Laatste documenten binnen dossier 31768


17-11-2008

KST124312 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval van noodregeling, surseance van betaling en faillissement en de aanvraag van een vergoeding op grond van de vangnetregeling; Koninklijke boodschap

Kamerstuk 2008-2009 KST124312

KST124315 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval van noodregeling, surseance van betaling en faillissement en de aanvraag van een vergoeding op grond van de vangnetregeling; Memorie van toelichting

Wanneer een bank failliet wordt verklaard dienen de depositohouders (spaarders en rekeninghouders) twee stappen te ondernemen de door hen toevertrouwde gelden, of een zo groot mogelijk gedeelte daarvan, terug te krijgen. Enerzijds zullen zij een vordering moeten indienen bij de curator van de failliete bank. Anderzijds zullen zij een aanvraag om een vergoeding op grond van het depositogarantiestelsel moeten indienen bij de Nederlandsche Bank (DNB), als uitvoerder van de vangnetregeling. In de praktijk is gebleken dat in bepaalde gevallen het verschil kon uitmaken in welke volgorde zij deze stappen ondernamen. Zo kon het gebeuren dat twee depositohouders met een vordering van exact dezelfde omvang een verschillend vergoedingspercentage ontvingen. Dit wetsvoorstel beoogt een regeling te geven waardoor het niet langer uitmaakt of een depositohouder zijn vordering eerst bij de curator indient en dan bij de DNB, of eerst bij de DNB en dan bij de curator.

Kamerstuk 2008-2009 KST124315

KST124314 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval van noodregeling, surseance van betaling en faillissement en de aanvraag van een vergoeding op grond van de vangnetregeling; Voorstel van wet

Wanneer een bank failliet wordt verklaard dienen de depositohouders (spaarders en rekeninghouders) twee stappen te ondernemen de door hen toevertrouwde gelden, of een zo groot mogelijk gedeelte daarvan, terug te krijgen. Enerzijds zullen zij een vordering moeten indienen bij de curator van de failliete bank. Anderzijds zullen zij een aanvraag om een vergoeding op grond van het depositogarantiestelsel moeten indienen bij de Nederlandsche Bank (DNB), als uitvoerder van de vangnetregeling. In de praktijk is gebleken dat in bepaalde gevallen het verschil kon uitmaken in welke volgorde zij deze stappen ondernamen. Zo kon het gebeuren dat twee depositohouders met een vordering van exact dezelfde omvang een verschillend vergoedingspercentage ontvingen. Dit wetsvoorstel beoogt een regeling te geven waardoor het niet langer uitmaakt of een depositohouder zijn vordering eerst bij de curator indient en dan bij de DNB, of eerst bij de DNB en dan bij de curator.

Kamerstuk 2008-2009 KST124314

KST124316 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval van noodregeling, surseance van betaling en faillissement en de aanvraag van een vergoeding op grond van de vangnetregeling; Advies en nader rapport

Kamerstuk 2008-2009 KST124316