Handeling 2009-2010 HAN8570A15
Agenda 2009-2010 OVG1630
Agenda 2009-2010 OVG1629
Kamerstuk 2009-2010 KST141921
Kamerstuk 2009-2010 KST141883
Agenda 2009-2010 OVG1627
Kamerstuk 2009-2010 KST140137
Kamerstuk 2009-2010 KST136256
Kamerstuk 2008-2009 KST134472
Kamerstuk 2008-2009 KST134471
Kamerstuk 2008-2009 KST134473
Bij de ondertekening van het voorstel van wet wordt de minister van Justitie vervangen door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Kamerstuk 2008-2009 KST127314[Herdruk in verband met het corrigeren van een spellingsfout in het oorsponkelijk verschenen stuk (KST126614).]
Kamerstuk 2008-2009 KST127108[Herdruk in verband met het corrigeren van een spellingsfout in het oorsponkelijk verschenen stuk (KST126614).]
Kamerstuk 2008-2009 KST127108Kamerstuk 2008-2009 KST126614
De Tweede Kamer heeft met ruime meerderheid de motie Arib/Ravestein (kamerstuk 26816, nr. 7) aangenomen, waarin de regering gevraagd werd te komen tot instelling van een Kinderombudsman. De regering heeft aangegeven in een reactie op de motie, dat de in de motie genoemde taken in Nederland reeds worden uitgevoerd. Tweede Kamerlid Arib, de indiener van dit initiatiefwetsvoorstel, deelt de analyse van de regering niet en heeft het initiatief genomen zelf opnieuw met een voorstel te komen. Daarbij is gekozen voor het laten aanhaken van de Kinderombudsman bij het bureau van de Nationale ombudsman in plaats van het oprichten van een zelfstandig instituut voor de Kinderombudsman zoals voorgenomen in het eerdere voorstel van wet tot instelling van een Kinderombudsman (kamerstukken 28102). Voor de indiener speelt een aantal ontwikkelingen een rol, die aanleiding zijn om in Nederland te komen tot de instelling van een onafhankelijke Kinderombudsman. Deze ontwikkelingen zijn de verplichtingen die Nederland op zich heeft genomen met de ondertekening van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind en de aanbevelingen van het VN-Comité naar aanleiding van de rapportage van Nederland over de voortgang van de implementatie van het kinderrechtenverdrag, de internationale ontwikkeling op het gebied van de Kinderombudsman en ervaringen in Nederland met kinderombudswerk. Ook de wijze waarop in Nederland het klachtrecht in de jeugdzorg is georganiseerd en wordt uitgevoerd is een belangrijke aanleiding.
Kamerstuk 2008-2009 KST126616De Tweede Kamer heeft met ruime meerderheid de motie Arib/Ravestein (kamerstuk 26816, nr. 7) aangenomen, waarin de regering gevraagd werd te komen tot instelling van een Kinderombudsman. De regering heeft aangegeven in een reactie op de motie, dat de in de motie genoemde taken in Nederland reeds worden uitgevoerd. Tweede Kamerlid Arib, de indiener van dit initiatiefwetsvoorstel, deelt de analyse van de regering niet en heeft het initiatief genomen zelf opnieuw met een voorstel te komen. Daarbij is gekozen voor het laten aanhaken van de Kinderombudsman bij het bureau van de Nationale ombudsman in plaats van het oprichten van een zelfstandig instituut voor de Kinderombudsman zoals voorgenomen in het eerdere voorstel van wet tot instelling van een Kinderombudsman (kamerstukken 28102). Voor de indiener speelt een aantal ontwikkelingen een rol, die aanleiding zijn om in Nederland te komen tot de instelling van een onafhankelijke Kinderombudsman. Deze ontwikkelingen zijn de verplichtingen die Nederland op zich heeft genomen met de ondertekening van het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind en de aanbevelingen van het VN-Comité naar aanleiding van de rapportage van Nederland over de voortgang van de implementatie van het kinderrechtenverdrag, de internationale ontwikkeling op het gebied van de Kinderombudsman en ervaringen in Nederland met kinderombudswerk. Ook de wijze waarop in Nederland het klachtrecht in de jeugdzorg is georganiseerd en wordt uitgevoerd is een belangrijke aanleiding.
Kamerstuk 2008-2009 KST126615