Betreft de EG-beschikking houdende verbod, in verband met overdraagbare spongiforme encefalopathieën, op het gebruik van risico-materiaal. De inwerkingtreding daarvan is uitgesteld tot 1 januari 1999.
Kamerstuk 1997-1998 KST30021Kamerstuk 1997-1998 KST30020
Bevat de volledige tekst van het wetsvoorstel.
Kamerstuk 1997-1998 KST29444Het eindverslag bevat geen opmerkingen.
Kamerstuk 1997-1998 KST29450Handeling 1997-1998 HAN6578A02
De Europese Commissie heeft in beschikking 97/534/EG van 30 juli 1997 (PbEG L 216) overwogen dat in verband met nieuwe informatie over gevallen van een nieuwe variant van de ziekte van Creuzfeldt-Jakob in het verenigd Koninkrijk het gevaar voor overdracht van het BSE-agens op andere dieren of op mensen niet kan worden uitgesloten. De huidige in de Destructiewet voorgeschreven warmtebehandelingsmethode van hoog-risicomateriaal kan niet garanderen dat alle in het te behandelen materiaal aanwezige agentia van overdraagbare encefalopathieën volledige geïnactiveerd zijn als het ommateriaal met een sterke besmettelijkheid gaat. In genoemde beschikking wordt voorgeschreven dat gespecificeerd risicomateriaal bij verwijdering dient te worden verbrand. Onderhavige wetswijziging bevat slechts bepalingen ter implementatie van genoemde beschikking (separaat wordt een voorstel tot wijziging van de Destructiewet ingediend dat vooral betrekking heeft op de financiële gevolgen van de uitvoering van Beschikking 97/534/EG). Geen enkel deel of product van een dier dat symptomen van een overdraagbare spongiforme encefalopathie heeft vertoond mag in de voedingsketen van mens of dier komen. Om dit doel te bereiken heeftde Commissie besloten om gespecificeerd risicomateriaal op zodanige wijze te verwijderen dat het niet in de voedsel- of voederketen kan komen, ofwel het gehele kadaver te vernietigen, door het direct verbranden van het materiaal of verbranden na warmtebehandeling. Naast verwerkingsbedrijven voor hoog- en laag-risicomateriaal, zullen nu ook verwerkingsbedrijven voor gespecificeerd risico-materiaal (gespecificeerd hoog-risico-materiaal) onder de werkingssfeer van de wet worden gebracht. De definitie van ondernemer in deze zin is uitgebreid tot de nauurlijke of rechtspersoon aan wie in dit kader een vergunning is verleend. Verder wordt ingegaan op het beoordelen van aanvragen voor dergelijke vergunningen en op het werkgebied, de bevoegdheden en taken van voor elke ondernemer in het bezit van genoemde vergunning. Voor verwerking van het het materiaal is een vergoeding, te betalen door de vergunninghouder aan de verwerkingsbedrijven, verplicht. Separaat wordt een voorstel tot wijziging van de Destructiewet ingediend dat vooral betrekking heeft op de financiële gevolgen van de uitvoering van Beschikking 97/534/EG. Zolang dat voorstel niet tot wet is verheven komen de kosten voor onschadelijkmaking van genoemd materiaal voor rekening van het Rijk.
Kamerstuk 1997-1998 KST28193Kamerstuk 1997-1998 KST28195
De Europese Commissie heeft in beschikking 97/534/EG van 30 juli 1997 (PbEG L 216) overwogen dat in verband met nieuwe informatie over gevallen van een nieuwe variant van de ziekte van Creuzfeldt-Jakob in het verenigd Koninkrijk het gevaar voor overdracht van het BSE-agens op andere dieren of op mensen niet kan worden uitgesloten. De huidige in de Destructiewet voorgeschreven warmtebehandelingsmethode van hoog-risicomateriaal kan niet garanderen dat alle in het te behandelen materiaal aanwezige agentia van overdraagbare encefalopathieën volledige geïnactiveerd zijn als het ommateriaal met een sterke besmettelijkheid gaat. In genoemde beschikking wordt voorgeschreven dat gespecificeerd risicomateriaal bij verwijdering dient te worden verbrand. Onderhavige wetswijziging bevat slechts bepalingen ter implementatie van genoemde beschikking (separaat wordt een voorstel tot wijziging van de Destructiewet ingediend dat vooral betrekking heeft op de financiële gevolgen van de uitvoering van Beschikking 97/534/EG). Geen enkel deel of product van een dier dat symptomen van een overdraagbare spongiforme encefalopathie heeft vertoond mag in de voedingsketen van mens of dier komen. Om dit doel te bereiken heeftde Commissie besloten om gespecificeerd risicomateriaal op zodanige wijze te verwijderen dat het niet in de voedsel- of voederketen kan komen, ofwel het gehele kadaver te vernietigen, door het direct verbranden van het materiaal of verbranden na warmtebehandeling. Naast verwerkingsbedrijven voor hoog- en laag-risicomateriaal, zullen nu ook verwerkingsbedrijven voor gespecificeerd risico-materiaal (gespecificeerd hoog-risico-materiaal) onder de werkingssfeer van de wet worden gebracht. De definitie van ondernemer in deze zin is uitgebreid tot de nauurlijke of rechtspersoon aan wie in dit kader een vergunning is verleend. Verder wordt ingegaan op het beoordelen van aanvragen voor dergelijke vergunningen en op het werkgebied, de bevoegdheden en taken van voor elke ondernemer in het bezit van genoemde vergunning. Voor verwerking van het het materiaal is een vergoeding, te betalen door de vergunninghouder aan de verwerkingsbedrijven, verplicht. Separaat wordt een voorstel tot wijziging van de Destructiewet ingediend dat vooral betrekking heeft op de financiële gevolgen van de uitvoering van Beschikking 97/534/EG. Zolang dat voorstel niet tot wet is verheven komen de kosten voor onschadelijkmaking van genoemd materiaal voor rekening van het Rijk.
Kamerstuk 1997-1998 KST28192Kamerstuk 1997-1998 KST28194