Laatste documenten binnen dossier 29612


09-11-2004

KST80772 Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken); Brief staatssecretaris met een reactie op een amendement van het lid Fierens

Met het amendement Fierens (kamerstuk 29612, nr. 12) wordt beoogd om voor de nu lopende waarderingsronde een voorziening te treffen om bezwaar- en beroepschriften voor kleine afwijkingen bij de waardevaststelling te voorkomen. De staatssecretaris laat het oordeel aan de Kamer.

Kamerstuk 2004-2005 KST80772

06-09-2004

KST79032 Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken); Nota n.a.v. het verslag

Kamerstuk 2003-2004 KST79032

KST79033 Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken); Nota van wijziging

De voorgestelde wijzigingen zijn het gevolg van in het verslag van de Tweede-Kamerbehandeling gemaakte opmerkingen en betreffen beide de toepassing van de zogenoemde ingroeivariant.

Kamerstuk 2003-2004 KST79033

12-07-2004

KST78195 Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en van enige andere wetten (meer doelmatige uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken); Nota van wijziging inzake vereenvoudiging van de regels voor objectafbakening voor recreatieterreinen

De bestaande regels leiden ertoe dat alle op recreatieterreinen gelegen onroerende recreatiewoningenen stacaravans met de bijbehorende (onder)grond, als afzonderlijke onroerende zaken worden aangemerkt, ook indien die woningen tot één eigendom behoren. Deze nota van wijziging beoogt, dat de afbakening als afzonderlijke objecten achterwege blijft wanneer het gaat om een geheel van onroerende zaken, zoals recreatiewoningen en stacaravans, dat bijeengenomen een terrein vormt dat bestemd is voor verblijfsrecreatie en als zodanig wordt geëxploiteerd. Dit betekent dat de gemeente niet langer de mutaties m.b.t. de gebruikers van deze objecten hoeft bij te houden. Ook hoeven voor de desbetreffende recreatiewoningen en stacaravans (met de bijbehorende grond) geen afzonderlijke waarden te worden vastgesteld. Ook zullen ze niet worden betrokken in de heffing van OZB, waterschapsomslag gebouwd, energiebelasting en belasting op leidingwater. Bij de waardebepaling staat na de wijziging ook niet langer de waarde van de afzonderlijke recreatiewoningen en onroerende stavaravans centraal, maar de waarde van het recreatieterrein als geheel. Door de aanpassing van verwijzingen naar de Wet belastingen op milieugrondslag, de Gaswet en de Elektriciteitswet werkt de aanpassing van de objectafbakening ook door naar deze wetten, waardoor de betreffende recreatieterreinen worden beschouwd als één aansluiting.

Kamerstuk 2003-2004 KST78195