Handeling 1997-1998 HAN6592A05
Kamerstuk 1997-1998 KST29637
Minister Jorritsma-Lebbink (VW) meldt de Eerste Kamer de voortgang van de implementatie van de richtlijnen 95/18 en 95/19 in de andere Lid-Staten van de EU. Over de inhoud van de concept-nota 'De derde eeuw spoor' kan zij nog geen mededelingen doen, omdat de behandeling daarvan in de Ministerraad nog niet is afgerond.
Kamerstuk 1997-1998 KST29443Kamerstuk 1997-1998 KST27695
Handeling 1997-1998 HAN6545A8
Deze wijziging voorziet in de mogelijkheid om in de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 31, de bevoegdheid om bepaalde onderwerpen te regelen aan de minister te delegeren, zoals technische of gedetailleerde elementen van de regeling voor vaststelling van gebruiksvergoeding.
Kamerstuk 1997-1998 KST27456Kamerstuk 1997-1998 KST27414
Kamerstuk 1997-1998 KST27416
Kamerstuk 1997-1998 KST27413
Kamerstuk 1997-1998 KST27415
Handeling 1997-1998 HAN6542A2
Kamerstuk 1997-1998 KST27417
Verzoek om hierbij uit te gaan van het beginsel dat regulier reizigersvervoer in principe voorrang heeft op goederenvervoer.
Kamerstuk 1997-1998 KST27364De nota van wijziging vloeit voort uit bezwaar van de Europese Commissie tegen dit stelsel van rechtsbescherming. Aangezien aan de minister vergaande mogelijkheden tot beïnvloeding van deze instanties zijn toegekend, voldoet een administratief beroep op de minister niet meer aan het vereiste van onafhankelijkheid zoals voorgeschreven in richtlijn 95/19. Voorts is een informatieverplichting voor de lidstaten jegens de Europese Commissie vastgelegd in dit wetsvoorstel.
Kamerstuk 1997-1998 KST26992In deze nota naar aanleiding van het verslag gaat minister Jorritsma (VW) in op vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat.
Kamerstuk 1997-1998 KST24249Kamerstuk 1996-1997 KST22373
De in 1995 vastgestelde Europese richtlijnen 95/18/EG en 95/19/EG vormen een nadere uitwerking van richtlijn 91/440/EEG uit 1991 inzake versterking van het concurrentievermogen van de spoorwegondernemingen. Richtlijn 95/18/EG betreft het verlenen van exploitatievergunningen aan spoorwegondernemingen, met het oog op een uniforme en niet-discriminerende toepassing van toegangsrechten tot infrastructuur in de gehele gemeenschap. Richtlijn 95/19/EG betreft de toewijzing van infrastructuurcapaciteit en in samenhang daarmee het veiligheidsattest, alsmede de heffing van gebruiksrechten voor de infrastructuur. In de memorie van toelichting wordt ingegaan op de samenhang met het in 1995 tussen de Staat en de NS gemaakte afsprakenpakket "Over de wissel tussen markt en overheid", over de verzelfstandiging van de NS en de nieuwe relatie met de rijksoverheid.
Kamerstuk 1996-1997 KST21031Kamerstuk 1996-1997 KST21050
De in 1995 vastgestelde Europese richtlijnen 95/18/EG en 95/19/EG vormen een nadere uitwerking van richtlijn 91/440/EEG uit 1991 inzake versterking van het concurrentievermogen van de spoorwegondernemingen. Richtlijn 95/18/EG betreft het verlenen van exploitatievergunningen aan spoorwegondernemingen, met het oog op een uniforme en niet-discriminerende toepassing van toegangsrechten tot infrastructuur in de gehele gemeenschap. Richtlijn 95/19/EG betreft de toewijzing van infrastructuurcapaciteit en in samenhang daarmee het veiligheidsattest, alsmede de heffing van gebruiksrechten voor de infrastructuur. In de memorie van toelichting wordt ingegaan op de samenhang met het in 1995 tussen de Staat en de NS gemaakte afsprakenpakket "Over de wissel tussen markt en overheid", over de verzelfstandiging van de NS en de nieuwe relatie met de rijksoverheid.
Kamerstuk 1996-1997 KST21035