Kamerstuk 2002-2003 KST68790
Betreft algemeen overleg van 10 april 2003 van de vaste commissies voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en voor Justitie met minister Van der Hoeven (OCW) over de brieven van de minister van OCW van 26 november 2002 en 5 februari 2003 omtrent de beleidsreactie op het rapport van Defence for Children 'Tussen recht en reaiteit'. De verschillende fracties gaan onder meer in op het recht van kinderen op onderwijs.
Kamerstuk 2002-2003 KST67859Kamerstuk 2002-2003 KST67838
Verslag van overleg over de brief van minister Van der Hoeven (OCW) van 26 november 2002 (OCW02-1016).
Kamerstuk 2002-2003 KST66835Invoering van het onderwijsnummer in het voortgezet onderwijs is gestart. Hierna volgt invoering in andere sectoren. De minister gaat in op de invoering in het voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, hoger onderwijs en primair onderwijs. Ook gaat de minister in op de bescherming van persoonsgegevens in schooladministraties en RMC-registraties.
Kamerstuk 2002-2003 KST66220Handeling 2001-2002 HAN7354A02
Agenda 2001-2002 OVG915
De vaste commissie voor Onderwijs acht de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Kamerstuk 2001-2002 KST56499Kamerstuk 2001-2002 KST56092
Kamerstuk 2001-2002 KST55778
Bevat vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Onderwijs naar aanleiding van de memorie van antwoord (kamerstuk 25828, nr. 264b).
Kamerstuk 2001-2002 KST55614Ingegaan wordt op de suggestie van de ChristenUnie voor een 'dubbel-nummer'. Een 'dubbel-nummer' heeft echter een aantal nadelen, die minister Hermans (OCW) in de brief opsomt.
Kamerstuk 2000-2001 KST55175Tijdens de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer is onder meer gesproken over de bestuurlijke inbedding van de geanonimiseerde gegevensverzameling bij het agentschap Centrale Financiën Instellingen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Aangegeven is dat hierover een convenant met de besturenorganisaties in voorbereiding is. Met deze brief wordt dit ondertekende convenant aan de Tweede Kamer aangeboden. Het convenant is niet in dit kamerstuk opgenomen. Daarnaast informeren minister Hermans en staatssecretaris Adelmund (beide OCW) de Tweede Kamer met deze brief over het kwantitatief informatiebeleid dat zij voorstaan. Het kwantitatief informatiebeleid is bedoeld om de informatievoorziening in de onderwijskolom te verbeteren. Instellingen moeten makkelijker informatie kunnen opvragen en minder administratieve last ondervinden van gestelde vragen. Hierbij komen onder meer aan de orde de verlaging van de bevragingslast, teruglevering van informatie aan scholen en resultaten kwantitatief informatiebeleid.
Kamerstuk 2000-2001 KST54626Kamerstuk 2000-2001 KST54212
Kamerstuk 2000-2001 KST54183
Agenda 2000-2001 OVG839
Kamerstuk 2000-2001 KST52608
Uit de weergave van het persoonsgebonden nummer is niet af te leiden of het om een sofi-nummer dan wel een onderwijsnummer gaat. Op die manier zijn illegale leerlingen op basis van het nummer niet traceerbaar of herkenbaar.
Kamerstuk 2000-2001 KST52535Handeling 2000-2001 HAN7250A09
Kamerstuk 2000-2001 KST52410
Handeling 2000-2001 HAN7247A04
Agenda 2000-2001 OVG806
Agenda 2000-2001 OVG812
Agenda 2000-2001 OVG809
Agenda 2000-2001 OVG808
Kamerstuk 2000-2001 KST52413
Kamerstuk 2000-2001 KST52414
Kamerstuk 2000-2001 KST52412
Agenda 2000-2001 OVG813
Kamerstuk 2000-2001 KST52411
Agenda 2000-2001 OVG805
Kamerstuk 2000-2001 KST51710
Kamerstuk 2000-2001 KST51711
Kamerstuk 2000-2001 KST51677
Kamerstuk 2000-2001 KST51320
Kamerstuk 2000-2001 KST51032
te voorzien in de mogelijkheid om, ter vermindering van de risico's bij de invoering van deze wet, deze gefaseerd (d.w.z. per onderwijssoort) in te voeren. Deze tweede nota van wijziging is hier een uitwerking van.
