In het document basistation staan de minimale eisen voor nieuw te bouwen stations en voor zover de situatie dat toelaat, grootschalig te verbouwen stations.
Kamerstuk 2005-2006 KST90658In deze brief gaat minister Peijs (VW) naar aanleiding van een opmerking tijdens het AO d.d. 27 januari 2005 over de nota 'Veiligheid op de rails' in op de sanctiemogelijkheid die bestaat indien niet-bestuursorganen nalaten binnen één jaar te reageren op aanbevelingen uit onderzoeksrapporten van de Raad voor de Transportveiligheid (RvTv). Het betrof hier met name het concrete geval van een treinongeval bij Dordrecht op 28 november 1999. De minister legt uit waarom zij in dat geval niet voor toepassing van het strafrecht heeft gekozen. Overigens hebben inmiddels alle betrokken instanties op de aanbevelingen gereageerd.
Kamerstuk 2004-2005 KST85564haar brief van 2 december 2004 ten geleide van de aangepaste vervoerconcessie voor NS en beheerconcessie voor ProRail (kamerstuk 27482, nr. 99).
Kamerstuk 2004-2005 KST84762de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat d.d. 30 november 2004, houdende het rapport van bevindingen betreffende de zelfevaluatie van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Rail (27482/29893, nr. 98).
Kamerstuk 2004-2005 KST84761Kamerstuk 2004-2005 KST83612
Handeling 2004-2005 HAN7783A53
Handeling 2004-2005 HAN7783A10
Minister Peijs (VW) heeft onderzocht of het mogelijk is daar voorwaarden aan te verbinden, nl. bepaling in de vervoerconcessie dat die vervalt als NS een door haar voorgenomen wijziging als gevolg van het debat over het vervoerplan 2005 niet aanvaardt, en bepaling in de beheerconcessie dat die kan worden gewijzigd (na aanvaarding van ProRail). Tevens geeft ze een reactie op twee amendementen.
Kamerstuk 2004-2005 KST83048Prestatieregeling gebruiksvergoeding.
Kamerstuk 2004-2005 KST82922Kamerstuk 2004-2005 KST82876
Kamerstuk 2004-2005 KST82877
Kamerstuk 2004-2005 KST82879
Kamerstuk 2004-2005 KST82875
Kamerstuk 2004-2005 KST82878
Kamerstuk 2004-2005 KST82880
Kamerstuk 2004-2005 KST82881
Kamerstuk 2004-2005 KST82884
Kamerstuk 2004-2005 KST82886
Kamerstuk 2004-2005 KST82883
Kamerstuk 2004-2005 KST82885
de brief van de minister en staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 14 juli 2004 inzake trendanalyse spoorwegveiligheid (kamerstuk 26699, nr. 6).
Kamerstuk 2004-2005 KST82643Bijlage BLG3566
Kamerstuk 2004-2005 KST82265
Bijlage BLG3557
In haar brief gaat minister Peijs (VW) in op de belangrijkste bevindingen van de Ambtelijke Commissie Toezicht II (ACT-II) ten aanzien van de zelfevaluatie van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Rail. Voopr het rapport zie de bijlage.
Kamerstuk 2004-2005 KST82249Kamerstuk 2004-2005 KST80408
de gebruiksvergoeding voor Regiorail Stedendriehoek op de verbinding Apeldoorn-Deventer. In deze brief beschrijft Peijs de invoering van een nieuwe systematiek voor gebruiksvergoeding en de beoogde overgangsregeling hierbij voor de jaren 2005 en 2006. Deze overgangsregeling beoogt een geleidelijke groei van de gebruiksvergoeding naar het totaalniveau dat in de V&W begroting 2004 reeds was voorzien voor het jaar 2007 (200 mln euro) en ligt in lijn met de thans vigerende ingroeiregeling (Besluit gebruiksvergoeding 1999). Tevens heeft de minister de gebruiksvergoeding voor Apeldoorn-Deventer nagerekend en geeft ze ik aan hoe deze past binnen deze overgangsregeling.
Kamerstuk 2004-2005 KST79813tariefsverhoging NS.
Kamerstuk 2004-2005 KST79767De bediening van halte Amersfoort Vathorst wordt voortgezet.
Kamerstuk 2003-2004 KST79472Onderhavige brief van minister Peijs (VW) gaat onder meer in op het aanleveren van gegevens door de gemeente Amersfoort over het aantal inwoners en arbeidsplaatsen rondom station Amersfoort Vathorst aan de NS.
