 2006 inzake de doorgerekende varianten voor de overgangsfaciliteiten (28665, 86).
Kamerstuk 2006-2007 KST102152de brief d.d. 20 september 2006 van de minister van Economische Zaken: antwoorden op vragen van de vaste commissie voor Economische Zaken over de MEP-regeling (28665, nr. 79).
Kamerstuk 2006-2007 KST102014Kamerstuk 2006-2007 KST101351
Kamerstuk 2006-2007 KST101350
Handeling 2006-2007 HAN8040A10
Kamerstuk 2006-2007 KST101152
Kamerstuk 2006-2007 KST101010
Agenda 2006-2007 OVG1348
Betreft een beknopt verslag van het overleg dat de vaste commissie voor Economische Zaken op 31 augustus 2006 voerde met minister Wijn (EZ) over diens brief van 18 augustus 2006 over MEP-subsidies (kamerstuk 28665, nr. 69).
Kamerstuk 2006-2007 KST100801Deze brief bevat de (concept-)Beleidsregels kostenvergoeding subsidie milieukwaliteit elektriciteitsproductie (MEP) 2006 en de bijbehorende toelichting. Doel van deze beleidsregels is het bieden van een uniform kader voor een vergoeding van de kosten die zijn gemaakt te behoeve van het aanvragen van MEP-subsidie door bedrijven, die de aanvraag niet voor 18 september 2006 hebben ingediend. Door het op nul zetten van de MEP-subsidie voor nieuwe aanvragen is het voor producenten van duurzame energie namelijk niet langer mogelijk een MEP-subsidie te krijgen.
Kamerstuk 2005-2006 KST100783Agenda 2006-2007 OVG1346
Handeling 2005-2006 HAN8028A03
de contouren van de tegemoetkomingsregeling. Daarna gaat de minister nader in op de afzonderlijke moties.
Kamerstuk 2005-2006 KST100563Kamerstuk 2005-2006 KST100457
Kamerstuk 2005-2006 KST100459
Kamerstuk 2005-2006 KST100456
Kamerstuk 2005-2006 KST100458
Kamerstuk 2005-2006 KST100460
Bijlage BLG9622
Agenda 2005-2006 OVG1342
De onderbouwing is als bijlage bij deze brief gevoegd.
Kamerstuk 2005-2006 KST100377Bijlage BLG9511
nieuwe FES-middelen voor innovatieve duurzame energie.
Kamerstuk 2005-2006 KST100073Handeling 2005-2006 HAN7956A13
Handeling 2005-2006 HAN7955A05
MEP-subsidiebedrag afvalverbrandingsinstallaties (28665, nr. 65).
Kamerstuk 2005-2006 KST95065Kamerstuk 2005-2006 KST94927
Agenda 2005-2006 OVG1303
In deze brief licht minister Brinkhorst (EZ) zijn beleid toe ten aanzien van zijn besluit te stoppen met het subsidiëren van warmtekorting bij WKK (warmte-krachtkoppeling). In de brief zet hij kort uiteen waarom dit in zijn ogen niet meer nodig is. Allereerst schetst hij enkele achtergronden ten aanzien van de warmtekorting. Vervolgens gaat de minister in op de mogelijke effecten van het weglaten van de warmtekorting in de berekeningen rond de WKK-subsidie en stipt hij de consistentie met het stadsverwarmingsbeleid aan. Daarna staat hij stil bij de motie-Samson over vrijstelling van energiebelasting voor bepaalde WKK's (Kamerstuk 29207, nr. 13) waarna hij afsluit met een korte conclusie.
Kamerstuk 2005-2006 KST94577ALs bijlage is bijgevoegd een wijziging aan op de Ministeriële Regelingen Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie voor de tweede helft van 2006 en voor 2007 met daarin opgenomen een gestaffeld subsidiebedrag voor elektriciteitsopwekking door Afvalverbrandingsinstallaties (AVI's). In de reeds gepubliceerde Ministeriële Regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie ontbrak het subsidiebedrag voor de categorie AVI's. Het subsidiebedrag voor AVI's wordt door een wijziging van de bestaande regelingen gepubliceerd.
Kamerstuk 2005-2006 KST93536Bijlage BLG7136
Kamerstuk 2005-2006 KST93291
Bijlage BLG7022
subsidiebedrag en budget.
Kamerstuk 2005-2006 KST93081Bijlage BLG6969
regeling subsidiebedragen Milieukwaliteit elektriciteitsproductie voor de jaren 2005, 2006 en 2007 (28665, nr. 59).
