de brief van 14 september 2001 inzake de bestuurlijke afspraken met de gemeente Utrecht in het kader van Agenda voor de toekomst.
Kamerstuk 2001-2002 KST56433Net als in 2001 is besloten om ook voor het jaar 2002 de verdeelsleutels nog niet te wijzigen.
Kamerstuk 2000-2001 KST52881In het kader van de Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw) is toegestaan om onderuitputting op het scholings- en activeringsbudget mee te nemen naar het budget van volgend jaar. Het maximale percentage dat gemeenten bij onderuitputting mogen meenemen is vastgesteld op 50% van het toegekende budget in het betreffende jaar. Deze regeling is vanaf 1 januari 2001 van kracht.
Kamerstuk 2000-2001 KST50551Handeling 2000-2001 HAN7166A03
De eerdere stukken over dit wetsvoorstel van de Eerste Kamer zijn verschenen onder kamerstuk 27081, 303 t/m 303c.
Kamerstuk 2000-2001 KST48122Agenda 2000-2001 OVG720
Minister Vermeend (SZW) reageert op het voorlopig verslag (kamerstuk 27081, nr. 303b), waarin de leden van een aantal fracties een nadere toelichting hebben gevraagd op onderdelen van het wetsvoorstel.
Kamerstuk 1999-2000 KST47969Bevat vragen over o.a. het Fonds Werk en Inkomen, het begrip 'ontschotting', de positie van niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden, onzekerheden voor de gemeenten bij de invoering en toepassing van de nieuwe regels, de beoordeling van de kwaliteit en effectiviteit van de twee beleidsdoelstellingen (uitvoering ABW en reïntegratie werklozen), de administratieve lasten als gevolg van de nieuwe financieringssystematiek, het toekomstbeeld (verdere decentralisatie van de uitvoering van het bijstandsbeleid?).
Kamerstuk 1999-2000 KST47855De AMvB regelt de wijze van bepaling van de budgetten die de gemeenten voor 2001 gaan ontvangen voor het op grond van het onderhavige wetsvoorstel gebudgetteerde deel van de uitkeringslasten Abw, IOAW en IOAZ (25%). Minister Vermeend (SZW) gaat in deze brief in op twee wijzigingen ten opzichte van een eerdere versie van de AMvB die bij brief van 9 juni 2000 aan de Kamer is overlegd.
Kamerstuk 1999-2000 KST47782Agenda 1999-2000 OVG711
De minister verzoekt de commissie de inbrengdatum voor het voorlopig verslag te vervroegen naar 12 september 2000, zodat het wetsvoorstel vóór 1 oktober door de Eerste Kamer behandeld kan worden, teneinde een zorgvuldige invoering van wet- en regelgeving te verzekeren.
Kamerstuk 1999-2000 KST47297Handeling 1999-2000 HAN7140A08
Handeling 1999-2000 HAN7140A23
Kamerstuk 1999-2000 KST47094
Handeling 1999-2000 HAN7138A02
Kamerstuk 1999-2000 KST46919
Handeling 1999-2000 HAN7138A21
Kamerstuk 1999-2000 KST46920
Kamerstuk 1999-2000 KST46915
Kamerstuk 1999-2000 KST46912
Kamerstuk 1999-2000 KST46914
Vervanging in verband met wijziging in de ondertekening.
Kamerstuk 1999-2000 KST46916Kamerstuk 1999-2000 KST46913
Agenda 1999-2000 OVG699
het dereguleringspakket: ontschotting tussen vaste budget aanvullende kosten van Wiw-dienstbetrekkingen en het scholings- en activeringsbudget; stroomlijnen van informatie.
Kamerstuk 1999-2000 KST46581de voornemens voor het werkdeel van FWI (Fonds Werk en Inkomen).
Kamerstuk 1999-2000 KST46434de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 5, tweede lid van het wetsvoorstel. Deze amvb regelt de wijze van bepaling van de budgetten die de gemeenten voor 2001 gaan ontvangen voor het op grond van dit wetsvoorstel gebudgetteerde deel van de uitkeringslasten Abw, IOAW en IOAZ (25%). Deze stukken zijn niet in dit kamerstuk opgenomen.
Kamerstuk 1999-2000 KST46433Kamerstuk 1999-2000 KST45436
Dit wetsvoorstel hangt samen met het voornemen om te komen tot een Fonds Werk en Inkomen (FWI). Daarin wordt het geld samengevoegd dat is gemoeid met de uitvoering van de bijstandswetten en het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid. Het fonds kent een uitkeringsdeel (bijstand) en een werkdeel (Wiw). Geld dat gemeenten overhouden in het uitkeringsdeel door bijvoorbeeld een succesvol uitstroombeleid te voeren, moet worden ingezet in het werkdeel om mensen aan het werk te helpen. Dit wetsvoorstel maakt onderdeel uit van de eerste fase van de invoering van het FWI. Het Rijk gaat 75% (in plaats van de huidige 90%) van de uitbetaalde bijstand aan de gemeenten vergoeden op basis van declaraties, terwijl het eigen aandeel van de gemeenten in de financiering wordt vergroot. Daarvoor worden aanvullende middelen aan de gemeente verstrekt, volgens een objectief verdeelmodel dat is gebaseerd op de factoren die de omvang van de bijstandsuitgaven van gemeenten verklaren, uit de de begroting van SZW. De algemene bijdrage uit het Gemeentefonds wordt verlaagd. Door deze structuur worden de gemeenten gestimuleerd actief beleid te voeren voor reïntegratie van bijstandsgerechtigden in de arbeidsmarkt.
Kamerstuk 1999-2000 KST45192Kamerstuk 1999-2000 KST45195
Dit wetsvoorstel hangt samen met het voornemen om te komen tot een Fonds Werk en Inkomen (FWI). Daarin wordt het geld samengevoegd dat is gemoeid met de uitvoering van de bijstandswetten en het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid. Het fonds kent een uitkeringsdeel (bijstand) en een werkdeel (Wiw). Geld dat gemeenten overhouden in het uitkeringsdeel door bijvoorbeeld een succesvol uitstroombeleid te voeren, moet worden ingezet in het werkdeel om mensen aan het werk te helpen. Dit wetsvoorstel maakt onderdeel uit van de eerste fase van de invoering van het FWI. Het Rijk gaat 75% (in plaats van de huidige 90%) van de uitbetaalde bijstand aan de gemeenten vergoeden op basis van declaraties, terwijl het eigen aandeel van de gemeenten in de financiering wordt vergroot. Daarvoor worden aanvullende middelen aan de gemeente verstrekt, volgens een objectief verdeelmodel dat is gebaseerd op de factoren die de omvang van de bijstandsuitgaven van gemeenten verklaren, uit de de begroting van SZW. De algemene bijdrage uit het Gemeentefonds wordt verlaagd. Door deze structuur worden de gemeenten gestimuleerd actief beleid te voeren voor reïntegratie van bijstandsgerechtigden in de arbeidsmarkt.
Kamerstuk 1999-2000 KST45194