In onderhavige brief reageert minister De Vries (BZK) schriftelijk op een vraag van Eerste-Kamerlid Dölle met het verzoek om een overzicht van Europese en niet-Europese landen die referenda houden zonder grondwettelijke basis. Gegeven Europese voorbeelden zijn onder meer België en Groot-Brittannië.
Kamerstuk 2001-2002 KST56620In onderhavige brief zegt minister De Vries (BZK) toe te bevorderen dat de Tijdelijke referendumwet op 1 januari 2002 in werking treedt.
Kamerstuk 2000-2001 KST54906Handeling 2000-2001 HAN7298A07
Kamerstuk 2000-2001 KST54866
Minister De Vries (BZK) zal bevorderen dat de op 10 juli 2001 door de Eerste Kamer aanvaarde Tijdelijke referendumwet (kamerstuk 27034) op 1 januari 2002 in werking treedt.
Kamerstuk 2000-2001 KST54880Handeling 2000-2001 HAN7294A04
Handeling 2000-2001 HAN7293A03
Handeling 2000-2001 HAN7295A04
Agenda 2000-2001 OVG864
De kosten voor gemeentelijke en provinciale referenda zijn niet aan te merken als kosten voorvloeiend uit medebewind. Daarom bestaat er geen verplichting voor het Rijk tot compensatie van die kosten.
Kamerstuk 2000-2001 KST54166Agenda 2000-2001 OVG857
Kamerstuk 2000-2001 KST53597
De regering gaat in deze memorie van antwoord in op vragen en opmerkingen van de Eerste-Kamerfracties over het wetsvoorstel.
Kamerstuk 2000-2001 KST52984Agenda 2000-2001 OVG807
Kamerstuk 2000-2001 KST51466
Handeling 2000-2001 HAN7221A12
Handeling 2000-2001 HAN7221A11
Handeling 2000-2001 HAN7218A03
Kamerstuk 2000-2001 KST51057
Kamerstuk 2000-2001 KST51052
Kamerstuk 2000-2001 KST51056
De minister zond geen nota van wijziging naar aanleiding van diverse amendementen, aangezien hij verzocht had het debat over het betreffende onderwerp te schorsen, om na te kunnen denken over een wijziging van het voorstel voor de Tijdelijke referendumwet.
Kamerstuk 2000-2001 KST51075Kamerstuk 2000-2001 KST51054
Agenda 2000-2001 OVG784
Agenda 2000-2001 OVG783
Handeling 2000-2001 HAN7215A05
Agenda 2000-2001 OVG781
Handeling 2000-2001 HAN7213A08
Agenda 2000-2001 OVG780
Kamerstuk 2000-2001 KST50851
Kamerstuk 2000-2001 KST50837
Kamerstuk 2000-2001 KST50860
Er wordt onder meer toegevoegd dat een autonoom provinciaal of gemeentelijk referendum, waarvan vóór de inwerkingtreding van de Tijdelijke referendumwet als onherroepelijk vastgesteld dat het zal worden gehouden, op de voor dat referendum geregelde wijze doorgang kan vinden.
Kamerstuk 2000-2001 KST50820Kamerstuk 2000-2001 KST50853
Agenda 2000-2001 OVG779
Kamerstuk 2000-2001 KST50848
Kamerstuk 2000-2001 KST50862
Kamerstuk 2000-2001 KST50864
Kamerstuk 2000-2001 KST50855
Kamerstuk 2000-2001 KST50850
Kamerstuk 2000-2001 KST50836
Kamerstuk 2000-2001 KST50859
Kamerstuk 2000-2001 KST50857
Kamerstuk 2000-2001 KST50852
Kamerstuk 2000-2001 KST50847
Kamerstuk 2000-2001 KST50861
Kamerstuk 2000-2001 KST50854
Kamerstuk 2000-2001 KST50849
Kamerstuk 2000-2001 KST50863
Kamerstuk 2000-2001 KST50858
Kamerstuk 2000-2001 KST50856
Agenda 2000-2001 OVG777
Agenda 2000-2001 OVG776
Agenda 2000-2001 OVG775
Agenda 2000-2001 OVG772
Agenda 2000-2001 OVG770
Het merendeel van de wijzigingen betreft het aanbrengen van redactionele verbeteringen. Daarnaast wordt het mogelijk gemaakt dat verzoeken tot het houden van een referendum en verklaringen ter ondersteuning van een inleidend verzoek worden afgelegd ten overstaan van een door de burgemeester aangewezen persoon, niet zijnde een ambtenaar.
Kamerstuk 2000-2001 KST48509Kamerstuk 1999-2000 KST47119
De meeste van deze wijzigingen hebben te maken met het voorstel om in de fase van het inleidend verzoek de vaststelling van het aantal ingediende verzoeken en de beslissing omtrent de toelating van het inleidend verzoek niet te laten verrichten door het plaatselijk stembureau, hoofdstembureau en het centraal stembureau, maar door de voorzitters van deze organen.
Kamerstuk 1999-2000 KST47115Kamerstuk 1999-2000 KST46259
Kamerstuk 1999-2000 KST44316
de terzake vastgestelde strafbepalingen.
Kamerstuk 1999-2000 KST44315Kamerstuk 1999-2000 KST44317
de terzake vastgestelde strafbepalingen.
Kamerstuk 1999-2000 KST44313