Agenda 2000-2001 OVG750
Agenda 2000-2001 OVG746
Agenda 1999-2000 OVG711
Handeling 1999-2000 HAN7128A05
Kamerstuk 1999-2000 KST46486
Handeling 1999-2000 HAN7127A04
Handeling 1999-2000 HAN7127A06
Handeling 1999-2000 HAN7126A02
Handeling 1999-2000 HAN7126A03
Tijdens het wetgevingsoverleg van 22 mei 2000 heeft minister Vermeend (SZW) toegezegd op een enkel punt nog schriftelijk in te zullen gaan. Met deze brief komt hij aan die toezegging tegemoet. Hij gaat daarbij onder meer in op de toepasselijkheid van de Wet arbeid vreemdelingen op vreemdelingen met een tijdelijke verblijfsvergunning asiel, en de situatie die ontstaat op het moment dat deze tijdelijke vergunning wordt ingetrokken.
Kamerstuk 1999-2000 KST46197Handeling 1999-2000 HAN7125A09
Agenda 1999-2000 OVG690
Agenda 1999-2000 OVG689
De voorgestelde wijziging heeft als doel te verduidelijken dat er voor de beëindiging van de verstrekking geen beschikking nodig is (de verstrekkingen eindigen van rechtswege) en een verduidelijking van het moment waarop die verstrekkingen van rechtswege eindigen.
Kamerstuk 1999-2000 KST46157Agenda 1999-2000 OVG688
Agenda 1999-2000 OVG686
Kamerstuk 1999-2000 KST45932
Agenda 1999-2000 OVG680
Agenda 1999-2000 OVG677
Agenda 1999-2000 OVG676
Kamerstuk 1999-2000 KST45202
Kamerstuk 1999-2000 KST45203
(Herdruk; eerder is een onjuiste versie gedrukt). Naar aanleiding van de totstandkoming van een nieuwe Vreemdelingenwet 2000 (kamerstuk 26732) moet een aantal wetten worden aangepast. Het betreft deels technische en deels inhoudelijke wijzigingen. Door de koppelingswet (Stb. 1998, 203) wordt in een groot aantal wetten naar de Vreemdelingenwet verwezen. Een aantal bepalingen is in de nieuwe Vreemdelingenwet 2000 vernummerd, dus moeten deze ook in de desbetreffende wetten worden gewijzigd. Verder moet een aantal wetten worden aangepast aan het in de Vreemdelingenwet 2000 neergelegde vergunningenstelsel. Het systeem van verblijfsvergunningen is vereenvoudigd. Er is een volgtijdelijke statussysteem voor toegelaten asielzoekers geïntroduceerd. Aan toegelaten asielzoekers wordt nog slechts één verblijfsvergunning voor bepaalde tijd verstrekt. De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel kan na drie jaar worden omgezet in een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd asiel. Aan de drie verblijfstitels van de huidige wet (de toelating als vluchteling, de vergunning tot verblijf om klemmende redenen van humanitaire aard en de voorwaardelijke vergunning tot verblijf) zijn verschillende voorzieningenpakketten verbonden, die zijn neergelegd in de wetten op het gebied van sociale zekerheid, toegang tot de arbeidsmarkt en huisvesting. Deze wetten moeten dus worden aangepast, middels onderhavige Invoeringswet. De nieuwe Vreemdelingenwet 2000 heeft voornamelijk gevolgen voor de aanspraken voor vreemdelingen aan wie op grond van de huidige Vreemdelingenwet een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (vvtv) wordt verstrekt. Deze vreemdelingen komen op grond van de Vreemdelingenwet 2000 in aanmerking voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel, waarvoor een sterkere materiële rechtspositie geldt. Deze groep wordt dan geheel onder de werking van de volksverzekeringen (AOW, ANW en AKW), de Algemene Bijstandswet, de daarmee verwante uitkeringsregelingen (IOAW, IOAZ en WIK) en de ziektekostenverzekeringen (AWBZ en Ziekenfondswet) gebracht. De thans voor houders van een vvtv geldende Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (ook wel de Zorgwet vvtv genoemd) zal in verband hiermee worden ingetrokken. Houders van een vergunning voor bepaalde tijd asiel kunnen onder de nieuwe wet arbeid verrichten indien de werkgever in het bezit is van een tewerkstellingsvergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen. Ook kunnen zij een beroep doen op de faciliteiten die de Arbeidsvoorzieningsorganisatie biedt voor toeleiding naar de arbeidsmarkt. Houders van een vergunning voor bepaalde tijd asiel krijgen niet langer een voorkeursbehandeling bij toewijzing van passende woningen. De toewijzing wordt afhankelijk van de stand van de woningmarkt. Hiertoe worden de Huursubsidiewet en de Huisvestingswet aangepast. De taakstelling bij woonruimteverdeling blijft ongewijzigd: het rijk is verantwoordelijk voor toelating en opvang van asielzoekers, de gemeenten voor eerste reguliere huisvesting van de vergunninghouders voor bepaalde tijd asiel. Houders van een vergunning voor bepaalde tijd asiel worden onder de werking van de Wet inburgering nieuwkomers gebracht.
Kamerstuk 1999-2000 KST45126Kamerstuk 1999-2000 KST44887
Naar aanleiding van de totstandkoming van een nieuwe Vreemdelingenwet 2000 (kamerstuk 26732) moet een aantal wetten worden aangepast. Het betreft deels technische en deels inhoudelijke wijzigingen. Door de koppelingswet (Stb. 1998, 203) wordt in een groot aantal wetten naar de Vreemdelingenwet verwezen. Een aantal bepalingen is in de nieuwe Vreemdelingenwet 2000 vernummerd, dus moeten deze ook in de desbetreffende wetten worden gewijzigd. Verder moet een aantal wetten worden aangepast aan het in de Vreemdelingenwet 2000 neergelegde vergunningenstelsel. Het systeem van verblijfsvergunningen is vereenvoudigd. Er is een volgtijdelijke statussysteem voor toegelaten asielzoekers geïntroduceerd. Aan toegelaten asielzoekers wordt nog slechts één verblijfsvergunning voor bepaalde tijd verstrekt. De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel kan na drie jaar worden omgezet in een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd asiel. Aan de drie verblijfstitels van de huidige wet (de toelating als vluchteling, de vergunning tot verblijf om klemmende redenen van humanitaire aard en de voorwaardelijke vergunning tot verblijf) zijn verschillende voorzieningenpakketten verbonden, die zijn neergelegd in de wetten op het gebied van sociale zekerheid, toegang tot de arbeidsmarkt en huisvesting. Deze wetten moeten dus worden aangepast. De nieuwe Vreemdelingenwet 2000 heeft voornamelijk gevolgen voor de aanspraken voor vreemdelingen aan wie op grond van de huidige Vreemdelingenwet een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (vvtv) wordt verstrekt. Deze vreemdelingen komen op grond van de Vreemdelingenwet 2000 in aanmerking voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel, waarvoor een sterkere materiële rechtspositie geldt. Deze groep wordt dan geheel onder de werking van de volksverzekeringen (AOW, ANW en AKW), de Algemene Bijstandswet, de daarmee verwante uitkeringsregelingen (IOAW, IOAZ en WIK) en de ziektekostenverzekeringen (AWBZ en Ziekenfondswet) gebracht. De thans voor houders van een vvtv geldende Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (ook wel de Zorgwet vvtv genoemd) zal in verband hiermee worden ingetrokken. Houders van een vergunning voor bepaalde tijd asiel kunnen onder de nieuwe wet arbeid verrichten indien de werkgever in het bezit is van een tewerkstellingsvergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen. Ook kunnen zij een beroep doen op de faciliteiten die de Arbeidsvoorzieningsorganisatie biedt voor toeleiding naar de arbeidsmarkt. Voor de huisvesting van houders van een vergunning voor bepaalde tijd asiel wordt niet langer een onderscheid gemaakt in de gemeentelijke volkshuisvestelijke taakstelling. Hiertoe worden de Huursubsidiewet en de Huisvestingswet aangepast. Houders van een vergunning voor bepaalde tijd asiel worden onder de werking van de Wet inburgering nieuwkomers gebracht.
