Handeling 2005-2006 HAN7899A04
Handeling 2005-2006 HAN7894A06
Handeling 2005-2006 HAN7894A04
Agenda 2005-2006 OVG1264
Agenda 2005-2006 OVG1262
Agenda 2004-2005 OVG1253
Kamerstuk 2004-2005 KST86815
Kamerstuk 2003-2004 KST78026
Handeling 2003-2004 HAN7707A15
Agenda 2003-2004 OVG1159
De wijzigingen hebben betrekking op de provinciale waterhuishoudingscommissies.
Kamerstuk 2003-2004 KST77090Kamerstuk 2003-2004 KST76114
Kamerstuk 2003-2004 KST76113
Kamerstuk 2003-2004 KST73387
Op 12 maart 2003 is de Wet dualisering provinciebestuur in werking getreden. Kern van deze wet is de ontvlechting van provinciale staten en gedeputeerde staten, zowel in samenstelling, posities als bevoegdheden. De leden van provinciale staten krijgen de taak van vertegenwoordiging, kaderstelling en controle en de leden van gedeputeerde staten krijgen een bestuurlijke rol. Ten behoeve van een adequate vervulling van die functies zijn in de Wet dualisering provinciebestuur aan de leden van provinciale staten nieuwe bevoegdheden toegekend. Het onderhavige wetsvoorstel betreft in feite de tweede stap in het dualiseringsproces op provinciaal niveau: de bevoegdheidsverdeling in medebewindswetgeving wordt in overeenstemming gebracht met de uitgangspunten van de Wet dualisering provinciebestuur. Het is voor het welslagen van de dualiseringsoperatie op provinciaal niveau van groot belang dat ook de bevoegdheidsverdeling in de medebewindswetgeving op dualistische leest wordt geschoeid. Alle medebewindswetten waarin bestuursbevoegdheden aan provinciale staten of het provinciebestuur zijn geattribueerd zijn geanalyseerd. Daarbij stond de vraag centraal of de bestuursbevoegdheden, naar dualistische maatstaven gemeten, aan het juiste orgaan waren toegekend. Daar waar dat niet het geval was, vindt door middel van dit wetsvoorstel een aanpassing plaats. Meestal betreft het aan provinciale staten of het provinciebestuur toegekende bevoegdheden, die naar gedeputeerde staten worden overgeheveld.
Kamerstuk 2003-2004 KST72314Op 12 maart 2003 is de Wet dualisering provinciebestuur in werking getreden. Kern van deze wet is de ontvlechting van provinciale staten en gedeputeerde staten, zowel in samenstelling, posities als bevoegdheden. De leden van provinciale staten krijgen de taak van vertegenwoordiging, kaderstelling en controle en de leden van gedeputeerde staten krijgen een bestuurlijke rol. Ten behoeve van een adequate vervulling van die functies zijn in de Wet dualisering provinciebestuur aan de leden van provinciale staten nieuwe bevoegdheden toegekend. Het onderhavige wetsvoorstel betreft in feite de tweede stap in het dualiseringsproces op provinciaal niveau: de bevoegdheidsverdeling in medebewindswetgeving wordt in overeenstemming gebracht met de uitgangspunten van de Wet dualisering provinciebestuur. Het is voor het welslagen van de dualiseringsoperatie op provinciaal niveau van groot belang dat ook de bevoegdheidsverdeling in de medebewindswetgeving op dualistische leest wordt geschoeid. Alle medebewindswetten waarin bestuursbevoegdheden aan provinciale staten of het provinciebestuur zijn geattribueerd zijn geanalyseerd. Daarbij stond de vraag centraal of de bestuursbevoegdheden, naar dualistische maatstaven gemeten, aan het juiste orgaan waren toegekend. Daar waar dat niet het geval was, vindt door middel van dit wetsvoorstel een aanpassing plaats. Meestal betreft het aan provinciale staten of het provinciebestuur toegekende bevoegdheden, die naar gedeputeerde staten worden overgeheveld.
Kamerstuk 2003-2004 KST72312Kamerstuk 2003-2004 KST72315