gesignaleerde knelpunten: onduidelijkheden met betrekking tot de taakverdeling in het kader van artikel 72a WW.
Kamerstuk 2008-2009 KST129271Bijlage BLG19357
Kamerstuk 2008-2009 KST124044
Bijlage BLG16952
Het onderzoek is als bijlage bij deze brief gevoegd.
Kamerstuk 2007-2008 KST121584Met deze brief doet minister Donner (SZW) de Kamer verslag over de evaluatie van de premiegroepen in de WW, zoals eerder toegezegd. Deze systematiek is per 1 januari 2006 ingevoerd en geldt voor de sectoren Agrarisch bedrijf, Bouwbedrijf, Culturele instellingen, Horeca algemeen en Schildersbedrijf. De evaluatie (pagina 3-18 van onderhavige brief) betreft de eerste anderhalf jaar na invoering van de premiegroepen en Donner geeft aan dat deze eerste evaluatie slechts beperkt inzicht kan geven.
Kamerstuk 2007-2008 KST117777Bijlage BLG15158
de opting out-regeling.
Kamerstuk 2007-2008 KST116564Sectorfondsen zijn stichtingen die door sociale partners worden bestuurd en die tot doel hebben de werking van de sectorale arbeidsmarkten te optimaliseren. Sociale partners maakten deel uit van de begeleidingscommissie van het onderzoek, dat is uitgevoerd door Ecorys.
Kamerstuk 2007-2008 KST115705Bijlage BLG14985
De minister gaat in op de begeleiding van oudere werklozen, de feitelijke inspanning ten behoeve van hun werkhervatting en de informatie die UWV en CWI verstrekken over de mogelijkheden van vrijwillerswerk. Daarnaast wordt ingegaan op het effect van de vergrijzing op werkhervattingskans en het aandeel van ouderen in het WW-volume.
Kamerstuk 2006-2007 KST103090Kamerstuk 2006-2007 KST101921
Op 13 september jongstleden heeft een algemeen overleg plaatsgevonden met de vaste commissie SZW (kamerstuk 30370,nr.3) over onder meer het conceptbesluit ontheffing verplichtingen WW en Wet WIA. Tijdens het debat heeft minister De Geus (SZW) toegezegd enige aanvullende informatie te verstrekken met betrekking tot de volumina en kosten van een verlenging van de maximale duur van de ontheffing in verband met vrijwilligerswerk en mantelzorg naar twee jaren. Tevens informeert De Geus de Kamer middels deze brief over zijn besluit de maximale duur van deze ontheffingen te verlengen.
Kamerstuk 2006-2007 KST101689de brief van 30 juni 2006 over het mantelzorgforfait in de WW en de WIA (kamerstuk 30370, nr. 25).
Kamerstuk 2006-2007 KST101608Handeling 2005-2006 HAN8020A04
Kamerstuk 2005-2006 KST99533
beoordeling over het toekennen van het mantelzorgforfait bij indienen aanvraag WW- respectievelijk WIA-uitkering.
Kamerstuk 2005-2006 KST99540Kamerstuk 2005-2006 KST99268
Bijlage BLG9129
Handeling 2005-2006 HAN8014A08
Handeling 2005-2006 HAN8014A05
Kamerstuk 2005-2006 KST98211
Agenda 2005-2006 OVG1332
In de aanbiedingsbrief geeft minister de Geus (SZW) aan dat hij het concept-besluit ontheffing verplichtingen WW en Wet WIA 26 juni 2006 voor advies naar de Raad van State wil sturen, zodat het per 1 oktober 2006 in werking kan treden.