Kamerstuk 2005-2006 KST93094Minister Brinkhorst (EZ) geeft aan schoon fossiel niet door middel van de Milieuvriendelijke elektriciteitsproductie (MEP) te willen financieren. Gezien het belang van de ontwikkeling hiervan is hij wel van mening dat de overheid faciliterend optreedt in de demo-fase. Verder informeert hij de Tweede Kamer over de lopende projecten rond schoon fossiel. In de loop van 2006 zal de minister nadere informatie verstrekken over de door de overheid gewenste wijze van instrumentering van schoon fossiel.
Kamerstuk 2005-2006 KST93082In deze brief maakt minister Brinkhorst (EZ) de nieuwe subsidiebedragen bekend voor kleinschalige biomassa voor de jaren 2005 - 2007.
Kamerstuk 2005-2006 KST91566(Herdruk i.v.m. toevoeging concept-regeling, ter inzage gelegd). Met zijn brief van 10 mei 2005 (Kamerstuk 28665, nr. 56) heeft de minister de Kamer voor goedkeuring een Ministeriële regeling subsidiebedragen MEP voorgelegd waarin per direct de subsidiebedragen voor wind op zee en grootschalige biomassa op nul werden gezet. De reden voor deze maatregel was een budgettaire: in de MEP doen zich aanzienlijke budgetoverschrijdingen voor als gevolg van toegezegde projecten, waardoor het nodig was voor nieuwe, mogelijk zeer grote biomassa- en wind-op-zee-projecten tijdelijk een subsidiestop af te kondigen. Maar sinds 10 mei 2005 zijn vooral door de hoge olie- en gasprijzen de omstandigheden zodanig gewijzigd dat de minister genoodzaakt is de op 10 mei toegezonden conceptregeling op een aantal punten aan te scherpen, zodat overstimulering van opwekking van elektriciteit uit biomassa kan worden voorkomen en ook de budgettaire problematiek van de MEP wordt verminderd. Daarover gaat deze brief.
Kamerstuk 2005-2006 KST91333Met zijn brief van 10 mei 2005 (Kamerstuk 28665, nr. 56) heeft de minister de Kamer voor goedkeuring een Ministeriële regeling subsidiebedragen MEP voorgelegd waarin per direct de subsidiebedragen voor wind op zee en grootschalige biomassa op nul werden gezet. De reden voor deze maatregel was een budgettaire: in de MEP doen zich aanzienlijke budgetoverschrijdingen voor als gevolg van toegezegde projecten, waardoor het nodig was voor nieuwe, mogelijk zeer grote biomassa- en wind-op-zee-projecten tijdelijk een subsidiestop af te kondigen. Maar sinds 10 mei 2005 zijn vooral door de hoge olie- en gasprijzen de omstandigheden zodanig gewijzigd dat de minister genoodzaakt is de op 10 mei toegezonden conceptregeling op een aantal punten aan te scherpen, zodat overstimulering van opwekking van elektriciteit uit biomassa kan worden voorkomen en ook de budgettaire problematiek van de MEP wordt verminderd. Daarover gaat deze brief.
Kamerstuk 2005-2006 KST90386de contouren van een nieuwe regeling.
Kamerstuk 2004-2005 KST89315Vanwege uitvoeringstechnische redenen is het nog niet mogelijk subsidiebedragen voor afvalverbrandingsinstallaties vast te stellen. Wel is een nieuwe categorie ingevoerd: gerenoveerde productie-installaties voor de productie van duurzame elektriciteit met behulp van windenergie op land.
Kamerstuk 2004-2005 KST87837Bijlage BLG5369
In deze brief informeert de minister de Kamer over de resultaten van de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie (MEP) (Stb. 2003, 235). Hierbij komen ook de resultaten van het DTe-onderzoek naar de oorzaken van de te lage inkomsten van de MEP aan de orde. Een onderzoek over de achterblijvende opbrengsten van de MEP-heffing en een concept van een ministeriële regeling ter lediging van de dreigende financiële tekorten in de MEP zijn als bijlage aan de onderhavige brief toegevoegd.
Kamerstuk 2004-2005 KST86681Bijlage BLG4984
Bijlage BLG4985
brief van de minister van Economische Zaken d.d. 14 januari 2004 over het ECN-advies WKK MEP-vergoeding 2005 (28665, nr. 54).
