Laatste documenten binnen dossier 24495


22-11-1999

KST41746 Wijziging van de Wet N.V. RCC in verband met de vervreemding van aandelen; Brief ministers met informatie over verloop privatisering: verkoop van pakket van aandelen van Staat in PinkRoccade N.V.

Betreft verkoop van aandelen PinkRoccade N.V. (26,1%) door de Staat der Nederlanden aan bankensyndicaat onder leiding van ABN AMRO Rothschild. PinkRoccade is sindsdien genoteerd op de effectenbeurs (Amsterdam Exchanges N.V.). De brief van de ministers Van Boxtel (GSI) en Zalm (Fin) geeft een verslag van de hoofdpunten van de beursgang, alsmede een nadere analyse.

Kamerstuk 1999-2000 KST41746

06-06-1996

OVG115 Agenda Eerste Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1995-1996 OVG115

15-05-1996

OVG110 Agenda Eerste Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1995-1996 OVG110

30-11-1995

KST11409 Wijziging van de Wet N.V. RCC in verband met de vervreemding van aandelen; Memorie van toelichting

Bij de oprichting van N.V. RCC voorheen Rijkscomputercentrum, thans genaamd Roccade Informatiegroep N.V., is het aandelenbezit volledig in handen van de Staat gebracht. Vanwege de essentiƫle taken die Roccade voor rijksoverheidsorganisaties vervult werd het noodzakelijk geoordeeld dat het Rijk invloed zou houden op de gang van zaken bij Roccade, o.a. door de verplichting van de Staat een meerderheidsbelang aan te houden (artikel 3, eerste lid) en een statutair gewaarborgd aanwijzingsrecht. Uit een evaluatie-onderzoek naar de verschillende aspecten van de verzelfstandiging, onder meer naar de mogelijkheid van verdere privatisering van Roccade, rees de vraag of het voorschrift van artikel 3, eerste lid, wel aan haar doel beantwoordt. Het aandeelhouderschap van de staat zou een ongestoorde dienstverlening door Roccade niet kunnen waarborgen. Het statutair vastgelegd aanwijzingsrecht is evenmin een passend instrument om een juiste uitvoering van activiteiten af te dwingen. Daarom is het kabinet tot de conclusie gekomen, dat eerst na ommekomst van een periode van circa 5 jaar na de verzelfstandiging (die in de tweede helft van 1995 verstrijkt) overgegaan zou moeten worden tot verdere privatisering van Roccade. Het is dus wenselijk dat de Staat de mogelijkheid heeft over te gaan tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van zijn deelneming in het kapitaal van de N.V. RCC. Tevens is het wenselijk de op dit punt neergelegde procedurele beperkingen van de beslissingsbevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken voor de toekomst op te heffen.

Kamerstuk 1995-1996 KST11409

KST11404 Wijziging van de Wet N.V. RCC in verband met de vervreemding van aandelen; Advies en nader rapport

Kamerstuk 1995-1996 KST11404

KST11408 Wijziging van de Wet N.V. RCC in verband met de vervreemding van aandelen; Voorstel van wet

Bij de oprichting van N.V. RCC voorheen Rijkscomputercentrum, thans genaamd Roccade Informatiegroep N.V., is het aandelenbezit volledig in handen van de Staat gebracht. Vanwege de essentiƫle taken die Roccade voor rijksoverheidsorganisaties vervult werd het noodzakelijk geoordeeld dat het Rijk invloed zou houden op de gang van zaken bij Roccade, o.a. door de verplichting van de Staat een meerderheidsbelang aan te houden (artikel 3, eerste lid) en een statutair gewaarborgd aanwijzingsrecht. Uit een evaluatie-onderzoek naar de verschillende aspecten van de verzelfstandiging, onder meer naar de mogelijkheid van verdere privatisering van Roccade, rees de vraag of het voorschrift van artikel 3, eerste lid, wel aan haar doel beantwoordt. Het aandeelhouderschap van de staat zou een ongestoorde dienstverlening door Roccade niet kunnen waarborgen. Het statutair vastgelegd aanwijzingsrecht is evenmin een passend instrument om een juiste uitvoering van activiteiten af te dwingen. Daarom is het kabinet tot de conclusie gekomen, dat eerst na ommekomst van een periode van circa 5 jaar na de verzelfstandiging (die in de tweede helft van 1995 verstrijkt) overgegaan zou moeten worden tot verdere privatisering van Roccade. Het is dus wenselijk dat de Staat de mogelijkheid heeft over te gaan tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van zijn deelneming in het kapitaal van de N.V. RCC. Tevens is het wenselijk de op dit punt neergelegde procedurele beperkingen van de beslissingsbevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken voor de toekomst op te heffen.

Kamerstuk 1995-1996 KST11408

KST11405 Wijziging van de Wet N.V. RCC in verband met de vervreemding van aandelen; Oorspronkelijke tekst

Kamerstuk 1995-1996 KST11405