Kamerstuk 2003-2004 KST78584Kamerstuk 2003-2004 KST78538
Bijlage BLG2581
Bijlage BLG2580
Bijlage BLG2584
Bijlage BLG2583
Bijlage BLG2582
Bijlage BLG2585
De particuliere spooraansluitingen zijn van grote betekenis voor het goederen vervoer. Minister Peijs (VW) heeft onder meer besloten te streven naar uitname van NSS uit de NS Groep (reizigersvervoer) naar een derde partij.
Kamerstuk 2003-2004 KST78175Bijlage BLG2361
een korte toelichting met betrekking tot het beheer van de Betuweroute.
Kamerstuk 2003-2004 KST77739Bijlage BLG2360
Bijlage BLG2363
Bijlage BLG2359
Bijlage BLG2362
In de kranten zijn berichten verschenen dat station Amersfoort Vathorst eind 2005 klaar moet zijn, maar dat NS het dan nog niet zou willen bedienen. Minister Peijs (VW) geeft in deze brief een toelichting op die berichten.
Kamerstuk 2003-2004 KST77565De vervoers- en beheersconcessies NS en Prorail zijn voorgelegd aan de partijen die wettelijk adviesrecht hebben. Op dit moment worden deze beoordeeld. Als het lukt om de ontwerp-concessies voor het zomerreces aan beide Kamers te verzenden is inwerkingtreding van de spoorwetgeving en verlening van de concessies voor 1 januari 2005 mogelijk.
Kamerstuk 2003-2004 KST77025Kamerstuk 2003-2004 KST76642
Kamerstuk 2003-2004 KST76281
De vervoer- en beheerconcessie zijn op 30 maart 2004 voorgelegd aan de partijen die wettelijke adviesrecht hebben, waaronder consumentenorganisaties, lagere overheden, vervoerders en de infrastructuurbeheerder. Uiterlijk na zes weken zullen de adviezen ontvangen zijn. Naar verwachting zullen de ontwerpconcessie deze zomer worden voorgelegd aan het parlement.
Kamerstuk 2003-2004 KST75408Kamerstuk 2003-2004 KST75369
Betreft beantwoording van vragen regiorail in stedendriehoek Deventer, Zutphen en Apeldoorn, naar aanleiding van antwoorden op schriftelijke vragen van de leden Van Hijum en Bruls (Aanhangsel van de Handelingen II, 2003-2004, nr. 937).
Kamerstuk 2003-2004 KST75306de brief van 21 november 2003 inzake de inhoudelijke contouren van de beheerconcessie en de vervoersconcessie voor het hoofdrailnet (kamerstuk 27482, nr. 79).
Kamerstuk 2003-2004 KST73868brief van 29 september 2003 inzake ontwerp Besluit tot aanpassng van enkele besluiten op het terrein van VROM i.v.m. de nieuwe Spoorwegwet.
Kamerstuk 2003-2004 KST73788Kamerstuk 2003-2004 KST73294
In deze brief bericht minister Peijs (VW) de Kamer over de uitkomsten van het onderzoek naar de voor- en nadelen en de juridische en beleidsmatige implicaties van de overdracht van het vastgoed van de NS aan de rijksoverheid. Gezien de grote consequenties verbonden aan zo'n eigendomsoverdracht geeft de minister er de voorkeur aan afspraken te maken met de NV NS om de veronderstelde problemen op te lossen. Bij de evaluatie van de Spoorwegwet in 2006 zal zij terugkomen op het uitgeven van stations op het hoofdspoorwegnet met de vervoersconcessie. In de bijlage bij de brief zijn de resultaten van het onderzoek op hoofdlijnen weergegeven.
Kamerstuk 2003-2004 KST73322Op verzoek van de Tweede Kamer geven minister Peijs en staatssecretaris Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (beide VW) in deze brief informatie over de inhoudelijke contouren van de beheerconcessie en de vervoerconcessie voor het Hoofdrailnet en van de overige algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Daarnaast wordt ingegaan op de planning van de concessies en nog te nemen besluiten.
Kamerstuk 2003-2004 KST72610Kamerstuk 2003-2004 KST72024
Kamerstuk 2003-2004 KST72023
Kamerstuk 2003-2004 KST72026
Kamerstuk 2003-2004 KST72022
Implementatie EU-richtlijn 2001/14/EG.
