brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 29 januari 2008 betreffende het antwoord op de lijst van vragen inzake de evaluatie Wet medezeggenschap op scholen (WMS) (kamerstuk 29736, nr. 48).
Kamerstuk 2009-2010 KST139542Beide documenten zijn als bijlage bij dit Kamerstuk gevoegd. De onderhavige brief bevat de beleidsreactie.
Kamerstuk 2008-2009 KST133321Bijlage BLG20556
Bijlage BLG20555
Kamerstuk 2007-2008 KST118321
Het onderzoek betreft een evaluatie van de eerste ervaringen van (gemeenschappelijke) medezeggen- schapsraden [(G)MR], besturen en schoolleiders tijdens de invoeringsfase van de nieuwe WMS.
Kamerstuk 2007-2008 KST114819Bijlage BLG14714
Kamerstuk 2006-2007 KST109623
Staatssecretaris Dijksma (OCW) gaat kort in op de resultaten en conclusies, o.a. dat de medezeggenschapsraden nog steeds een informatieachterstand hebben en onvoldoende betrokken zijn bij de besluitvorming over lumpsum, en dat onderwijsinstellingen moeten worden gestimuleerd bij kennis en gebruik van financiële beleidsinstrumenten.
Kamerstuk 2006-2007 KST107972Bijlage BLG12267
materiële instandhouding.
Kamerstuk 2006-2007 KST106474Kamerstuk 2006-2007 KST101664
vervolgacties.
Kamerstuk 2005-2006 KST99076Bijlage BLG9007
Bijlage BLG9008
Bijlage BLG9006
Bijlage BLG9009
Bijlage BLG9005
Kamerstuk 2005-2006 KST96521
Minister Van der Hoeven (OCW) stuurt de Eerste Kamer een afschrift van de brief die zij op 22 december 2005 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, inclusief drie bijlagen. Ook beantwoordt zij vragen van de vaste commissie voor Onderwijs over verduidelijking van de herverdeeleffecten en mogelijke schaalvergroting voor de kleine scholen.
Kamerstuk 2005-2006 KST95194Bijlage BLG7128
Bijlage BLG7129
Met deze brief informeert minister Van der Hoeven (OZW) de Kamer over de voorbereidingen voor de invoering van de lumpsumbekostiging in het primair onderwijs. Allereerst geeft de minister aan hoe het staat met de wet- en regelgeving. Daarna gaat zij in op de uitkomsten van het meetjaar (het schooljaar 2004-2005). Op basis van de gedeclareerde kosten in dit meetjaar zijn de lumpsumprijzen en herverdeeleffecten berekend. Vervolgens komt zij op de voorbereidingen in het veld, waarbij speciaal aandacht wordt besteed aan de uitkomsten van de veldbenadering die de organisaties van bestuur en management uitvoeren hebben uitgevoerd. Ook gaat zij in op de stand van zaken bij de uitvoeringsorganisatie CFI en bij de Inspectie. Ten slotte trekt de minister conclusies aangaande de invoering van de lumpsumbekostiging met ingang van 1 augustus 2006.
Kamerstuk 2005-2006 KST93523Bijlage BLG7127
Handeling 2004-2005 HAN7871A06
Handeling 2004-2005 HAN7872A04
Minister Van der Hoeven (OCW) deelt de Eerste Kamer mee dat zij de gevraagde beleidsbrief na het overleg op 7 juli 2005 naar de Eerste Kamer zal zenden.
Kamerstuk 2004-2005 KST88588Agenda 2004-2005 OVG1253
De Eerste Kamer heeft ter voorbereiding van de plenaire behandeling gevraagd om de beleidsbrief governance in het onderwijs en om de eerste onderzoeksgegevens met betrekking tot de ervaringen met lumpsumfinanciering. Minister Van der Hoeven (OCW) stuurt de Eerste Kamer de tussenrapportage die het projectbureau Lumpsum primair onderwijs heeft opgesteld en gaat daar nader op in.