Kamerstuk 2005-2006 KST97794Bijlage BLG8623
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstellen wijziging van de WW (Kamerstukken 29 738 en 30 370)heeft de Kamer de aandacht gevraagd voor de regeling premiegroepen die per 1 januari 2006 van kracht is geworden. De minister heeft toen aangekondigd dat er op 17 februari 2006 een informatief ambtelijk overleg zou zijn met de Stichting van de Arbeid over de premiedifferentiatie WW/Sectorfondsen in vijf sectoren. Met deze brief doet hij verslag van het overleg en het vervolg daarop. In het overleg op 17 februari 2006 met vertegenwoordigers van de centrale werkgevers- en werknemersorganisaties en vertegenwoordigers van de betrokken sectoren heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden over de ervaringen van de sectoren met de premiedifferentiatie, een verkenning van de invulling ervan voor 2007, de bijzondere problematiek in de verschillende sectoren en de nadere invulling van het model. Naar aanleiding van dit overleg hebben de sectoren intern beraad gehad. De Stichting van de Arbeid heeft de minister over de uitkomsten daarvan bericht op 29 maart 2006. Die brief is als bijlage aan de onderhavige brief toegevoegd.
Kamerstuk 2005-2006 KST97568Bijlage BLG8522
Kamerstuk 2005-2006 KST97148
Kamerstuk 2005-2006 KST96709
Kamerstuk 2005-2006 KST96579
Handeling 2005-2006 HAN7948A09
Handeling 2005-2006 HAN7948A08
Kamerstuk 2005-2006 KST94696
Handeling 2005-2006 HAN7946A04
Handeling 2005-2006 HAN7946A02
Kamerstuk 2005-2006 KST94523
Vervanging in verband met wijziging in de ondertekening.
Kamerstuk 2005-2006 KST94473De minister geeft een reactie op het door mevrouw Verburg c.s. ingediende amendement over het mantelzorgforfait. Het amendement geeft een hanteerbare afbakening voor een mantelzorgforfait. Het UWV heeft aangegeven dat de uitvoeringstechnische complicatie van invoering van het mantelzorgforfait met name zien op feit dat de systematiek van Polisadministratie (wijze van aanleveren van gegevens en wijze van opname van die gegevens in de administratie) momenteel opname van perioden waarin mantelzorg is verricht niet mogelijk maakt. In overleg met het UWV zal gekeken worden op welke wijze en vanaf welk moment het mantelzorgforfait ingevoerd kan worden. Het streven is 1 januari 2007.
Kamerstuk 2005-2006 KST94497Wijziging in verband met een technische aanpassing als gevolg van de 3e Nota van Wijziging.
Kamerstuk 2005-2006 KST94478Kamerstuk 2005-2006 KST94477
Handeling 2005-2006 HAN7945A15
Agenda 2005-2006 OVG1298
Deze nota van wijziging bevat een aantal zuiver technische verbeteringen.
Kamerstuk 2005-2006 KST94389Kamerstuk 2005-2006 KST94318
Kamerstuk 2005-2006 KST94383
Kamerstuk 2005-2006 KST94355
Kamerstuk 2005-2006 KST94379
Kamerstuk 2005-2006 KST94382
Kamerstuk 2005-2006 KST94384
Kamerstuk 2005-2006 KST94381
Bijlage BLG7293
Bijlage BLG7294
Bijlage BLG7291
Bijlage BLG7296
Bijlage BLG7292
Bijlage BLG7295
Kamerstuk 2005-2006 KST93776
Deze nota van wijziging houdt verband met het besluit van de regering om de voorgestelde mogelijkheid om bij CAO eigen ontslagcriteria overeen te komen niet te handhaven en geen preventieprikkel in te voeren. Daarnaast is het, mede in verband met de inwerkingtreding van de Wet IWIA en de Verzamelwet sociale verzekeringen 2006, noodzakelijk gebleken enige wijzigingen aan te brengen. Ten slotte is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enige omissies te herstellen. Tevens wordt de titel van het kamerstuk gewijzigd. Wet wijziging WW-stelsel en ontslagrecht wordt vervangen door Wet wijziging WW-stelsel.
