voor overige biomassaproducten: minimaal voldoen aan de criteria voor duurzame productie van biomassa, waarbij de conversiedatum voor landconversie op 2005 wordt gezet.
Kamerstuk 2007-2008 KST111310rol van het eindrapport bij de maatschappelijke dialoog over non-trade concerns (NTC's; zoals arbeidsnormen en dierenwelzijn) in relatie tot handel.
Kamerstuk 2006-2007 KST109876Bijlage 2006-2007 BLG12996
Bijlage 2006-2007 BLG12995
Bijlage 2006-2007 BLG12998
Bijlage 2006-2007 BLG12994
Bijlage 2006-2007 BLG12997
brief van de minister van VROM van 29 juni 2007 over beleid voor duurzame productie van biomassa voor energiedoeleinden (kamerstuk 30305, nr. 26).
Kamerstuk 2006-2007 KST109754Handeling 2006-2007 HAN8160A84
Handeling 2006-2007 HAN8160A28
gevolgen andere GN-code indeling in het geharmoniseerde douanesysteem aan de hand van het eindgebruik voor de hoogte van het reguliere invoerrecht dat de EU heft op ingevoerde bio-ethanol uit derde landen.
Kamerstuk 2006-2007 KST109109Kamerstuk 2006-2007 KST109041
Kamerstuk 2006-2007 KST109037
Kamerstuk 2006-2007 KST109039
Kamerstuk 2006-2007 KST109036
Indiener verzoekt de regering de AMvB Besluit Biobrandstoffen Wegverkeer 2007 voor het einde van het jaar zodanig aan te passen dat alleen bio-ethanol, vallend onder tariefcode 2207.1000, als biobrandstof wordt bijgemengd, tot het moment waarop een sluitend en handhaafbaar stelsel van duurzaamheidscriteria voor de productie van bio-ethanol beschikbaar komt.
Kamerstuk 2006-2007 KST109038consequenties voor het huidige beleid.
Kamerstuk 2006-2007 KST108837Bijlage BLG11838
Het eindrapport bevat een voorstel voor een toetsingskader voor duurzaam geproduceerde biomassa uit binnen- en buitenland en een uitwerking in criteria en indicatoren. Dit is gebaseerd op zes thema's: broeikasgasemissies, concurrentie met voedsel en andere lokale toepassingen van biomassa, biodiversiteit, milieu, welzijn en welvaart. Per thema zijn criteria en indicatoren geformuleerd, waaraan de biomassa zou moeten voldoen om voor het predikaat 'duurzaam' in aanmerking te komen. In deze brief geeft de minister een korte toelichting gegeven hoe het Kabinet duurzaamheid zal verankeren in beleid.
Kamerstuk 2006-2007 KST106949Bijlage BLG11559
De studie is als bijlage bij deze brief gevoegd. In de studie adviseert SenterNovem op basis van huidige ontwikkelingen over bedrijfstechnische aspecten, over het potentieel en over aspecten voor het mogelijk stimuleren van de productie van groen gas.
Kamerstuk 2006-2007 KST106039Bijlage BLG10667
Deze brief strekt ertoe om de voorgenomen subsidieplafonds in het kader van de MEP aan de Kamer voor te leggen, zoals vastgelegd in de wijziging van de Elektriciteitswet 1998 die op 1 januari 2007 van kracht wordt. Minister Wijn (EZ) laat weten dat de subsidieplafonds voor zowel duurzame elektriciteit als voor warmtekrachtkoppeling (WKK) worden vast gesteld op 0 euro. In het vervolg van de brief gaat hij in op de achtergrond van dit besluit.
Kamerstuk 2006-2007 KST103662Kamerstuk 2005-2006 KST100501
Kamerstuk 2005-2006 KST98181
Kamerstuk 2005-2006 KST98132
Handeling 2005-2006 HAN7995A12
Handeling 2005-2006 HAN7993A03
Kamerstuk 2005-2006 KST97518
Kamerstuk 2005-2006 KST97520
In de motie vragen indieners om vaststelling van concrete afrekenbare doelstellingen voor het aandeel duurzame elektriciteit en daaraan verbonden subdoelstellingen voor ten minste de periode 2010-2020.
