Laatste documenten binnen dossier 26139


15-09-1998

KST30895 Wijziging van de Wet voor het reserve-personeel der krijgsmacht 1985 alsmede wijziging van de Algemene militaire pensioenwet in verband met de overgang naar een geheel uit vrijwilligers bestaande krijgsmacht; Voorstel van wet

Sinds het opschorten van de opkomstplicht van dienstplichtigen wordt het bestand aan reservisten alleen aangevuld met ex-beroepspersoneel, dat hoofdzakelijk is aangesteld voor een bepaalde tijd. Tot ongeveer 2010 zijn er nog reservisten afkomstig uit de dienstplicht beschikbaar. Daarna is Defensie aangewezen op de arbeidsmarkt. Dit wetsvoorstel betreft de toekomstige personele invulling van de reservecomponent van de krijgsmacht. Uitgangspunt blijft dat de taken van de krijgsmacht in beginsel zullen worden uitgevoerd met het parate bestand aan beroepspersoneel. Het reservepersoneel heeft een taak in geval van buitengewone omstandigheden (m.n. grootschalige conflicten) en kan daarnaast incidenteel vrijwillig deelnemen aan crisisbeheersingsoperaties. Het reservepersoneel kan zelf kiezen in welke mate als reservist activiteiten worden ontplooid: 1. Reguliere reservisten: geen extra verplichtingen na het ontslag als beroepsmilitair; 2. Actieve reservisten: blijven na hun ontslag als beroepsmilitair ook als reservist bij de krijgsmacht betrokken; 3. Afroepreservisten: hebben zeer specifieke specialistische kennis (weg- en waterbouwkundigen, medische specialisten) en gaan vrijwillig een verplichting aan om gedurende bijv. een jaar zich beschikbaar te houden voor inzet bij een crisisbeheersingsoperatie. Het diensttijdpensioen (ouderdoms- en nabestaandenpensioen) voor reservisten zal worden afgeschaft. In plaats daarvan ontvangt elke reservist die op grond van verdergaande verplichtingen in werkelijke dienst komt, naast zijn salaris een zogenoemde opkomsttoeslag. Die leidt ertoe, dat elke reservist zijn bereidheid tot extra werkelijke dienst passend vergolden ziet. Hij kan de toeslag aan pensioen besteden, maar mag er ook een andere bestemming aan geven.

Kamerstuk 1997-1998 KST30895

KST30897 Wijziging van de Wet voor het reserve-personeel der krijgsmacht 1985 alsmede wijziging van de Algemene militaire pensioenwet in verband met de overgang naar een geheel uit vrijwilligers bestaande krijgsmacht; Oorspronkelijke tekst

Kamerstuk 1997-1998 KST30897

KST30896 Wijziging van de Wet voor het reserve-personeel der krijgsmacht 1985 alsmede wijziging van de Algemene militaire pensioenwet in verband met de overgang naar een geheel uit vrijwilligers bestaande krijgsmacht; Memorie van toelichting

Sinds het opschorten van de opkomstplicht van dienstplichtigen wordt het bestand aan reservisten alleen aangevuld met ex-beroepspersoneel, dat hoofdzakelijk is aangesteld voor een bepaalde tijd. Tot ongeveer 2010 zijn er nog reservisten afkomstig uit de dienstplicht beschikbaar. Daarna is Defensie aangewezen op de arbeidsmarkt. Dit wetsvoorstel betreft de toekomstige personele invulling van de reservecomponent van de krijgsmacht. Uitgangspunt blijft dat de taken van de krijgsmacht in beginsel zullen worden uitgevoerd met het parate bestand aan beroepspersoneel. Het reservepersoneel heeft een taak in geval van buitengewone omstandigheden (m.n. grootschalige conflicten) en kan daarnaast incidenteel vrijwillig deelnemen aan crisisbeheersingsoperaties. Het reservepersoneel kan zelf kiezen in welke mate als reservist activiteiten worden ontplooid: 1. Reguliere reservisten: geen extra verplichtingen na het ontslag als beroepsmilitair; 2. Actieve reservisten: blijven na hun ontslag als beroepsmilitair ook als reservist bij de krijgsmacht betrokken; 3. Afroepreservisten: hebben zeer specifieke specialistische kennis (weg- en waterbouwkundigen, medische specialisten) en gaan vrijwillig een verplichting aan om gedurende bijv. een jaar zich beschikbaar te houden voor inzet bij een crisisbeheersingsoperatie. Het diensttijdpensioen (ouderdoms- en nabestaandenpensioen) voor reservisten zal worden afgeschaft. In plaats daarvan ontvangt elke reservist die op grond van verdergaande verplichtingen in werkelijke dienst komt, naast zijn salaris een zogenoemde opkomsttoeslag. Die leidt ertoe, dat elke reservist zijn bereidheid tot extra werkelijke dienst passend vergolden ziet. Hij kan de toeslag aan pensioen besteden, maar mag er ook een andere bestemming aan geven.

Kamerstuk 1997-1998 KST30896

KST30898 Wijziging van de Wet voor het reserve-personeel der krijgsmacht 1985 alsmede wijziging van de Algemene militaire pensioenwet in verband met de overgang naar een geheel uit vrijwilligers bestaande krijgsmacht; Advies en nader rapport

Kamerstuk 1997-1998 KST30898