Kamerstuk 1999-2000 KST43310Dit nader rapport wijkt af van de gebuikelijke opzet. In het onderhavige rapport wordt namelijk niet alleen ingegaan op het advies van de Raad van State, maar ook op andere over het voorstel uitgebrachte adviezen.
Kamerstuk 1999-2000 KST43313Naar aanleiding van de totstandkoming van een nieuwe Vreemdelingenwet 2000 (kamerstuk 26732) moet een aantal wetten worden aangepast. Het betreft deels technische en deels inhoudelijke wijzigingen. Door de koppelingswet (Stb. 1998, 203) wordt in een groot aantal wetten naar de Vreemdelingenwet verwezen. Een aantal bepalingen is in de nieuwe Vreemdelingenwet 2000 vernummerd, dus moeten deze ook in de desbetreffende wetten worden gewijzigd. Verder moet een aantal wetten worden aangepast aan het in de Vreemdelingenwet 2000 neergelegde vergunningenstelsel. Het systeem van verblijfsvergunningen is vereenvoudigd. Er is een volgtijdelijke statussysteem voor toegelaten asielzoekers geïntroduceerd. Aan toegelaten asielzoekers wordt nog slechts één verblijfsvergunning voor bepaalde tijd verstrekt. De verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel kan na drie jaar worden omgezet in een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd asiel. Aan de drie verblijfstitels van de huidige wet (de toelating als vluchteling, de vergunning tot verblijf om klemmende redenen van humanitaire aard en de voorwaardelijke vergunning tot verblijf) zijn verschillende voorzieningenpakketten verbonden, die zijn neergelegd in de wetten op het gebied van sociale zekerheid, toegang tot de arbeidsmarkt en huisvesting. Deze wetten moeten dus worden aangepast. De nieuwe Vreemdelingenwet 2000 heeft voornamelijk gevolgen voor de aanspraken voor vreemdelingen aan wie op grond van de huidige Vreemdelingenwet een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (vvtv) wordt verstrekt. Deze vreemdelingen komen op grond van de Vreemdelingenwet 2000 in aanmerking voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel, waarvoor een sterkere materiële rechtspositie geldt. Deze groep wordt dan geheel onder de werking van de volksverzekeringen (AOW, ANW en AKW), de Algemene Bijstandswet, de daarmee verwante uitkeringsregelingen (IOAW, IOAZ en WIK) en de ziektekostenverzekeringen (AWBZ en Ziekenfondswet) gebracht. De thans voor houders van een vvtv geldende Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (ook wel de Zorgwet vvtv genoemd) zal in verband hiermee worden ingetrokken. Houders van een vergunning voor bepaalde tijd asiel kunnen onder de nieuwe wet arbeid verrichten indien de werkgever in het bezit is van een tewerkstellingsvergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen. Ook kunnen zij een beroep doen op de faciliteiten die de Arbeidsvoorzieningsorganisatie biedt voor toeleiding naar de arbeidsmarkt. Voor de huisvesting van houders van een vergunning voor bepaalde tijd asiel wordt niet langer een onderscheid gemaakt in de gemeentelijke volkshuisvestelijke taakstelling. Hiertoe worden de Huursubsidiewet en de Huisvestingswet aangepast. Houders van een vergunning voor bepaalde tijd asiel worden onder de werking van de Wet inburgering nieuwkomers gebracht.
Kamerstuk 1999-2000 KST43312