Laatste documenten binnen dossier 29823


07-04-2005

KST85537 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs om meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating tot het praktijkonderwijs onder vervallenverklaring van de grondslag voor de tijdelijke regeling van die toelating; Brief minister over de consequenties van de overgang van het praktijkonderwijs naar de lumpsumbekostiging VO

De scholen voor praktijkonderwijs die nu nog op declaratiebasis bekostigd worden gaan per 1 augustus 2006 over op de lumpsumbekostiging VO. Gebleken is dat er ondanks de genomen maatregelen, toch sprake zal zijn van herverdeeleffecten. Om de schoolbesturen te compenseren voor de herverdeeleffecten komt er een overgangsregeling van 4 jaar.

Kamerstuk 2004-2005 KST85537

12-10-2004

KST79970 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs om meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating tot het praktijk-onderwijs onder vervallenverklaring van de grondslag voor de tijdelijke regeling van die toelating; Voorstel van wet

Onderhavig wetsvoorstel strekt ertoe meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating van leerlingen tot het praktijkonderwijs (hierna: PRO). Het PRO is alleen bedoeld voor leerlingen van wie wordt verwacht dat zij niet in staat zullen zijn om één van de leerwegen in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (hierna: vmbo) met succes af te sluiten. Deze leerlingen worden direct opgeleid voor en begeleid naar een plek op de regionale arbeidsmarkt. Het PRO kan alleen leerlingen toelaten met een indicatie voor dat PRO. De regionale verwijzingscommissie beoordeelt op basis van criteria met betrekking tot de leerachterstand en het IQ of leerlingen in aanmerking komen voor een indicatie PRO. Inmiddels is gebleken dat in enkele uitzonderlijke situaties een leerling is aangewezen op PRO terwijl hij of zij (net) niet voldoet aan de criteria of het indienen van een aanvraag niet meer mogelijk is. Het gaat daarbij om leerlingen die zich wat betreft hun zorgbehoefte en capaciteiten op het grensvlak tussen de verschillende onderwijssoorten en systemen voor indicatiestelling bevinden. Dit wetsvoorstel beoogt verdere harmonisering van de indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs, leerlinggebonden financiering en praktijkonderwijs door verruiming van de doelgroep voor wie een aanvraag tot indicatiestelling voor PRO mag worden ingediend. Hierdoor wordt meer maatwerk bij de toelating tot het praktijkonderwijs mogelijk. Het gaat om leerlingen met een indicatie voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) of voor (voortgezet) speciaal onderwijs dan wel leerlinggebonden financiering (LGF). Onderhavige regeling voorkomt 'stapeling' van indicatiestellingen en middelen. De procedure die scholen voor VMBO en PRO moeten volgen, zal worden vastgelegd in een al bestaande algemene maatregel van bestuur, het zogenaamde RVC-besluit.

Kamerstuk 2004-2005 KST79970

KST79972 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs om meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating tot het praktijk-onderwijs onder vervallenverklaring van de grondslag voor de tijdelijke regeling van die toelating; Advies en nader rapport

Kamerstuk 2004-2005 KST79972

KST79969 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs om meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating tot het praktijk-onderwijs onder vervallenverklaring van de grondslag voor de tijdelijke regeling van die toelating; Koninklijke boodschap

Kamerstuk 2004-2005 KST79969

KST79971 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs om meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating tot het praktijk-onderwijs onder vervallenverklaring van de grondslag voor de tijdelijke regeling van die toelating; Memorie van toelichting

Onderhavig wetsvoorstel strekt ertoe meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating van leerlingen tot het praktijkonderwijs (hierna: PRO). Het PRO is alleen bedoeld voor leerlingen van wie wordt verwacht dat zij niet in staat zullen zijn om één van de leerwegen in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (hierna: vmbo) met succes af te sluiten. Deze leerlingen worden direct opgeleid voor en begeleid naar een plek op de regionale arbeidsmarkt. Het PRO kan alleen leerlingen toelaten met een indicatie voor dat PRO. De regionale verwijzingscommissie beoordeelt op basis van criteria met betrekking tot de leerachterstand en het IQ of leerlingen in aanmerking komen voor een indicatie PRO. Inmiddels is gebleken dat in enkele uitzonderlijke situaties een leerling is aangewezen op PRO terwijl hij of zij (net) niet voldoet aan de criteria of het indienen van een aanvraag niet meer mogelijk is. Het gaat daarbij om leerlingen die zich wat betreft hun zorgbehoefte en capaciteiten op het grensvlak tussen de verschillende onderwijssoorten en systemen voor indicatiestelling bevinden. Dit wetsvoorstel beoogt verdere harmonisering van de indicatiestelling voor leerwegondersteunend onderwijs, leerlinggebonden financiering en praktijkonderwijs door verruiming van de doelgroep voor wie een aanvraag tot indicatiestelling voor PRO mag worden ingediend. Hierdoor wordt meer maatwerk bij de toelating tot het praktijkonderwijs mogelijk. Het gaat om leerlingen met een indicatie voor leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) of voor (voortgezet) speciaal onderwijs dan wel leerlinggebonden financiering (LGF). Onderhavige regeling voorkomt 'stapeling' van indicatiestellingen en middelen. De procedure die scholen voor VMBO en PRO moeten volgen, zal worden vastgelegd in een al bestaande algemene maatregel van bestuur, het zogenaamde RVC-besluit.

Kamerstuk 2004-2005 KST79971