Kamerstuk 1997-1998 KST27775
Handeling 1997-1998 HAN6547A2
Kamerstuk 1997-1998 KST27516
Minister Zalm (Fin) gaat in deze nota in op opmerkingen en vragen uit het verslag van de vaste commissie voor Financiën over het wetsvoorstel. Aan de orde komen: internationaal toezicht, aanbeveling van het Bazels Comité en beleidsmatige wijzigingen.
Kamerstuk 1997-1998 KST26834Betreft wijziging van artikel I, onderdeel DD, over het weigeren van een ontheffing.
Kamerstuk 1997-1998 KST26835Kamerstuk 1997-1998 KST24242
Kamerstuk 1996-1997 KST22172
Betreft voorstellen tot wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 (Wtk 1992) als gevolg van aanbevelingen van het Bazelse Comité over het toezicht op internationaal opererende kredietinstellingen (vnl. versterking van het bedrijfseconomisch toezicht). De aanbevelingen betreffen: geconsolideerd toezicht, toestemming grensoverschrijdende vestiging en informatie-inwinning over grensoverschrijdende vestigingen. Naast de uitwerking van de aanbevelingen van het Bazelse Comité worden drie wijzigingen voorgesteld, omdat de Wtk 1992 in de dagelijkse toezichtpraktijk van De Nederlandsche Bank een enkele ongewenste uitwerking kent en niet altijd de ruimte biedt om een bepaalde prudentiële beleidslijn te volgen. Deze beleidsmatige wijzigingen betreffen: toegang tot het uitoefenen van het bedrijf van kredietinstelling in Nederland, staat van dienst van het hoofdkantoor, en richtlijnen van de Europese Unie.
Kamerstuk 1996-1997 KST22164Kamerstuk 1996-1997 KST22171
Betreft voorstellen tot wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 (Wtk 1992) als gevolg van aanbevelingen van het Bazelse Comité over het toezicht op internationaal opererende kredietinstellingen (vnl. versterking van het bedrijfseconomisch toezicht). De aanbevelingen betreffen: geconsolideerd toezicht, toestemming grensoverschrijdende vestiging en informatie-inwinning over grensoverschrijdende vestigingen. Naast de uitwerking van de aanbevelingen van het Bazelse Comité worden drie wijzigingen voorgesteld, omdat de Wtk 1992 in de dagelijkse toezichtpraktijk van De Nederlandsche Bank een enkele ongewenste uitwerking kent en niet altijd de ruimte biedt om een bepaalde prudentiële beleidslijn te volgen. Deze beleidsmatige wijzigingen betreffen: toegang tot het uitoefenen van het bedrijf van kredietinstelling in Nederland, staat van dienst van het hoofdkantoor, en richtlijnen van de Europese Unie.
Kamerstuk 1996-1997 KST22165