Ingegaan wordt op de huidige arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers in procedure en de voorwaarden waaronder arbeid kan worden verricht.
Kamerstuk 2004-2005 KST82378Agenda 2004-2005 OVG1190
Kamerstuk 2004-2005 KST81189
Kamerstuk 2004-2005 KST80829
Kamerstuk 2004-2005 KST80409
Kamerstuk 2004-2005 KST80169
de notitie over de toekomstvisie op de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en arbeidsmigratie zo spoedig mogelijk ná 1 oktober 2004 zal worden toegezonden.
Kamerstuk 2004-2005 KST79739Kamerstuk 2004-2005 KST79698
Agenda 2003-2004 OVG1166
Met onderhavige brief wil minister De Geus (SZW) de Kamer, mede namens minister Verdonk, informeren over gevolgen van het voorgenomen beleid inzake toelating van kennismigranten. Het beleid hanteert een inkomenscriterium, zonder specificaties van opleidingsniveau of beroepen (behoudens enige uitzonderingen). Ingevolge het nieuwe, versoepelde regime is voor legale prostituees aan wie een arbeidscontract wordt aangeboden met een salaris boven de gestelde inkomensgrenzen (30 jaar en ouder: 45.000 euro) tewerkstellingsvergunningenplicht op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) niet langer van toepassing. De versoepeling heeft te maken met de eerdere toezegging van het toenmalige kabinet bij het opheffen van het bordeelverbod, om de immigratie van prostituees van buiten de EER nader te bezien in verband met de toelatingssystematiek van de Wav.
Kamerstuk 2003-2004 KST78763Kamerstuk 2003-2004 KST78272
Handeling 2003-2004 HAN7712A08
Kamerstuk 2003-2004 KST77953
Handeling 2003-2004 HAN7710A07
Kamerstuk 2003-2004 KST77800
Staatssecretaris Van Hoof (SZW) refereert in deze brief aan het wetgevingsoverleg van maandag 14 juni 2004 waar door zijn ambtsvoorganger Rutte de hoogte van de bestuurlijke boete uitvoerig aan de orde is gesteld.
Kamerstuk 2003-2004 KST77677Bijlage BLG2341
Herdruk in verband met het alsnog vermelden van de terinzagelegging van het Advies uitvoering Motie Dittrich "Verhaal van uitzettingskosten op werkgevers in geval van illegale tewerkstelling" van het Ministerie van Justitie, Immigratie- en naturalisatiedienst, bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer.
Kamerstuk 2003-2004 KST77653Agenda 2003-2004 OVG1161
Kamerstuk 2003-2004 KST77443
Kamerstuk 2003-2004 KST77446
Kamerstuk 2003-2004 KST77442
Kamerstuk 2003-2004 KST77444
Kamerstuk 2003-2004 KST77447
Kamerstuk 2003-2004 KST76591
Kamerstuk 2003-2004 KST76497
Kamerstuk 2003-2004 KST76522
Kamerstuk 2003-2004 KST75970
Kamerstuk 2003-2004 KST75967
Met de invoering van de bestuurlijke boete in de Wet arbeid vreemdelingen beschikt de overheid over een nieuw instrument om sneller en efficiënter werkgevers aan te pakken die vreemdelingen illegaal te werk stellen. In de wet wordt een duidelijke onderscheidt gemaakt tussen degene die de overtreding constateert (de inspecteur) en de degene die de boete oplegt (de boeteoplegger). De boeteoplegger is geplaatst op het hoofdkantoor van de Arbeidsinspectie, waardoor landelijke uniforme afdoening plaats vindt. De wet maakt een onderscheidt tussen de hoogte van de boete bij een natuurlijk persoon en een rechtspersoon. Bij een natuurlijk persoon bedraagt de boete ten hoogste 11250 euro, bij een rechtspersoon ten hoogste 45000 euro. Deze bedragen zijn aanzienlijk hoger dan de huidige strafrechtelijke boetes.
Kamerstuk 2003-2004 KST75969Met de invoering van de bestuurlijke boete in de Wet arbeid vreemdelingen beschikt de overheid over een nieuw instrument om sneller en efficiënter werkgevers aan te pakken die vreemdelingen illegaal te werk stellen. In de wet wordt een duidelijke onderscheidt gemaakt tussen degene die de overtreding constateert (de inspecteur) en de degene die de boete oplegt (de boeteoplegger). De boeteoplegger is geplaatst op het hoofdkantoor van de Arbeidsinspectie, waardoor landelijke uniforme afdoening plaats vindt. De wet maakt een onderscheidt tussen de hoogte van de boete bij een natuurlijk persoon en een rechtspersoon. Bij een natuurlijk persoon bedraagt de boete ten hoogste 11250 euro, bij een rechtspersoon ten hoogste 45000 euro. Deze bedragen zijn aanzienlijk hoger dan de huidige strafrechtelijke boetes.
Kamerstuk 2003-2004 KST75968