Handeling 2008-2009 HAN8470A02
Handeling 2008-2009 HAN8470A12
Kamerstuk 2008-2009 KST133063
Kamerstuk 2008-2009 KST133060
Kamerstuk 2008-2009 KST133076
Kamerstuk 2008-2009 KST133078
Kamerstuk 2008-2009 KST133077
Kamerstuk 2008-2009 KST133064
Kamerstuk 2008-2009 KST133065
Agenda 2008-2009 OVG1573
Bijlage BLG19512
De bijeenkomst betrof een gesprek met de heren Van den Boom (Ernst & Young) en Niessen (Deloitte Accountants BV) over het onderhavige wetsvoorstel.
Kamerstuk 2008-2009 KST125807Hierbij informeert minister Hirsch Ballin (Jus) de Kamer, ter nakoming van zijn toezegging uit de behandeling van het wetsvoorstel bewaarplicht telecommunicatiegegevens in de Kamer op 14 mei 2008 (Handelingen II, 2007-2008, nr. 83, blz.5846), over het oordeel van de voorzitter om het College van procureurs-generaal over de wenselijkheid van een aanpassing van de Aanwijzing toepassing dwangmiddelen bij journalisten op het moment dat de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens in werking treedt.
Kamerstuk 2008-2009 KST124134Agenda 2007-2008 OVG1484
Handeling 2007-2008 HAN8284A02
Handeling 2007-2008 HAN8284A04
De voorgestelde vergoedingsstructuur is volgens indiener onrechtvaardig voor de kleine aanbieder.
Kamerstuk 2007-2008 KST118282Vervanging in verband met wijziging van de ondertekening.
Kamerstuk 2007-2008 KST118237Kamerstuk 2007-2008 KST118255
Kamerstuk 2007-2008 KST118236
Agenda 2007-2008 OVG1477
Kamerstuk 2007-2008 KST118238
Agenda 2007-2008 OVG1475
Agenda 2007-2008 OVG1472
Agenda 2007-2008 OVG1470
Agenda 2007-2008 OVG1468
Agenda 2007-2008 OVG1466
Bijlage BLG14496
Kamerstuk 2007-2008 KST114314
Bijlage BLG13094
Bijlage BLG13099
Bijlage BLG13092
Bijlage BLG13098
Bijlage BLG13091
Bijlage BLG13096
Bijlage BLG13097
Bijlage BLG13095
Bijlage BLG13093
Bijlage BLG13100
Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie van Richtlijn nr. 06/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 (de richtlijn dataretentie). De bewaarplicht beoogt te garanderen dat de te bewaren gegevens beschikbaar zijn voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige misdrijven. Er worden regels gesteld voor de verplichting tot bewaring van gegevens door de aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en aanbieders van openbare telecommunicatiediensten, de te bewaren gegevens, de bewaartermijnen en de bescherming en beveiliging van de bewaarde gegevens. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de maatregelen ter beveiliging en vernietiging van, en de toegang tot, de gegevens. De gegevens die bewaard moeten worden betreffen gegevens die nodig zijn om de bron van een communicatie te traceren, de bestemming van een communicatie te identificeren, de datum, het tijdstip en de duur van een communicatie te bepalen, het type communicatie te bepalen, de communicatieapparatuur of de vermoedelijke communicatieapparatuur van de gebruikers te identificeren en de locatie van mobiele communicatieapparatuur te bepalen. De bewaartermijn wordt op 18 maanden gesteld. Er zijn geen afzonderlijke bepaling over de toegang tot de bewaarde gegevens opgenomen. In de huidige wetgeving staan al de nodige regels over de toegang tot telecommunicatiegegevens ten behoeve van de opsporing en vervolging van strafbare feiten. De bevoegdheden voor het opvragen van gegevens worden niet uitgebreid. Dit betekent dat te bewaren gegevens slechts in afzonderlijke gevallen, indien aan de wettelijke eisen wordt voldaan, beschikbaar kunnen komen voor politie en justitie. De gegevens zijn niet breed toegankelijk voor de opsporing. Ook zijn er geen afzonderlijke bepalingen opgenomen over gegevensbescherming en -beveiliging. De Wet beschermingpersoonsgegevens en de aanvulling hierop in de Telecommunicatiewet geven voldoende bescherming. Wel wordt duidelijk gemaakt dat de gegevens uitsluitend worden opgeslagen voor de bestrijding van ernstige misdrijven. Hierdoor kunnen de betreffende gegevens niet verder worden verwerkt ten behoeve van zakelijke doeleinden van de aanbieders. De gegevens zijn beschikbaar bij de aanbieders. De wet stelt geen termijnen waarop de gegevens beschikbaar moeten zijn voor de bevoegde autoriteiten. Het begrip onverwijld uit de richtlijn wordt opgevat als 'zo spoedig als de inrichting van de bedrijfsvoering en de stand der techniek van het betreffende bedrijf dat mogelijk maakt'. Het toezicht op de naleving van de wet komt bij het ministerie van Economische Zaken te liggen.
