Kamerstuk 2004-2005 KST81550
Kamerstuk 2004-2005 KST81397
Handeling 2004-2005 HAN7757A07
Agenda 2004-2005 OVG1187
Kamerstuk 2004-2005 KST80820
Handeling 2004-2005 HAN7750A04
Met het amendement Fierens (kamerstuk 29612, nr. 12) wordt beoogd om voor de nu lopende waarderingsronde een voorziening te treffen om bezwaar- en beroepschriften voor kleine afwijkingen bij de waardevaststelling te voorkomen. De staatssecretaris laat het oordeel aan de Kamer.
Kamerstuk 2004-2005 KST80772Agenda 2004-2005 OVG1184
Kamerstuk 2004-2005 KST80499
Agenda 2004-2005 OVG1182
Kamerstuk 2004-2005 KST80404
Kamerstuk 2004-2005 KST80392
Agenda 2004-2005 OVG1179
Agenda 2004-2005 OVG1177
Agenda 2004-2005 OVG1175
Kamerstuk 2003-2004 KST79032
De voorgestelde wijzigingen zijn het gevolg van in het verslag van de Tweede-Kamerbehandeling gemaakte opmerkingen en betreffen beide de toepassing van de zogenoemde ingroeivariant.
Kamerstuk 2003-2004 KST79033Bevat twee correcties op de oorspronkelijke tekst van de toelichting.
Kamerstuk 2003-2004 KST78196Kamerstuk 2003-2004 KST78199
De bestaande regels leiden ertoe dat alle op recreatieterreinen gelegen onroerende recreatiewoningenen stacaravans met de bijbehorende (onder)grond, als afzonderlijke onroerende zaken worden aangemerkt, ook indien die woningen tot één eigendom behoren. Deze nota van wijziging beoogt, dat de afbakening als afzonderlijke objecten achterwege blijft wanneer het gaat om een geheel van onroerende zaken, zoals recreatiewoningen en stacaravans, dat bijeengenomen een terrein vormt dat bestemd is voor verblijfsrecreatie en als zodanig wordt geëxploiteerd. Dit betekent dat de gemeente niet langer de mutaties m.b.t. de gebruikers van deze objecten hoeft bij te houden. Ook hoeven voor de desbetreffende recreatiewoningen en stacaravans (met de bijbehorende grond) geen afzonderlijke waarden te worden vastgesteld. Ook zullen ze niet worden betrokken in de heffing van OZB, waterschapsomslag gebouwd, energiebelasting en belasting op leidingwater. Bij de waardebepaling staat na de wijziging ook niet langer de waarde van de afzonderlijke recreatiewoningen en onroerende stavaravans centraal, maar de waarde van het recreatieterrein als geheel. Door de aanpassing van verwijzingen naar de Wet belastingen op milieugrondslag, de Gaswet en de Elektriciteitswet werkt de aanpassing van de objectafbakening ook door naar deze wetten, waardoor de betreffende recreatieterreinen worden beschouwd als één aansluiting.
Kamerstuk 2003-2004 KST78195Kamerstuk 2003-2004 KST78062
Kamerstuk 2003-2004 KST77341
Kamerstuk 2003-2004 KST76815
gefaseerde inkorting van het WOZ-tijdvak van vier jaren naar één jaar.
Kamerstuk 2003-2004 KST76818gefaseerde inkorting van het WOZ-tijdvak van vier jaren naar één jaar.
Kamerstuk 2003-2004 KST76816Kamerstuk 2003-2004 KST76819