Kamerstuk 2000-2001 KST48318Betreft het advies van de Raad van State d.d. 25 augustus 2000 en het nader rapport d.d. 15 september 2000 inzake de Tweede Nota van Wijziging.
Kamerstuk 2000-2001 KST48321Kamerstuk 1997-1998 KST30322
Achtereenvolgens wordt ingegaan op: 1. Algemeen; 2.1 Controle op de rechtmatigheid van bestedingen; 2.2 De belasting voor scholen en instellingen; 3. Sofi-nummer of sectorgebonden nummer; 4. Het sofi-nummer, de koppeling met gegevens en (de beperking van) het gebruik; 5. Het invoeringstraject; 6. Financiële consequenties; 7. Artikelsgewijs.
Kamerstuk 1997-1998 KST30321Achtereenvolgens wordt ingegaan op: 1. Algemeen; 2.1 Controle op rechtmatigheid van bestedingen; 2.2 De belasting voor scholen en instellingen; 3. Sofi-nummer of sectorgebonden nummer; 4. Het sofi-nummer, de koppeling met gegevens en (de beperking van) het gebruik; 5. Het invoeringstraject; 6. Financiële consequenties.
Kamerstuk 1997-1998 KST30141Kamerstuk 1997-1998 KST27145
Kamerstuk 1997-1998 KST26828
Registraties van leerlingen, deelnemers en studenten zijn een basis voor de bekostiging van scholen en instellingen, voor het verstrekken van uitkeringen aan individuen, voor het maken van ramingen waarop de begrotingen van ministeries zijn gebaseerd, voor het monitoren van het onderwijsstelsel en voor de evaluatie van beleidsmaatregelen. Er doet zich een aantal problemen voor: de rechtmatigheid van bestedingen kan niet volledig worden gegarandeerd, het invullen van formulieren door scholen en instellingen is vaak een forse administratieve belasting en beleidsinformatie is niet altijd beschikbaar. Door het gebruik van een persoonsgebonden nummer in de registratie en de uitwisseling van informatie kunnen veel problemen worden opgelost. Hiervoor wordt het sofi-nummer gebruikt. Aan leerlingen zonder sofi-nummer wordt een onderwijsnummer toegekend. Beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 maart 1998. In de periode maart 1998 t/m 1 juli 1999 geldt een overgangsregime.
Kamerstuk 1997-1998 KST26827Registraties van leerlingen, deelnemers en studenten zijn een basis voor de bekostiging van scholen en instellingen, voor het verstrekken van uitkeringen aan individuen, voor het maken van ramingen waarop de begrotingen van ministeries zijn gebaseerd, voor het monitoren van het onderwijsstelsel en voor de evaluatie van beleidsmaatregelen. Er doet zich een aantal problemen voor: de rechtmatigheid van bestedingen kan niet volledig worden gegarandeerd, het invullen van formulieren door scholen en instellingen is vaak een forse administratieve belasting en beleidsinformatie is niet altijd beschikbaar. Door het gebruik van een persoonsgebonden nummer in de registratie en de uitwisseling van informatie kunnen veel problemen worden opgelost. Hiervoor wordt het sofi-nummer gebruikt. Aan leerlingen zonder sofi-nummer wordt een onderwijsnummer toegekend. Beoogde inwerkingtredingsdatum is 1 maart 1998. In de periode maart 1998 t/m 1 juli 1999 geldt een overgangsregime.
Kamerstuk 1997-1998 KST26826