Kamerstuk 2004-2005 KST83947Bijlage BLG3450
Bijlage BLG3453
Bijlage BLG3452
Bijlage BLG3451
Bijlage BLG3901
Met deze brief brengt minister Brinkhorst (EZ) de Kamer op de hoogte van een ernstige rekenfout in het advies van het ECN over WKK MEP-vergoeding 2005, waardoor het geadviseerde subsidiebedrag voor WKK (warmtekrachtkoppeling) te hoog is vastgesteld. Het gecorrigeerde advies is als bijlage bij de brief gevoegd. Het geadviseerde subsidiebedrag is, na verwerking van de gecorrigeerde rekenfout en de nieuwe gegevens van COGEN Nederland, vastgesteld op 2,2 ct/kWh.
Kamerstuk 2004-2005 KST83438Bijlage BLG3621
Voor 2005 zal het subsidiebedrag voor WKK in het kader van de MEP lager zijn en worden vastgesteld op 2,3 cent/kWh.
Kamerstuk 2004-2005 KST82481de resultaten 2003 Meerjarenafspraken energie-efficiency (EZ04000550).
Kamerstuk 2004-2005 KST81832vaststelling afnemerstarief voor 2005.
Kamerstuk 2004-2005 KST81745In aanvulling op zijn brief d.d. 31 augustus 2004 geeft minister Brinkhorst (EZ) in deze brief een actueel overzicht van de MEP-uitgaven over 2003 (periode 1 juli t/m 31 december).
Kamerstuk 2004-2005 KST80527Bijlage BLG2782
de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de MEP, inclusief de budgettaire kant. Ten slotte maakt hij van de gelegenheid gebruik om nader in te gaan op een aantal vragen, gesteld tijdens het AO van 15 juni 2004 en op toezeggingen, gedaan bij de behandeling van het Belastingplan.
Kamerstuk 2003-2004 KST79040Kamerstuk 2003-2004 KST77909
Regeling tot wijziging van drie regelingen inzake de milieuwkwalitiet van de elektriciteitsproductie in verband met de invoering van de kooldioxide-index warmtekrachtkoppeling. Voorts bevat de brief een toelichting op de beide regelingen.
Kamerstuk 2003-2004 KST76622Bijlage BLG2110
Bijlage BLG2108
Minister Brinkhorst (EZ) geeft in deze brief nadere informatie over het probleem van de mogelijke overcompensatie van projecten die van meerdere subsidies, waaronder in ieder geval de MEP (subsidie Milieukwaliteit elektriciteitsproductie) gebruik maken. Naast een probleemschets en informatie over de omvang geeft hij aan op welke manier hij overcompensatie wil voorkomen.
Kamerstuk 2003-2004 KST75976In deze brief gaat minister Brinkhorst (EZ) in op mogelijke ongewenste cumulatie van subsidie uit de Regeling Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) en andere financiële stimuleringsmaatregelen, waaronder het CO2-reductieplan. Deze overcompensatie moet voorkomen worden in verband met het Milieusteunkader van het EG-Verdrag. Momenteel laat de minister uitzoeken in welke mate er sprake is van overcompensatie en welke maatregelen gepast zijn om binnen de grenzen van het Milieusteunkader te blijven.
Kamerstuk 2003-2004 KST74209Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de bevordering van de opwekking van duurzame elektriciteit (kamerstuk 28782, nr. 16).
Kamerstuk 2003-2004 KST73211Kamerstuk 2003-2004 KST71785
Bijlage BLG837
Bijlage BLG838
Bijlage BLG835
Bijlage BLG836
Bij de behandeling eind 2002 van het wetsvoorstel MEP in de Tweede Kamer is afgesproken dat de voorgenomen (wijzigingen van) MEP subsidietarieven voor duurzame energie vooraf aan de Kamer worden voorgelegd. Daaraan voldoet de minister in onderhavige brief.
Kamerstuk 2003-2004 KST71229Met onderhavige brief geeft minister Brinkhorst (EZ) invulling aan de motie Crone c.s. (kamerstuk 28665, nr. 36). De minister gaat in op de (gefaseerde afschaffing) van de vraagstimulering voor duurzame elektriciteit en duurzaam gas, de verhoging van de MEP-subsidiebedragen, en het achterwege laten van aanvullende eisen aan import van duurzame elektriciteit.
Kamerstuk 2003-2004 KST70243Handeling 2002-2003 HAN7557A02
Handeling 2002-2003 HAN7558A02
In onderhavige brief geeft minister Hoogervorst (EZ) uitvoering aan een eerdere toezegging en biedt hierbij een notitie aan, waarin de mogelijkheden worden bezien voor een meer gedifferentieerd systeem. Hierbij wordt rekening gehouden met regionale verschillen betreffende windsnelheden en de regelmaat waarmee deze voorkomen.
