Laatste documenten binnen dossier 25456


08-09-1998

KST30834 Wijziging van de Wet Nationale ombudsman en de Wet openbaarheid van bestuur; Brief minister over toepassing van het kenbaarheidsvereiste

Minister Peper (BZK) gaat in op een opmerking van de heer Stoffelen op 16 juni 1998 over wellicht onjuiste toepassing van het kenbaarheidsvereiste ex art. 12, tweede lid, van de Wet Nationale ombudsman.

Kamerstuk 1997-1998 KST30834

11-06-1998

OVG377 Agenda Eerste Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1997-1998 OVG377

12-03-1998

OVG345 Agenda Eerste Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1997-1998 OVG345

12-02-1998

KST27454 Wijziging van de Wet Nationale ombudsman en de Wet openbaarheid van bestuur; Brief staatssecretaris over het onder de werking van de Wet nationale ombudsman brengen van instellingen van bijzonder onderwijs

In deze brief gaat staatssecretaris Kohnstamm (BiZa) in op een vraag van de heer Koekoek of het kabinet een principiƫle keuze heeft gemaakt om de instellingen van bijzonder onderwijs, privaatrechtelijke organisaties, onder de werking van de Wet Nationale ombudsman te brengen.

Kamerstuk 1997-1998 KST27454

06-02-1998

OVG332 Agenda Tweede Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1997-1998 OVG332

02-02-1998

OVG328 Agenda Tweede Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1997-1998 OVG328

16-01-1998

OVG320 Agenda Tweede Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1997-1998 OVG320

14-01-1998

OVG317 Agenda Tweede Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1997-1998 OVG317

06-01-1998

OVG315 Agenda Tweede Kamer der Staten-Generaal

Agenda 1997-1998 OVG315

03-12-1997

KST25808 Wijziging van de Wet Nationale ombudsman en de Wet openbaarheid van bestuur; Nota van wijziging

Kamerstuk 1997-1998 KST25808

KST25807 Wijziging van de Wet Nationale ombudsman en de Wet openbaarheid van bestuur; Nota n.a.v. het verslag

De ministers Kok (AZ) en Sorgdrager (Jus) en staatssecretaris Kohnstamm (BiZa) gaan in op vragen en opmerkingen uit de Tweede Kamer over het wetsvoorstel. Aan de orde komen: aanwijzingssystematiek zelfstandige bestuursorganen, categoriale aanwijzing provincies en waterschappen, uitzonderingen, externe klachtvoorzieningen voor mede-overheden, en financiƫle aspecten.

Kamerstuk 1997-1998 KST25807

29-07-1997

KST22803 Wijziging van de Wet Nationale ombudsman en de Wet openbaarheid van bestuur; Advies en nader rapport

Kamerstuk 1996-1997 KST22803

KST22800 Wijziging van de Wet Nationale ombudsman en de Wet openbaarheid van bestuur; Voorstel van wet

De Wet Nationale ombudsman (WNo) wordt op een aantal punten gewijzigd: 1. De bevoegdheidsomschrijving van de Nationale ombudsman: in plaats van het bij algemene maatregel van bestuur aanwijzen van bestuursorganen die onder de bevoegdheid van de Nationale ombudsman vallen, komt er een omgekeerd systeem van aanwijzing, namelijk dat in beginsel alle bestuursorganen onder de werking van de WNo vallen, maar dat deze in bijzondere omstandigheden bij amvb daarvan kunnen worden uitgezonderd. 2. Bevoegdheidsuitbreiding van de Nationale ombudsman ten aanzien van mede-overheden (gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen): bestuursorganen van deze mede-overheden kunnen zich vrijwillig aansluiten bij de klachtvoorziening die de WNo biedt. De bevoegdheidsuitbreiding zal extra klachten met zich meebrengen voor de Nationale ombudsman; om het klachtenaantal te beheersen zijn in artikel 1b van het wetsvoorstel enkele voorzieningen getroffen. 3. De ombudsman is niet verplicht een verzoekschrift in behandeling te nemen, indien deze betrekking heeft op een gedraging die reeds ingevolge een andere wettelijk geregelde klachtvoorziening bij een onafhankelijke klachtinstantie in behandeling is of daardoor is afgedaan (artikel 14, nieuw onderdeel f). 4. Het nieuwe onderdeel k van artikel 14 ontslaat de Nationale ombudsman tijdelijk van de verplichting een verzoekschrift te behandelen omtrent een bepaalde gedraging van een bestuursorgaan die nauw samenhangt met een onderwerp waaromtrent een procedure bij een rechterlijke instantie aanhangig is. 5. Tenslotte bevat het wetsvoorstel diverse technische aanpassingen.

Kamerstuk 1996-1997 KST22800

KST22802 Wijziging van de Wet Nationale ombudsman en de Wet openbaarheid van bestuur; Oorspronkelijke tekst

Kamerstuk 1996-1997 KST22802

KST22801 Wijziging van de Wet Nationale ombudsman en de Wet openbaarheid van bestuur; Memorie van toelichting

De Wet Nationale ombudsman (WNo) wordt op een aantal punten gewijzigd: 1. De bevoegdheidsomschrijving van de Nationale ombudsman: in plaats van het bij algemene maatregel van bestuur aanwijzen van bestuursorganen die onder de bevoegdheid van de Nationale ombudsman vallen, komt er een omgekeerd systeem van aanwijzing, namelijk dat in beginsel alle bestuursorganen onder de werking van de WNo vallen, maar dat deze in bijzondere omstandigheden bij amvb daarvan kunnen worden uitgezonderd. 2. Bevoegdheidsuitbreiding van de Nationale ombudsman ten aanzien van mede-overheden (gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen): bestuursorganen van deze mede-overheden kunnen zich vrijwillig aansluiten bij de klachtvoorziening die de WNo biedt. De bevoegdheidsuitbreiding zal extra klachten met zich meebrengen voor de Nationale ombudsman; om het klachtenaantal te beheersen zijn in artikel 1b van het wetsvoorstel enkele voorzieningen getroffen. 3. De ombudsman is niet verplicht een verzoekschrift in behandeling te nemen, indien deze betrekking heeft op een gedraging die reeds ingevolge een andere wettelijk geregelde klachtvoorziening bij een onafhankelijke klachtinstantie in behandeling is of daardoor is afgedaan (artikel 14, nieuw onderdeel f). 4. Het nieuwe onderdeel k van artikel 14 ontslaat de Nationale ombudsman tijdelijk van de verplichting een verzoekschrift te behandelen omtrent een bepaalde gedraging van een bestuursorgaan die nauw samenhangt met een onderwerp waaromtrent een procedure bij een rechterlijke instantie aanhangig is. 5. Tenslotte bevat het wetsvoorstel diverse technische aanpassingen.

Kamerstuk 1996-1997 KST22801