Laatste documenten binnen dossier 23706


06-11-2007

KST111698 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief staatssecretaris met reactie op motie inzake verhogen leeftijdsgrens doorwerken notarissen

Tijdens het Algemeen Overleg op 23 mei 2007 (23706, nr. 67) is aan de minister van Justitie gevraagd hoe deze erover denkt om de mogelijkheid te scheppen voor de notaris om door te werken na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Hierop heeft deze geantwoord de kwestie te zullen betrekken bij de verdere discussie over de aanbevelingen van de commissie Hammerstein. Tevens is door mevrouw Van Vroonhoven-Kok een motie ingediend waarin de regering is verzocht concrete voorstellen te doen om te leeftijdsgrens voor defungeren te schrappen of te verhogen tot 70 jaar. De bij de - op 30 mei aangenomen - motie behorende overwegingen bevatten de veronderstellingen dat de aanwas van jonge notarissen te wensen over laat en dat een tekort aan notarissen dreigt. In onderhavige brief geeft staatssecretaris Albayrak (Jus) een nadere reactie op de motie. Hierin betrekt ze ook de uitkomsten van consultatie van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) over dit onderwerp.

Kamerstuk 2007-2008 KST111698

29-12-2004

BLG3722 Eerste Trendrapportage Notariaat

Bijlage BLG3722

24-11-2004

KST81374 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief minister over het toezicht op het notariaat

Minister Donner (Jus) gaat in deze brief in op het toezicht op de kwaliteit en integriteit van de beroepsuitoefening. Dat toezicht wordt uitgeoefend door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en het Bureau Financieel Toezicht (BFT). Tevens gaat hij in op de maatregelen die hij op dit gebied wil nemen.

Kamerstuk 2004-2005 KST81374

25-05-2004

KST76336 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief minister over evaluatie van de Wet op het notarisambt, toezicht op het notariaat, trendrapportages, notaris in loondienst en notaristarieven

In 1999 is de Wet op het Notarisambt van kracht geworden. Doel van de wet is te bevorderen dat door middel van (meer) concurrentie lage(re) tarieven, betere kwaliteit en innovatie van de dienstverlening ontstaan. Minister Donner (Jus) gaat in deze brief in op het dilemma van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de notaris versus zijn/haar commerciële belangen als ondernemer. Verder bespreekt de minister het toezicht op het notariaat. Ook is hij van plan één keer in de twee jaar middels een trendrapportage 'Staat van de notariële rechtspraktijk' de ontwikkelingen in de praktijk van de notariële beroepsuitoefening weer te geven. Naar aanleiding van de motie-De Vries c.s. (kamerstuk 23706, nr. 52) heeft de minister met de Koninklijke Notariële Broederschap overleg gevoerd over de communicatie tussen notaris en consument over de tarieven en over een goede klachtenregeling voor declaraties. Tenslotte gaat de minister in op de conclusie van de werkgroep notaris in loondienst dat door de introductie van de notaris in loondienst het notarisberoep aan aantrekkingskracht kan winnen.

Kamerstuk 2003-2004 KST76336

07-07-2003

KST69102 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Motie inzake openbaarheid van notaristarieven, alsmede over instelling klachtenregeling declaraties notariskantoren

Nu de notariële tarieven per 1 juli 2003 ook voor de onroerendgoedpraktijk volledig vrij zijn, vragen indieners om gespecificeerde openbaarheid van de door notariskantoren gehanteerde tarieven, alsmede om het instellen van een onafhankelijke klachtenregeling voor declaraties van notariskantoren.

Kamerstuk 2002-2003 KST69102

03-04-2003

KST67350 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief minister over een overgangsregeling notariële tarieven

De vaste commissie voor Justitie heeft de minister van Justitie gevraagd de werkingsduur van het Tijdelijke besluit notariële tarieven onroerendgoedpraktijk te verlengen tot 1 juli 2003, om zo te bewerkstelligen dat de bandbreedtes, zoals vastgesteld in de Tijdelijke regeling notariële tarieven onroerendgoedpraktijk 2001, tot 1 juli 2003 zullen blijven gelden. Minister Donner (Jus) reageert in deze brief op dat verzoek en deelt mee dat hij zal bevorderen dat zo snel mogelijk een algemene maatregel van bestuur tot stand zal worden gebracht, die ertoe strekt dat de huidige bandbreedtetarieven tot 1 juli 2003 zullen gelden.