Kamerstuk 2002-2003 KST68564In onderhavige brief rapporteert minister Hoogervorst (EZ) over de conclusies uit het terzake uitgevoerde onderzoek en doet hij een voorstel voor differentiatie binnen deze categorie.
Kamerstuk 2002-2003 KST68563Agenda 2002-2003 OVG1065
Agenda 2002-2003 OVG1063
Kamerstuk 2002-2003 KST68143
Kamerstuk 2002-2003 KST68069
Kamerstuk 2002-2003 KST67970
vergelijking met andere landen.
Kamerstuk 2002-2003 KST67298Kamerstuk 2002-2003 KST67114
Agenda 2002-2003 OVG1047
Handeling 2002-2003 HAN7499A10
Handeling 2002-2003 HAN7496A18
Handeling 2002-2003 HAN7496A04
Kamerstuk 2002-2003 KST66227
Kamerstuk 2002-2003 KST66166
Kamerstuk 2002-2003 KST66018
De motie strekt tot het stellen van een reciprociteitseis bij de import van Groencertificaten.
Kamerstuk 2002-2003 KST65976Kamerstuk 2002-2003 KST65905
Kamerstuk 2002-2003 KST65901
Kamerstuk 2002-2003 KST65903
Herdruk in verband met technische correctie.
Kamerstuk 2002-2003 KST65933De motie strekt ertoe een tariefsverschil in te voeren tussen energie van schone en vuile biomassa. Voor de definitie van biomassa zou Europese richtlijn 2001/80 EG moeten worden gehanteerd.
Kamerstuk 2002-2003 KST65899Kamerstuk 2002-2003 KST65900
Kamerstuk 2002-2003 KST65902
Kamerstuk 2002-2003 KST65904
Herdruk in verband met een correctie in de toelichting.
Kamerstuk 2002-2003 KST65934Kamerstuk 2002-2003 KST65726
Conform zijn toezegging tijdens het wetgevingsoverleg van 9 december 2002 geeft staatssecretaris Wijn (EZ) in deze brief informatie over mogelijke oplossingen voor het buitenlandlek in de REB (per direct en gefaseerd afschaffen van artikel 36-i, invoeren principe van reprociteit, onderscheid naar bouwjaar) en nadere informatie over de MEP (renovatie en uitbreiding, vollasturen windenergie, biomassa, WKK).
Kamerstuk 2002-2003 KST65658Dit amendement strekt er toe dat de subsidiebedragen voor elektriciteit uit de verschillende energiebronnen in de wetstekst worden opgenomen en die subsidiebedragen voor energie uit biomassa en uit warmtekrachtcentrales te verhogen.
Kamerstuk 2002-2003 KST65623Kamerstuk 2002-2003 KST65622
Tevens verzoeken de indieners van de motie de definitie van biomassa te hanteren vastgesteld in richtlijn 2001/80 EG.
Kamerstuk 2002-2003 KST65570Dit amendement strekt tot het definiëren van schone biomassa in de Elektriciteitswet, teneinde in de tariefstelling onderscheid te kunnen maken tussen verschillende vormen van biomassa.
Kamerstuk 2002-2003 KST65625Kamerstuk 2002-2003 KST65621
Kamerstuk 2002-2003 KST65569
Kamerstuk 2002-2003 KST65438
Kamerstuk 2002-2003 KST65481
Kamerstuk 2002-2003 KST65439
Kamerstuk 2002-2003 KST65483
Kamerstuk 2002-2003 KST65478
Kamerstuk 2002-2003 KST65485
Kamerstuk 2002-2003 KST65480
Kamerstuk 2002-2003 KST65482
Verder wordt middels dit amendement het subsidiebedrag per kWh voor wind op land verhoogd tot 0,05 euro en wordt de vergoeding voor elektriciteit uit warmtekracht gekoppelde centrales verhoogd naar 0,01 euro per kWh.
Kamerstuk 2002-2003 KST65440Kamerstuk 2002-2003 KST65484
Kamerstuk 2002-2003 KST65479
het tarief voor milieukwaliteit van elektriciteitsproductie.
Kamerstuk 2002-2003 KST65212Kamerstuk 2002-2003 KST65211
Kamerstuk 2002-2003 KST64979
Verder wordt middels dit amendement het subsidiebedrag per kWh voor wind op land verhoogd tot 0,05 euro en wordt de vergoeding voor elektriciteit uit warmtekracht gekoppelde centrales verhoogd naar 0,01 euro per kWh.
