Laatste documenten binnen dossier 31831


28-01-2009

KST127314 Voorstel van wet van het lid Arib tot wijziging van de Wet Nationale ombudsman in verband met de instelling van de Kinderombudsman (Wet Kinderombudsman); Nota van verbetering

Bij de ondertekening van het voorstel van wet wordt de minister van Justitie vervangen door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Kamerstuk 2008-2009 KST127314

21-01-2009

KST127108 Voorstel van wet van het lid Arib tot wijziging van de Wet Nationale ombudsman in verband met de instelling van de Kinderombudsman (Wet Kinderombudsman); Geleidende brief

[Herdruk in verband met het corrigeren van een spellingsfout in het oorsponkelijk verschenen stuk (KST126614).]

Kamerstuk 2008-2009 KST127108

KST127108 Voorstel van wet van het lid Arib tot wijziging van de Wet Nationale ombudsman in verband met de instelling van de Kinderombudsman (Wet Kinderombudsman); Geleidende brief

[Herdruk in verband met het corrigeren van een spellingsfout in het oorsponkelijk verschenen stuk (KST126614).]

Kamerstuk 2008-2009 KST127108

06-01-2009

KST126614 Voorstel van wet van het lid Arib tot wijziging van de Wet Nationale ombudsman in verband met de instelling van de Kinderombudsman (Wet Kinderombudsman); Geleidende brief

Kamerstuk 2008-2009 KST126614

KST126616 Voorstel van wet van het lid Arib tot wijziging van de Wet Nationale ombudsman in verband met de instelling van de Kinderombudsman (Wet Kinderombudsman); Memorie van toelichting

De Tweede Kamer heeft met ruime meerderheid de motie Arib/Ravestein (kamerstuk 26816, nr. 7) aangenomen, waarin de regering gevraagd werd te komen tot instelling van een Kinderombudsman. De regering heeft aangegeven in een reactie op de motie, dat de in de motie genoemde taken in Nederland reeds worden uitgevoerd. Tweede Kamerlid Arib, de indiener van dit initiatiefwetsvoorstel, deelt de analyse van de regering niet en heeft het initiatief genomen zelf opnieuw met een voorstel te komen. Daarbij is gekozen voor het laten aanhaken van de Kinderombudsman bij het bureau van de Nationale ombudsman in plaats van het oprichten van een zelfstandig instituut voor de Kinderombudsman zoals voorgenomen in het eerdere voorstel van wet tot instelling van een Kinderombudsman (kamerstukken 28102). Voor de indiener speelt een aantal ontwikkelingen een rol, die aanleiding zijn om in Nederland te komen tot de instelling van een onafhankelijke Kinderombudsman. Deze ontwikkelingen zijn de verplichtingen die Nederland op zich heeft genomen met de ondertekening van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind en de aanbevelingen van het VN-Comité naar aanleiding van de rapportage van Nederland over de voortgang van de implementatie van het kinderrechtenverdrag, de internationale ontwikkeling op het gebied van de Kinderombudsman en ervaringen in Nederland met kinderombudswerk. Ook de wijze waarop in Nederland het klachtrecht in de jeugdzorg is georganiseerd en wordt uitgevoerd is een belangrijke aanleiding.

Kamerstuk 2008-2009 KST126616

KST126615 Voorstel van wet van het lid Arib tot wijziging van de Wet Nationale ombudsman in verband met de instelling van de Kinderombudsman (Wet Kinderombudsman); Voorstel van wet

De Tweede Kamer heeft met ruime meerderheid de motie Arib/Ravestein (kamerstuk 26816, nr. 7) aangenomen, waarin de regering gevraagd werd te komen tot instelling van een Kinderombudsman. De regering heeft aangegeven in een reactie op de motie, dat de in de motie genoemde taken in Nederland reeds worden uitgevoerd. Tweede Kamerlid Arib, de indiener van dit initiatiefwetsvoorstel, deelt de analyse van de regering niet en heeft het initiatief genomen zelf opnieuw met een voorstel te komen. Daarbij is gekozen voor het laten aanhaken van de Kinderombudsman bij het bureau van de Nationale ombudsman in plaats van het oprichten van een zelfstandig instituut voor de Kinderombudsman zoals voorgenomen in het eerdere voorstel van wet tot instelling van een Kinderombudsman (kamerstukken 28102). Voor de indiener speelt een aantal ontwikkelingen een rol, die aanleiding zijn om in Nederland te komen tot de instelling van een onafhankelijke Kinderombudsman. Deze ontwikkelingen zijn de verplichtingen die Nederland op zich heeft genomen met de ondertekening van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind en de aanbevelingen van het VN-Comité naar aanleiding van de rapportage van Nederland over de voortgang van de implementatie van het kinderrechtenverdrag, de internationale ontwikkeling op het gebied van de Kinderombudsman en ervaringen in Nederland met kinderombudswerk. Ook de wijze waarop in Nederland het klachtrecht in de jeugdzorg is georganiseerd en wordt uitgevoerd is een belangrijke aanleiding.

Kamerstuk 2008-2009 KST126615