Betreft verkoop van aandelen PinkRoccade N.V. (26,1%) door de Staat der Nederlanden aan bankensyndicaat onder leiding van ABN AMRO Rothschild. PinkRoccade is sindsdien genoteerd op de effectenbeurs (Amsterdam Exchanges N.V.). De brief van de ministers Van Boxtel (GSI) en Zalm (Fin) geeft een verslag van de hoofdpunten van de beursgang, alsmede een nadere analyse.
Kamerstuk 1999-2000 KST41746Kamerstuk 1997-1998 KST27237
Betreft o.a. een verslag van de onderhandelingen met Getronics NV.
Kamerstuk 1997-1998 KST26903Handeling 1995-1996 HAN4440
Kamerstuk 1995-1996 KST14548
Handeling 1995-1996 HAN4209
Kamerstuk 1995-1996 KST13976
Kamerstuk 1995-1996 KST13094
Kamerstuk 1995-1996 KST11404
Bij de oprichting van N.V. RCC voorheen Rijkscomputercentrum, thans genaamd Roccade Informatiegroep N.V., is het aandelenbezit volledig in handen van de Staat gebracht. Vanwege de essentiƫle taken die Roccade voor rijksoverheidsorganisaties vervult werd het noodzakelijk geoordeeld dat het Rijk invloed zou houden op de gang van zaken bij Roccade, o.a. door de verplichting van de Staat een meerderheidsbelang aan te houden (artikel 3, eerste lid) en een statutair gewaarborgd aanwijzingsrecht. Uit een evaluatie-onderzoek naar de verschillende aspecten van de verzelfstandiging, onder meer naar de mogelijkheid van verdere privatisering van Roccade, rees de vraag of het voorschrift van artikel 3, eerste lid, wel aan haar doel beantwoordt. Het aandeelhouderschap van de staat zou een ongestoorde dienstverlening door Roccade niet kunnen waarborgen. Het statutair vastgelegd aanwijzingsrecht is evenmin een passend instrument om een juiste uitvoering van activiteiten af te dwingen. Daarom is het kabinet tot de conclusie gekomen, dat eerst na ommekomst van een periode van circa 5 jaar na de verzelfstandiging (die in de tweede helft van 1995 verstrijkt) overgegaan zou moeten worden tot verdere privatisering van Roccade. Het is dus wenselijk dat de Staat de mogelijkheid heeft over te gaan tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van zijn deelneming in het kapitaal van de N.V. RCC. Tevens is het wenselijk de op dit punt neergelegde procedurele beperkingen van de beslissingsbevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken voor de toekomst op te heffen.
Kamerstuk 1995-1996 KST11408Kamerstuk 1995-1996 KST11405
Bij de oprichting van N.V. RCC voorheen Rijkscomputercentrum, thans genaamd Roccade Informatiegroep N.V., is het aandelenbezit volledig in handen van de Staat gebracht. Vanwege de essentiƫle taken die Roccade voor rijksoverheidsorganisaties vervult werd het noodzakelijk geoordeeld dat het Rijk invloed zou houden op de gang van zaken bij Roccade, o.a. door de verplichting van de Staat een meerderheidsbelang aan te houden (artikel 3, eerste lid) en een statutair gewaarborgd aanwijzingsrecht. Uit een evaluatie-onderzoek naar de verschillende aspecten van de verzelfstandiging, onder meer naar de mogelijkheid van verdere privatisering van Roccade, rees de vraag of het voorschrift van artikel 3, eerste lid, wel aan haar doel beantwoordt. Het aandeelhouderschap van de staat zou een ongestoorde dienstverlening door Roccade niet kunnen waarborgen. Het statutair vastgelegd aanwijzingsrecht is evenmin een passend instrument om een juiste uitvoering van activiteiten af te dwingen. Daarom is het kabinet tot de conclusie gekomen, dat eerst na ommekomst van een periode van circa 5 jaar na de verzelfstandiging (die in de tweede helft van 1995 verstrijkt) overgegaan zou moeten worden tot verdere privatisering van Roccade. Het is dus wenselijk dat de Staat de mogelijkheid heeft over te gaan tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van zijn deelneming in het kapitaal van de N.V. RCC. Tevens is het wenselijk de op dit punt neergelegde procedurele beperkingen van de beslissingsbevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken voor de toekomst op te heffen.
Kamerstuk 1995-1996 KST11409