Kamerstuk 2002-2003 KST64532Een groot deel van de bijeenkomst is gewijd aan de voorgestelde hoogte van de subsidies.
Kamerstuk 2002-2003 KST64428Aanleiding voor onderhavig wetsvoorstel is dat het bestaande systeem van generieke stimulering van duurzame elektriciteit en warmtekrachtkoppeling (WKK) via de regulerende energiebelasting (REB) in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) niet langer het beoogde effect sorteert. In de eerste plaats leidt het huidige systeem tot hoge winsten die ten koste gaan van de belastingopbrengsten. Een groot deel van de in Nederland verbruikte duurzame elektriciteit wordt namelijk uit het buitenland geïmporteerd, omdat die daar goedkoper is. De belastingopbrengsten van deze geïmporteerde duurzame energie vloeien naar het buitenland. In de tweede plaats is het de vraag of de import van duurzame energie uit het buitenland leidt tot een toename van de capaciteit voor duurzame energie in Europa. Het binnenlands gebruik in de exportlanden kan immers voor een groot deel gedekt worden met niet-duurzame energieproductie. In de derde plaats is het gevaar van toenemende import dat de opwekking van duurzame energie in Nederland onder druk komt te staan. Ten slotte biedt de huidige sytematiek van stimulering onvoldoende zekerheid voor investeerders in duurzame elektriciteit, waardoor de nationale productie onvoldoende van de grond komt. Onderhavige wet beoogt de huidige systematiek te corrigeren via een zelffinancierend systeem, dat niet via de Rijksbegroting loopt, maar via de begroting van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. Hiertoe wordt aan deze beheerder de taak gegeven een subsidie te verstrekken voor de productie van duurzame elektriciteit, klimaatneutrale elektriciteit, en elektriciteit die wordt opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling. De netbeheerder berekent de subsidiekosten door aan Nederlandse afnemers. Om de ministeriële verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de taak waar te kunnen maken, wordt verder geregeld dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor zover het deze taak betreft, een zelfstandig bestuursorgaan is. Ten slotte bevat deze wet bepalingen over de vaststelling en inning van het tarief dat voor de milieukwaliteit van de elektriciteit aan Nederlandse afnemers wordt berekend.
Kamerstuk 2002-2003 KST64167Kamerstuk 2002-2003 KST64259
Aanleiding voor onderhavig wetsvoorstel is dat het bestaande systeem van generieke stimulering van duurzame elektriciteit en warmtekrachtkoppeling (WKK) via de regulerende energiebelasting (REB) in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) niet langer het beoogde effect sorteert. In de eerste plaats leidt het huidige systeem tot hoge winsten die ten koste gaan van de belastingopbrengsten. Een groot deel van de in Nederland verbruikte duurzame elektriciteit wordt namelijk uit het buitenland geïmporteerd, omdat die daar goedkoper is. De belastingopbrengsten van deze geïmporteerde duurzame energie vloeien naar het buitenland. In de tweede plaats is het de vraag of de import van duurzame energie uit het buitenland leidt tot een toename van de capaciteit voor duurzame energie in Europa. Het binnenlands gebruik in de exportlanden kan immers voor een groot deel gedekt worden met niet-duurzame energieproductie. In de derde plaats is het gevaar van toenemende import dat de opwekking van duurzame energie in Nederland onder druk komt te staan. Ten slotte biedt de huidige sytematiek van stimulering onvoldoende zekerheid voor investeerders in duurzame elektriciteit, waardoor de nationale productie onvoldoende van de grond komt. Onderhavige wet beoogt de huidige systematiek te corrigeren via een zelffinancierend systeem, dat niet via de Rijksbegroting loopt, maar via de begroting van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet. Hiertoe wordt aan deze beheerder de taak gegeven een subsidie te verstrekken voor de productie van duurzame elektriciteit, klimaatneutrale elektriciteit, en elektriciteit die wordt opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling. De netbeheerder berekent de subsidiekosten door aan Nederlandse afnemers. Om de ministeriële verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de taak waar te kunnen maken, wordt verder geregeld dat de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voor zover het deze taak betreft, een zelfstandig bestuursorgaan is. Ten slotte bevat deze wet bepalingen over de vaststelling en inning van het tarief dat voor de milieukwaliteit van de elektriciteit aan Nederlandse afnemers wordt berekend.
Kamerstuk 2002-2003 KST64165Kamerstuk 2002-2003 KST64168