Betreft mogelijke schending van het gelijkheidsbeginsel bij toepassing van tariefdifferentiatie in de OZB ten aanzien van zogenoemde "gemengdgebruik-objecten". Uit de bij de brief gevoegde reactie blijkt dat de getroffen regeling niet strijdig is met het gelijkheidsbeginsel. Minister Dijkstal ziet dan ook geen aanleiding tot het nemen van verdere beleidsinitiatieven.
Kamerstuk 1997-1998 KST25415Handeling 1996-1997 HAN5328
Handeling 1996-1997 HAN5330
Bevat geen vragen of opmerkingen.
Kamerstuk 1996-1997 KST18591Kamerstuk 1996-1997 KST18536
Kamerstuk 1996-1997 KST18537
Handeling 1996-1997 HAN5054
Handeling 1996-1997 HAN5051
Bevat de volledige tekst van het wetsvoorstel.
Kamerstuk 1996-1997 KST18135Agenda 1996-1997 OVG146
Dit amendement beoogt gemeenten de mogelijkheid te geven de lastenstijging in het gehele eerste woz-tijdvak te bevriezen op het niveau van 30% lastenstijging ten opzichte van 1996.
Kamerstuk 1996-1997 KST17920Kamerstuk 1996-1997 KST17919
Doel van dit amendement is de huidige verdeling van de lastendruk in de inkomstenbelasting op grond van het huurwaardeforfait zo dicht en gelijk mogelijk te benaderen en de systematiek van het huurwaardeforfait te vereenvoudigen. Dit amendement hangt samen met amendement 25 052, nr. 5 (Belastingplan 1997). Herdruk in verband met een correctie in onderdeel I.
Kamerstuk 1996-1997 KST17796Bevat het stenografisch verslag van het overleg van de vaste commissies voor Financiën en voor Binnenlandse Zaken met de staatssecretarissen Vermeend (Fin) en Van de Vondervoort (BiZa) op 4 november 1996.
Kamerstuk 1996-1997 KST17786Handeling 1996-1997 HAN4977
Verzoek om een tegemoetkoming voor de kosten voor kinderopvang voor buitenshuis werkende ouders.
Kamerstuk 1996-1997 KST17714Kamerstuk 1996-1997 KST17715
Doel van dit amendement is de huidige verdeling van de lastendruk in de inkomstenbelasting op grond van het huurwaardeforfait zo dicht en gelijk mogelijk te benaderen en de systematiek van het huurwaardeforfait te vereenvoudigen. Dit amendement hangt samen met amendement 25 052, nr. 5 (Belastingplan 1997).
Kamerstuk 1996-1997 KST17674Kamerstuk 1996-1997 KST17699
Kamerstuk 1996-1997 KST17628
Een tariefsdifferentiatie van 125% in plaats van 120% geeft de gemeenten een ruimere mogelijkheid om rekening te houden met de verschillende waardenontwikkelingen tussen woningen en niet-woningen.
Kamerstuk 1996-1997 KST17703Dit amendement beoogt met het nieuwe artikel 220i gemeenten de mogelijkheid te geven schoksgewijze ozb-verhogingen die het gevolg zijn van periodieke herwaardering van onroerende zaken, via een ingroei-variant te matigen.
Kamerstuk 1996-1997 KST17673Doel van dit amendement is een tweede tegenbewijsregeling voor de inkomstenbelasting in te voeren, vergelijkbaar met die voor de vermogensbelasting.
Kamerstuk 1996-1997 KST17701Met dit amendement wordt het onderdeel 'tariefdifferentiatie OZB' uit het wetsvoorstel gehaald.
Kamerstuk 1996-1997 KST17698Dit amendement beoogt gemeenten de mogelijkheid te geven schoksgewijze ozb-verhogingen die het gevolg zijn van de periodieke herwaardering van onroerende zaken via een ingroei-variant te matigen.
Kamerstuk 1996-1997 KST17702In deze nota van wijziging wordt de anticiperende aanpassing van het fiscaal procesrecht al per 1 januari 1997 geregeld.