Kamerstuk 2002-2003 KST67350

20-03-2003

KST67120 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief minister over een overgangsregeling van de notariële tarieven

De vaste commissie voor Justitie heeft minister Donner (Jus) gevraagd wat betreft de overgangsregeling van de notariële tarieven geen onomkeerbare stappen te ondernemen (zie de bijlage bij dit kamerstuk). Minister Donner reageert hier in deze brief op en deelt mee dat met het expireren van de overgangsregeling per 31 maart 2003 de notariële tarieven voor onroerendgoedtransacties van rechtswege (automatisch) vrij zijn.

Kamerstuk 2002-2003 KST67120

17-09-2002

KST63258 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief minister inzake interdisciplinaire samenwerking door notarissen met advocaten en fiscaal juristen

Minister Donner (Jus) informeert de Tweede Kamer over het feit dat de Koninklijke Notariële Broederschap te kennen heeft gegeven de bestaande verordening inzake interdisciplinaire samenwerking door notarissen met advocaten en fiscaal juristen nog een jaar te willen laten gelden.

Kamerstuk 2001-2002 KST63258

19-04-2002

KST61120 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief minister over het verlengen van de overgangsperiode naar volledig vrije tarieven met maximaal zes maanden

In onderhavige brief informeert minister Korthals (Jus) de Kamer over zijn voornemen een algemene maatregel van bestuur te bevorderen die ertoe leidt dat de wettelijke overgangsperiode naar volledig vrije tarieven met maximaal zes maanden wordt verlengd. Het derde rapport van de monitorcommissie, dat zijns inziens nodig is voor een zorgvuldige besluitvorming, verschijnt namelijk niet, zoals de minister aannam, in mei, maar in de loop van september 2002, waardoor de datum van 1 oktober 2002, die aanvankelijk voorzien was voor volledige vrijlating van de tarieven, niet gehaald wordt.

Kamerstuk 2001-2002 KST61120

19-09-2001

KST55369 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief staatssecretaris naar aanleiding van de rapportage van de Commissie monitoring notariaat

In de rapportage, die op 26 juli 2001 aan de Tweede Kamer is aangeboden, beschrijft de commissie haar bevindingen van het tweede jaar van monitoring van de Wet op het notarisambt, waarin de tarieven stapsgewijs worden vrijgelaten. In vervolg op de rapportage biedt staatssecretaris Kalsbeek (Jus) in deze brief de Tijdelijke regeling notariële tarieven onroerendgoedpraktijk 2001 aan. Hierin is de voorgenomen verruiming van de bandbreedtes voor de tariefstelling in de onroerendgoedpraktijk uitgewerkt. In deze brief gaat zij nader in op de bevindingen van de commissie. Voorts licht zij haar voornemens tot aanpassing van de tarieven nader toe.

Kamerstuk 2000-2001 KST55369

11-07-2001

KST54528 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief staatssecretaris met tijdschema dat ertoe moet leiden dat per 1 oktober 2001 een besluit over de nieuwe tariefregeling in werking treedt

De Commissie monitoring notariaat heeft de taak gedurende de drie jaar durende overgangsperiode naar vrije notariële tarieven over de gevolgen daarvan te rapporteren. Staatssecretaris Kalsbeek (Jus) deelt in onderhavige brief mee dat de Commissie er niet in slaagt voor het einde van het zomerreces rapport uit te brengen. Gevolg is een strak tijdschema, om ervoor te zorgen dat per 1 oktober 2001 een besluit over de nieuwe tariefregeling in werking treedt. Het huidige besluit expireert op 30 september 2001.

Kamerstuk 2000-2001 KST54528

25-08-2000

KST47553 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief staatssecretaris over verdere verruiming van de bandbreedtes voor de tarieven in de onroerendgoedpraktijk in het komende jaar

Staatssecretaris Cohen (Jus) biedt de Tweede Kamer de Tijdelijke Regeling notariële tarieven onroerendgoedpraktijk 2000 aan. Deze regeling is niet in dit kamerstuk opgenomen. In deze regeling is de voorgenomen verruiming van de bandbreedtes voor de tariefstelling in de onroerendgoedpraktijk in het komende jaar uitgewerkt. Daarnaast gaat staatssecretaris Cohen in deze brief nader in op de rapportage van de Commissie monitoring notariaat, waarin de commissie haar bevindingen beschrijft van het eerste jaar van monitoring van de overgangsperiode van 3 jaar na de inwerkingtreding van de Wet op het notarisambt (1 oktober 1999) waarin de tarieven van het notariaat stapsgewijs worden vrijgelaten. De rapportage geeft een gunstig beeld van het notariaat in de overgangsperiode. Met het oog hierop kunnen de bandbreedtes voor tariefstelling van notariële diensten verder worden verruimd.