Kamerstuk 2004-2005 KST87712Kamerstuk 2004-2005 KST87153
Kamerstuk 2004-2005 KST87191
Kamerstuk 2004-2005 KST87074
Kamerstuk 2004-2005 KST86696
Kamerstuk 2004-2005 KST85940
Agenda 2004-2005 OVG1229
Agenda 2004-2005 OVG1226
Handeling 2004-2005 HAN7799A12
Kamerstuk 2004-2005 KST84125
Agenda 2004-2005 OVG1206
Kamerstuk 2004-2005 KST83771
Kamerstuk 2004-2005 KST83740
Handeling 2004-2005 HAN7789A13
Handeling 2004-2005 HAN7787A02
Kamerstuk 2004-2005 KST83653
Kamerstuk 2004-2005 KST83647
Kamerstuk 2004-2005 KST83649
Kamerstuk 2004-2005 KST83652
Agenda 2004-2005 OVG1205
Kamerstuk 2004-2005 KST83648
Kamerstuk 2004-2005 KST83651
Het lid Vergeer heeft in eerste termijn gewezen op het belang van kengetallen voor financieel inzicht. In de voorschriften voor de opstelling van het jaarverslag is een schema opgenomen waarin de belangrijkste kengetallen worden vastgelegd. In dit schema wordt zichtbaar welke middelen op schoolniveau per school en bovenschools niveau worden ingezet, verdeeld naar uitgavensoorten. Daarnaast zijn er ook kengetallen op bestuursniveau, zoals rentabiliteit, liquiditeit en solvabiliteit. Deze informatie maakt een goede vergelijking tussen scholen en tussen besturen mogelijk, waar het gaat om de inzet van middelen. Het schema met de kengetallen is als bijlage aan de onderhavige brief toegevoegd.
Kamerstuk 2004-2005 KST83633Kamerstuk 2004-2005 KST83597
Bijlage BLG3991
Vervanging van 29736, nr. 11, in verband met wijziging in de ondertekening.
Kamerstuk 2004-2005 KST83617Vervanging in verband met wijziging in de ondertekening.
Kamerstuk 2004-2005 KST83596Kamerstuk 2004-2005 KST83618
Kamerstuk 2004-2005 KST83553
Kamerstuk 2004-2005 KST83551
Kamerstuk 2004-2005 KST83552
Kamerstuk 2004-2005 KST83554
Kamerstuk 2004-2005 KST83549
Kamerstuk 2004-2005 KST83448
Kamerstuk 2004-2005 KST83457
Kamerstuk 2004-2005 KST83452
Kamerstuk 2004-2005 KST83460
Kamerstuk 2004-2005 KST83454
Kamerstuk 2004-2005 KST83465
Kamerstuk 2004-2005 KST83456
Kamerstuk 2004-2005 KST83451
Kamerstuk 2004-2005 KST83449
Kamerstuk 2004-2005 KST83459
Kamerstuk 2004-2005 KST83453
Kamerstuk 2004-2005 KST83464
Agenda 2004-2005 OVG1203
Kamerstuk 2004-2005 KST83455
Kamerstuk 2004-2005 KST83450
Kamerstuk 2004-2005 KST83209
Agenda 2004-2005 OVG1199
Het eerder onder dit kamertuk 29736, nr. 7 (pskey=kst81526) gepubliceerde kamerstuk komt hiermee te vervallen. Het vervallen stuk is niet meer opgenomen in OPmaat.
Kamerstuk 2004-2005 KST82730Kamerstuk 2004-2005 KST81420
Kamerstuk 2004-2005 KST79989
Kamerstuk 2003-2004 KST79128
planning.
Kamerstuk 2003-2004 KST79130zelf te bepalen hoe wordt geïnvesteerd in onderwijskundige vernieuwingen en welke competenties daarvoor binnen de organisatie moeten worden ontwikkeld.
Kamerstuk 2003-2004 KST79129Kamerstuk 2003-2004 KST79131