Kamerstuk 1996-1997 KST17629Dit amendement beoogt gemeenten de mogelijkheid te geven schoksgewijze ozb-verhogingen die het gevolg zijn van de periodieke herwaardering van onroerende zaken via een ingroei-variant te matigen.
Kamerstuk 1996-1997 KST17704Kamerstuk 1996-1997 KST17244
Kamerstuk 1996-1997 KST17155
Kamerstuk 1996-1997 KST16861
gemeenten krijgen de mogelijkheid een tariefdifferentiatie aan te brengen in de onroerendezaakbelastingen en de roerende woon- en bedrijfsruimtenbelastingen. Er wordt voortaan gebruik gemaakt van één WOZ-waarde per onroerende zaak in plaats van verschillende wijzen van waardebepaling voor de diverse belastingen. Begin 1997 wordt de WOZ-waarde voor elke in Nederland gelegen onroerende zaak per beschikking formeel vastgesteld. De wijzigingen in de Gemeentewet en Waterschapswet betreffen de vervanging van de huidige waarderingsregel (de waarde in het economische verkeer) door de WOZ-waarde. Daarmee samenhangend zijn regels opgenomen ingeval geen of een niet-adequate WOZ-waarde beschikbaar is. In de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de vermogensbelasting 1964 wordt de waarde van de eigen woning bepaald op de WOZ-waarde. In de periode 1997-2001 kunnen verschillende waardepeildata voorkomen. Als de waardepeildatum in 1995 ligt, blijft deze waarde zo voor genoemde periode; voor gemeenten met een waardepeildatum 1992, 1993 of 1994 wordt de WOZ-waarde bijgesteld met een per gemeente bepaald ophogingspercentage. De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt aangevuld met bepalingen waarin de doorwerking van wijzigingen in waardebeschikkingen uit hoofde van de Wet WOZ naar de verschillende belastingen wordt geregeld. De wijzigingen in de Wet WOZ betreffen onder meer enige technische aanvullingen. De inwerkingtreding van de wet is voorzien op 1 januari 1997, met uitzondering van de wijzigingen in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de vermogensbelasting 1964, die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Kamerstuk 1996-1997 KST16857Kamerstuk 1996-1997 KST16860
gemeenten krijgen de mogelijkheid een tariefdifferentiatie aan te brengen in de onroerendezaakbelastingen en de roerende woon- en bedrijfsruimtenbelastingen. Er wordt voortaan gebruik gemaakt van één WOZ-waarde per onroerende zaak in plaats van verschillende wijzen van waardebepaling voor de diverse belastingen. Begin 1997 wordt de WOZ-waarde voor elke in Nederland gelegen onroerende zaak per beschikking formeel vastgesteld. De wijzigingen in de Gemeentewet en Waterschapswet betreffen de vervanging van de huidige waarderingsregel (de waarde in het economische verkeer) door de WOZ-waarde. Daarmee samenhangend zijn regels opgenomen ingeval geen of een niet-adequate WOZ-waarde beschikbaar is. In de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de vermogensbelasting 1964 wordt de waarde van de eigen woning bepaald op de WOZ-waarde. In de periode 1997-2001 kunnen verschillende waardepeildata voorkomen. Als de waardepeildatum in 1995 ligt, blijft deze waarde zo voor genoemde periode; voor gemeenten met een waardepeildatum 1992, 1993 of 1994 wordt de WOZ-waarde bijgesteld met een per gemeente bepaald ophogingspercentage. De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt aangevuld met bepalingen waarin de doorwerking van wijzigingen in waardebeschikkingen uit hoofde van de Wet WOZ naar de verschillende belastingen wordt geregeld. De wijzigingen in de Wet WOZ betreffen onder meer enige technische aanvullingen. De inwerkingtreding van de wet is voorzien op 1 januari 1997, met uitzondering van de wijzigingen in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de vermogensbelasting 1964, die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Kamerstuk 1996-1997 KST16858