Kamerstuk 2006-2007 KST110102Kamerstuk 2006-2007 KST110104
Kamerstuk 2006-2007 KST110106
Kamerstuk 2006-2007 KST110101
Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie van Richtlijn nr. 06/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 (de richtlijn dataretentie). De bewaarplicht beoogt te garanderen dat de te bewaren gegevens beschikbaar zijn voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige misdrijven. Er worden regels gesteld voor de verplichting tot bewaring van gegevens door de aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken en aanbieders van openbare telecommunicatiediensten, de te bewaren gegevens, de bewaartermijnen en de bescherming en beveiliging van de bewaarde gegevens. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de maatregelen ter beveiliging en vernietiging van, en de toegang tot, de gegevens. De gegevens die bewaard moeten worden betreffen gegevens die nodig zijn om de bron van een communicatie te traceren, de bestemming van een communicatie te identificeren, de datum, het tijdstip en de duur van een communicatie te bepalen, het type communicatie te bepalen, de communicatieapparatuur of de vermoedelijke communicatieapparatuur van de gebruikers te identificeren en de locatie van mobiele communicatieapparatuur te bepalen. De bewaartermijn wordt op 18 maanden gesteld. Er zijn geen afzonderlijke bepaling over de toegang tot de bewaarde gegevens opgenomen. In de huidige wetgeving staan al de nodige regels over de toegang tot telecommunicatiegegevens ten behoeve van de opsporing en vervolging van strafbare feiten. De bevoegdheden voor het opvragen van gegevens worden niet uitgebreid. Dit betekent dat te bewaren gegevens slechts in afzonderlijke gevallen, indien aan de wettelijke eisen wordt voldaan, beschikbaar kunnen komen voor politie en justitie. De gegevens zijn niet breed toegankelijk voor de opsporing. Ook zijn er geen afzonderlijke bepalingen opgenomen over gegevensbescherming en -beveiliging. De Wet beschermingpersoonsgegevens en de aanvulling hierop in de Telecommunicatiewet geven voldoende bescherming. Wel wordt duidelijk gemaakt dat de gegevens uitsluitend worden opgeslagen voor de bestrijding van ernstige misdrijven. Hierdoor kunnen de betreffende gegevens niet verder worden verwerkt ten behoeve van zakelijke doeleinden van de aanbieders. De gegevens zijn beschikbaar bij de aanbieders. De wet stelt geen termijnen waarop de gegevens beschikbaar moeten zijn voor de bevoegde autoriteiten. Het begrip onverwijld uit de richtlijn wordt opgevat als 'zo spoedig als de inrichting van de bedrijfsvoering en de stand der techniek van het betreffende bedrijf dat mogelijk maakt'. Het toezicht op de naleving van de wet komt bij het ministerie van Economische Zaken te liggen.
Kamerstuk 2006-2007 KST110103Kamerstuk 2006-2007 KST110105