Kamerstuk 2007-2008 KST114765
vervolgtraject.
Kamerstuk 2007-2008 KST113822Kamerstuk 2006-2007 KST109163
Staatssecretaris Van Bijsterveldt (OCW) doet verslag van haar overleg met de MBO Raad en COLO over de mogelijkheid van een getuigschrift of certificaat. Conclusie: zij wil de huidige situatie laten voortbestaan.
Kamerstuk 2006-2007 KST107025Bijlage BLG11025
veer leerlingen stromen door naar sectoren op de arbeidsmarkt die verband houden met de richting waarvoor zij in het onderwijs hebben gekozen.
Kamerstuk 2006-2007 KST104529de stukken van het AO vmbo en beroepsonderwijs voorzover betrekking hebbend op praktijkonderwijs.
Kamerstuk 2005-2006 KST97468de rol die de RW en de Taskforce Jeugdwerkloosheid zouden kunnen vervullen.
Kamerstuk 2005-2006 KST96770Kamerstuk 2005-2006 KST96565
Agenda 2004-2005 OVG1239
Kamerstuk 2004-2005 KST86146
Agenda 2004-2005 OVG1237
Handeling 2004-2005 HAN7821A07
De scholen voor praktijkonderwijs die nu nog op declaratiebasis bekostigd worden gaan per 1 augustus 2006 over op de lumpsumbekostiging VO. Gebleken is dat er ondanks de genomen maatregelen, toch sprake zal zijn van herverdeeleffecten. Om de schoolbesturen te compenseren voor de herverdeeleffecten komt er een overgangsregeling van 4 jaar.
Kamerstuk 2004-2005 KST85537Kamerstuk 2004-2005 KST85382
Handeling 2004-2005 HAN7817A18
Agenda 2004-2005 OVG1228
Agenda 2004-2005 OVG1227
Agenda 2004-2005 OVG1225
Kamerstuk 2004-2005 KST83398
Kamerstuk 2004-2005 KST83397
Vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Kamerstuk 2004-2005 KST81272Onderhavig wetsvoorstel strekt ertoe meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating van leerlingen tot het praktijkonderwijs (hierna: PRO). Het PRO is alleen bedoeld voor leerlingen van wie wordt verwacht dat zij niet in staat zullen zijn om één van de leerwegen in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (hierna: vmbo) met succes af te sluiten. Deze leerlingen worden direct opgeleid voor en begeleid naar een plek op de regionale arbeidsmarkt. Het PRO kan alleen leerlingen toelaten met een indicatie voor dat PRO. De regionale verwijzingscommissie beoordeelt op basis van criteria met betrekking tot de leerachterstand en het IQ of leerlingen in aanmerking komen voor een indicatie PRO. Inmiddels is gebleken dat in enkele uitzonderlijke situaties een leerling is aangewezen op PRO terwijl hij of zij (net) niet voldoet aan de criteria of het indienen van een aanvraag niet meer mogelijk is. Het gaat daarbij om leerlingen die zich wat betreft hun zorgbehoefte en capaciteiten op het grensvlak tussen de verschillende onderwijssoorten en systemen voor indicatiestelling bevinden. Dit wetsvoorstel beoogt verdere harmonisering van de indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs, leerlinggebonden financiering en praktijkonderwijs door verruiming van de doelgroep voor wie een aanvraag tot indicatiestelling voor PRO mag worden ingediend. Hierdoor wordt meer maatwerk bij de toelating tot het praktijkonderwijs mogelijk. Het gaat om leerlingen met een indicatie voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) of voor (voortgezet) speciaal onderwijs dan wel leerlinggebonden financiering (LGF). Onderhavige regeling voorkomt 'stapeling' van indicatiestellingen en middelen. De procedure die scholen voor VMBO en PRO moeten volgen, zal worden vastgelegd in een al bestaande algemene maatregel van bestuur, het zogenaamde RVC-besluit.
Kamerstuk 2004-2005 KST79970Kamerstuk 2004-2005 KST79972
Kamerstuk 2004-2005 KST79969
Onderhavig wetsvoorstel strekt ertoe meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating van leerlingen tot het praktijkonderwijs (hierna: PRO). Het PRO is alleen bedoeld voor leerlingen van wie wordt verwacht dat zij niet in staat zullen zijn om één van de leerwegen in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (hierna: vmbo) met succes af te sluiten. Deze leerlingen worden direct opgeleid voor en begeleid naar een plek op de regionale arbeidsmarkt. Het PRO kan alleen leerlingen toelaten met een indicatie voor dat PRO. De regionale verwijzingscommissie beoordeelt op basis van criteria met betrekking tot de leerachterstand en het IQ of leerlingen in aanmerking komen voor een indicatie PRO. Inmiddels is gebleken dat in enkele uitzonderlijke situaties een leerling is aangewezen op PRO terwijl hij of zij (net) niet voldoet aan de criteria of het indienen van een aanvraag niet meer mogelijk is. Het gaat daarbij om leerlingen die zich wat betreft hun zorgbehoefte en capaciteiten op het grensvlak tussen de verschillende onderwijssoorten en systemen voor indicatiestelling bevinden. Dit wetsvoorstel beoogt verdere harmonisering van de indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs, leerlinggebonden financiering en praktijkonderwijs door verruiming van de doelgroep voor wie een aanvraag tot indicatiestelling voor PRO mag worden ingediend. Hierdoor wordt meer maatwerk bij de toelating tot het praktijkonderwijs mogelijk. Het gaat om leerlingen met een indicatie voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) of voor (voortgezet) speciaal onderwijs dan wel leerlinggebonden financiering (LGF). Onderhavige regeling voorkomt 'stapeling' van indicatiestellingen en middelen. De procedure die scholen voor VMBO en PRO moeten volgen, zal worden vastgelegd in een al bestaande algemene maatregel van bestuur, het zogenaamde RVC-besluit.
Kamerstuk 2004-2005 KST79971