Kamerstuk 2005-2006 KST93777Kamerstuk 2005-2006 KST93460
Kamerstuk 2005-2006 KST93145
Kamerstuk 2005-2006 KST92610
Kamerstuk 2005-2006 KST91644
Kamerstuk 2005-2006 KST91641
deregulering van de WW. Met het oog op de eerste doelstelling wordt de duur van de WW verkort en directer gerelateerd aan de duur van het arbeidsverleden. De kortdurende WW-uitkering (6 maanden, 70% van het wettelijk minimumloon) wordt vervangen door een loongerelateerde uitkering van 3 maanden. De hoogte van de WW-uitkering wordt aflopend. De eerste twee maanden bedraagt de uitkering 75% van het loon, vanaf de derde maande wordt deze 70%. Ter bevordering van de preventie van (langdurige) werkloosheid wordt na drie maanden een poortwachtertoets ingevoerd, in het kader waarvan wordt bezien in hoeverre de werknemer zijn verplichting om het werk te hervatten, is nagekomen. Verder wordt geïnvesteerd in werkloosheidspreventie van oudere werknemers. Daartoe bevat dit wetsvoorstel een delegatiebepaling op grond waarvan de preventieprikkel bij algemene maatregel van bestuur nader kan worden geconcretiseerd. Het kan hierbij gaan om een financiële prikkel, bijvoorbeeld het verhalen van een deel van de WW-uitkering van oudere werknemers op de voormalige werkgever. Om de ontslagpraktijk te versoepelen wordt sociale partners de mogelijkheid geboden bij CAO eigen ontslagcriteria overeen te komen die in acht zullen worden genomen bij een ontslag op bedrijfseconomische gronden. Ook wordt de verwijtbaarheidstoets in de WW beperkt door te bepalen dat instemming met een ontslag of het nalaten van een verweer tegen ontslag geen grond meer kunnen zijn voor verwijtbare werkloosheid. Hiermee wordt duidelijk dat een pro forma ontslagprocedure voor de aanspraak op een WW-uitkering geen enkele functie heeft. Voor de deregulering en vereenvoudiging van de WW wordt onder meer bepaald dat bij kortdurende ziektegevallen de werknemers niet voor een korte periode overgeheveld moet worden van de WW naar de WZ en - na herstel - weer terug naar de WW.
Kamerstuk 2005-2006 KST91643deregulering van de WW. Met het oog op de eerste doelstelling wordt de duur van de WW verkort en directer gerelateerd aan de duur van het arbeidsverleden. De kortdurende WW-uitkering (6 maanden, 70% van het wettelijk minimumloon) wordt vervangen door een loongerelateerde uitkering van 3 maanden. De hoogte van de WW-uitkering wordt aflopend. De eerste twee maanden bedraagt de uitkering 75% van het loon, vanaf de derde maande wordt deze 70%. Ter bevordering van de preventie van (langdurige) werkloosheid wordt na drie maanden een poortwachtertoets ingevoerd, in het kader waarvan wordt bezien in hoeverre de werknemer zijn verplichting om het werk te hervatten, is nagekomen. Verder wordt geïnvesteerd in werkloosheidspreventie van oudere werknemers. Daartoe bevat dit wetsvoorstel een delegatiebepaling op grond waarvan de preventieprikkel bij algemene maatregel van bestuur nader kan worden geconcretiseerd. Het kan hierbij gaan om een financiële prikkel, bijvoorbeeld het verhalen van een deel van de WW-uitkering van oudere werknemers op de voormalige werkgever. Om de ontslagpraktijk te versoepelen wordt sociale partners de mogelijkheid geboden bij CAO eigen ontslagcriteria overeen te komen die in acht zullen worden genomen bij een ontslag op bedrijfseconomische gronden. Ook wordt de verwijtbaarheidstoets in de WW beperkt door te bepalen dat instemming met een ontslag of het nalaten van een verweer tegen ontslag geen grond meer kunnen zijn voor verwijtbare werkloosheid. Hiermee wordt duidelijk dat een pro forma ontslagprocedure voor de aanspraak op een WW-uitkering geen enkele functie heeft. Voor de deregulering en vereenvoudiging van de WW wordt onder meer bepaald dat bij kortdurende ziektegevallen de werknemers niet voor een korte periode overgeheveld moet worden van de WW naar de WZ en - na herstel - weer terug naar de WW.
Kamerstuk 2005-2006 KST91642