Kamerstuk 1999-2000 KST47553

15-06-2000

KST46381 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief staatssecretaris met informatie over verschijnen rapportage over effecten Wet notarisambt i.v.m. ontwerpbesluit nieuwe tariefregeling

In onderhavige brief geeft staatssecretaris Cohen aan dat, aangezien de jaarlijkse rapportage van de Commissie mnnitoring notariaat over de effecten van de Wet op het notarisambt pas in juli verwacht wordt, het ontwerpbesluit over de nieuwe tariefregeling pas in de loop van augustus aan de Kamer kan worden toegezonden.

Kamerstuk 1999-2000 KST46381

08-10-1999

KST40812 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief staatssecretaris bij het rapport "Interdisciplinaire samenwerking door notarissen"

Staatssecretaris Cohen (Justitie) stuurt de Tweede Kamer het ambtelijke rapport "Interdisciplinaire samenwerking door notarissen", opgesteld ter voorbereiding van de uitvoering van de motie-De Jong (Kamerstuk 23706, nr. 29), over de wenselijkheid van interdisciplinaire samenwerking door notarissen, met name in het licht van de naamvoering en de mogelijkheid van winstdeling. Het gaat om samenwerking met advocaten, fiscaaljuristen en accountants.

Kamerstuk 1999-2000 KST40812

11-08-1999

KST36614 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief staatssecretaris over de tijdelijke regeling notariele tarieven onroerendgoedpraktijk 1999

Staatssecretaris Cohen (Jus) heeft op 3 mei 1999 (kamerstuk 23706, nr. 35) de concept-overgangsregeling voor de overgang van het stelsel van vaste tarieven naar een stelsel van vrije tarieven voor notariele diensten in de onroerendgoedpraktijk naar de Tweede Kamer gezonden. Bij de Koninklijke Notariele Beroepsorganisatie (KNB) zijn hierop reacties binnengekomen van individuele notarissen, waaruit is gebeleken dat bij enkele waarde-intervallen het maximumtarief voor een aantal akten binnen die intervallen lager is dan het huidige KNB-tarief. Daarom zijn in de concept-regeling wijzigingen aangebracht in de intervallen. De regeling is nu ondertekend door staatssecretaris Cohen en door minister Jorritsma (EZ) en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Kamerstuk 1998-1999 KST36614

12-07-1999

KST36318 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief staatssecretaris over de wenselijkheid van interdisciplinaire samenwerking door notarissen

Staatssecretaris Cohen (Justitie) bespreekt de reikwijdte van artikel 18 van de nieuwe Wet op het notarisambt, in antwoord op een motie van het kamerlid G. de Jong c.s. (23706, nr. 29). Het eerste lid van artikel 18 bepaalt dat de notaris een samenwerkingsverband kan aangaan met beoefenaren van een ander beroep, mits zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid niet wordt beinvloed.

Kamerstuk 1998-1999 KST36318

11-05-1999

KST35037 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief staatssecretaris over de tijdelijke regeling notariële tarieven onroerendgoedpraktijk 1999 en monitoring tijdens overgangsperiode

Staatssecretaris Cohen (Jus) gaat in op de concept-overgangsregeling voor de overgang van het stelsel van vaste tarieven naar een stelsel van vrije tarieven voor notariële diensten in de onroerendgoedpraktijk en op de opzet van de monitoring tijdens de overgangsperiode. Door zowel de wet als de regeling op 1 oktober 1999 in te laten gaan (drie maanden later dan gepland) kan een betere kwaliteit van de monitoring worden bereikt.

Kamerstuk 1998-1999 KST35037

07-04-1999

HAN6695A03 Behandeling van het wetsvoorstel Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt) (23706).

Handeling 1998-1999 HAN6695A03

HAN6695N Noot 1: notitie van de plaatsvervangend griffier de heer Nieuwenhuizen aan het College van Senioren over de betekenis en de consequenties van artikel 85 van de Grondwet, genoemd tijdens de behandeling van het voorstel van Wet op het notarisambt (23706); Noot 2: Overzicht partijenbestand bij het Conventionale Wapensverdrag en bijbehorende Protocollen, en bij het anti-personeelsmijnenverdrag (stand tot en met 12 maart 1999), genoemd tijdens de behandeling van het voorstel van rijkswet Goedkeuring van het op 18 september 1997 te Oslo totstandgekomen Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van anti-personeelsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens (26137)

Handeling 1998-1999 HAN6695N

HAN6695A06 Voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt) (23706).