Kamerstuk 2005-2006 KST97515Indiener constateert, dat vooral palmolie vaak samengaat met onduurzame neveneffecten in ecologische, sociale en economische waarden op de plek van herkomst van de biomassa.
Kamerstuk 2005-2006 KST97517Indieners ccnstateren onder meer dat de wereldwijd groeiende vraag naar palmolie het benodigde volume mogelijk de daarvoor beschikbare landruimte ver te boven gaat, waardoor een onevenredige druk ontstaat op de biodiversiteit in tropische klimaatgebieden waar palmolie goed gedijt. Een aantal samenwerkende palmolieproducenten en -importeurs hebben (volgens indieners) ontoereikende duurzaamheidscriteria ontwikkeld.
Kamerstuk 2005-2006 KST97519Indiener vraagt de regering om spoedig te nemen eerste stappen voor het bevorderen van de duurzame herkomst van biomassa (duurzaamheid van geïmporteerde biomassa).
Kamerstuk 2005-2006 KST97516Kamerstuk 2005-2006 KST97447
Kamerstuk 2005-2006 KST97382
Agenda 2005-2006 OVG1327
Kamerstuk 2005-2006 KST97380
Agenda 2005-2006 OVG1325
Verder geeft de minister in deze brief een reactie op het amendement van het lid De Krom (Kamerstuk 30305, nr. 11) over een wijziging van de vermogensgrens voor aansluitingen.
Kamerstuk 2005-2006 KST96728Agenda 2005-2006 OVG1321
Agenda 2005-2006 OVG1319
Agenda 2005-2006 OVG1315
Handeling 2005-2006 HAN7964A07
Kamerstuk 2005-2006 KST95588
Kamerstuk 2005-2006 KST95586
Kamerstuk 2005-2006 KST95587
Kamerstuk 2005-2006 KST95589
Agenda 2005-2006 OVG1309
Agenda 2005-2006 OVG1306
Agenda 2005-2006 OVG1303
Agenda 2005-2006 OVG1301
Agenda 2005-2006 OVG1298
Kamerstuk 2005-2006 KST92944
Kamerstuk 2005-2006 KST91810
Kamerstuk 2005-2006 KST89691
Het systeem van subsidieverlening ten behoeve van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie (MEP) wordt op twee punten gewijzigd. Het gaat daarbij ten eerste om verbetering van de mogelijkheden tot beheersing van de totale uitgaven voor de MEP, door middel van het invoeren van een subsidieplafond voor het verlenen van nieuwe subsidies. In de tweede plaats wordt voorgesteld de juridische vormgeving van de MEP beter aan te laten sluiten bij hetgeen gebruikelijk is bij de subsidieregelgeving van het ministerie van Economische Zaken. Hierdoor ontstaat ook de mogelijkheid om subsidieregels op kortere termijn aan te passen wanneer dat wenselijk is.
Kamerstuk 2005-2006 KST89693Kamerstuk 2005-2006 KST89695
Het systeem van subsidieverlening ten behoeve van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie (MEP) wordt op twee punten gewijzigd. Het gaat daarbij ten eerste om verbetering van de mogelijkheden tot beheersing van de totale uitgaven voor de MEP, door middel van het invoeren van een subsidieplafond voor het verlenen van nieuwe subsidies. In de tweede plaats wordt voorgesteld de juridische vormgeving van de MEP beter aan te laten sluiten bij hetgeen gebruikelijk is bij de subsidieregelgeving van het ministerie van Economische Zaken. Hierdoor ontstaat ook de mogelijkheid om subsidieregels op kortere termijn aan te passen wanneer dat wenselijk is.
Kamerstuk 2005-2006 KST89692Kamerstuk 2005-2006 KST89694