Handeling 1998-1999 HAN6695A06

17-03-1999

KST33994 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Verslag algemeen overleg op 3 maart 1999 over de tarieven notariaat en het wetsvoorstel

Stenografisch verslag van het overleg van de vaste commissies voor Justitie en voor Economische Zaken met staatssecretaris Cohen (Jus) en minister Joritsma (EZ) op 3 maart 1999, over de tarieven notariaat en het wetsvoorstel.

Kamerstuk 1998-1999 KST33994

27-01-1999

KST33341 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief staatssecretaris over uitvoering van de overgangsregeling van artikel 127, tweede en derde lid (overgang naar vrije tariefsvorming)

Staatssecretaris Cohen (Jus) geeft aan wat de inhoud zal zijn van de ministeriële regeling ex artikel 127, tweede en derde lid, van de Wet op het notarisambt. Het betreft de geleidelijke overgang naar een vrije tariefsvorming: bij ministeriële regeling zullen gedurende drie jaar na inwerkingtreding van de wet jaarlijks tarieven worden vastgesteld ter bepaling van het honorarium dat de notaris de cliënt in rekening brengt. Tevens geeft hij aan hoe de monitoring zal plaatsvinden. Op basis van de monitoring kan beslist worden of het verantwoord is in een volgend jaar de bandbreedtes te verruimen en welke parameters daarbij gebruikt zullen worden. Een voorbeeld van een parameter is: de mate van afname van diensten door diverse gebruikers. Bij elke parameter wordt aangegeven wat de bronnen voor de gegevens hierover zijn, bijvoorbeeld marktonderzoek of gegevens van een bepaalde organisatie.

Kamerstuk 1998-1999 KST33341

25-11-1998

KST32190 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Nadere memorie van antwoord

In deze nadere memorie van antwoord reageert staatssecretaris Cohen (Jus) op vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Justitie, onder andere over de regeling met betrekking tot derdengelden (derdenrekening), de tarieven, het toezicht en de tuchtrechtspraak, de evaluatie van de wet.

Kamerstuk 1998-1999 KST32190

02-07-1998

KST30419 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Memorie van antwoord

In deze memorie van antwoord gaat staatssecretaris Schmitz (Jus) in op vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Justitie, met name over de tarieven, het toezicht en de tuchtrechtspraak.

Kamerstuk 1997-1998 KST30419

03-06-1998

OVG373 Agenda Eerste Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1997-1998 OVG373

15-04-1998

KST28881 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Amendement inzake vaststelling van de tarieven in de overgangsperiode bij algemene maatregel van bestuur

Kamerstuk 1997-1998 KST28881

KST28877 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Amendement inzake verduidelijking van de omschrijving van de taak van de KNB als publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie

Kamerstuk 1997-1998 KST28877

KST28879 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Amendement inzake jaarlijkse rapportage door de minister over de effecten van de wet

Kamerstuk 1997-1998 KST28879

KST28880 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Amendement over het vastleggen in het wetsvoorstel van de verordeningsbevoegdheden van de toekomstige PBO

Kamerstuk 1997-1998 KST28880

KST28878 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Gewijzigd amendement over een overgangstermijn voor vrije tariefsvorming van ten minste drie jaar en ten hoogste vijf jaar

Kamerstuk 1997-1998 KST28878

18-03-1998

KST28066 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Derde nota van wijziging

de artikelen waarin bepaald is dat het Bureau Financieel Toezicht een zelfstandig bestuursorgaan is (of artikelen die daarmee samenhangen) moeten in overeenstemming worden gebracht met de Aanwijzingen inzake zelfstandige bestuursorganen (§ 4.5a van de Aanwijzingen van de regelgeving).

Kamerstuk 1997-1998 KST28066

22-09-1997

KST23724 Wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 19 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt); Brief van de vaste commissie voor Justitie met verzoek om reactie op commentaar van Koninklijke Notariële Broederschap

De vaste commissie voor Justitie verzoekt de staatssecretaris van Justitie uiterlijk 10 oktober 1997 te reageren op die opmerkingen in het eerste technisch commentaar van de Koninklijke Notariële Broederschap waarop zij nog niet heeft gereageerd.

Kamerstuk 1996-1997 KST23724