Kamerstuk 2003-2004 KST70446Handeling 2002-2003 HAN7548A02
Agenda 2002-2003 OVG1060
Handeling 2002-2003 HAN7541A07
Handeling 2002-2003 HAN7541A05
Kamerstuk 2002-2003 KST67615
Agenda 2002-2003 OVG1055
Minister De Boer (VW) verzoekt de behandeling in de Eerste Kamer van de Spoorwegwet en de Concessiewet naar voren te halen. Ten eerste is hij bang dat bij behandeling in april een nieuwe minister extra tijd nodig zal hebben om zich het onderwerp eigen te maken. Ten tweede wijst hij op de krappe planning die ontstaat op het moment dat voorhang- en adviesprocedures pas laat kunnen worden ingezet. Het is de bedoeling dat de beide wetten, plus bijbehorende algemene maatregelen van bestuur, op 1 januari 2004 in werking treden.
Kamerstuk 2002-2003 KST67064Kamerstuk 2002-2003 KST66542
Kamerstuk 2002-2003 KST64161
Kamerstuk 2001-2002 KST62887
Agenda 2001-2002 OVG999
Kamerstuk 2001-2002 KST62330
Kamerstuk 2001-2002 KST61577
Handeling 2001-2002 HAN7407A10
Handeling 2001-2002 HAN7404A07
Handeling 2001-2002 HAN7404A05
Kamerstuk 2001-2002 KST61430
Kamerstuk 2001-2002 KST61421
Kamerstuk 2001-2002 KST61391
Agenda 2001-2002 OVG974
Kamerstuk 2001-2002 KST61141
Agenda 2001-2002 OVG973
Kamerstuk 2001-2002 KST61142
De minister is verantwoordelijk voor aanleg, beheer en onderhoud van de hoofdspoorweginfrastructuur.
Kamerstuk 2001-2002 KST61061Kamerstuk 2001-2002 KST60894
Agenda 2001-2002 OVG970
Betreft de mogelijkheid voor de minister om nieuwe partijen op de onderhoudsmarkt toe te laten en hen nieuwe werkplaatsen en los- en laadvoorzieningen te laten bouwen.
Kamerstuk 2001-2002 KST60868Kamerstuk 2001-2002 KST60870
De minister is verantwoordelijk voor aanleg, beheer en onderhoud van de hoofdspoorweginfrastructuur, maar ook voor personenvervoer en goederenvervoer over de hoofdspoorweginfrastructuur.
Kamerstuk 2001-2002 KST60867Kamerstuk 2001-2002 KST60869
Handeling 2001-2002 HAN7393A08
Agenda 2001-2002 OVG967
Handeling 2001-2002 HAN7393A04
Kamerstuk 2001-2002 KST60732
Handeling 2001-2002 HAN7391A05
Kamerstuk 2001-2002 KST60731
Handeling 2001-2002 HAN7391A03
Kamerstuk 2001-2002 KST60730
Herdruk i.v.m. wijziging van de indiener.
Kamerstuk 2001-2002 KST60704Kamerstuk 2001-2002 KST60702
Kamerstuk 2001-2002 KST60576
Kamerstuk 2001-2002 KST60594
Kamerstuk 2001-2002 KST60589
Kamerstuk 2001-2002 KST60578
Agenda 2001-2002 OVG966
Kamerstuk 2001-2002 KST60573
Kamerstuk 2001-2002 KST60591
Kamerstuk 2001-2002 KST60584
Kamerstuk 2001-2002 KST60575
Kamerstuk 2001-2002 KST60593
Kamerstuk 2001-2002 KST60588
Kamerstuk 2001-2002 KST60577
Daarnaast wordt voorgesteld eisen te stellen aan de beheerder m.b.t. financiële draagkracht en beroepsbekwaamheid.
Kamerstuk 2001-2002 KST60572Kamerstuk 2001-2002 KST60590
Kamerstuk 2001-2002 KST60579
Kamerstuk 2001-2002 KST60574
De minister is ook verantwoordelijk voor vervoer over het spoor en draagt zorg voor de aanleg van de hoofdspoorweginfrastructuur. Verder betreft het amendement het afsluiten van concessies voor de onderhoud van de hoofdspoorweginfrastructuur, en voor personenvervoer.
Kamerstuk 2001-2002 KST60592Kamerstuk 2001-2002 KST60586
Kamerstuk 2001-2002 KST60552
Kamerstuk 2001-2002 KST60540
Kamerstuk 2001-2002 KST60533
Kamerstuk 2001-2002 KST60545
Kamerstuk 2001-2002 KST60536
Kamerstuk 2001-2002 KST60550
Kamerstuk 2001-2002 KST60538
Deze motie strekt ertoe, de bekostiging te regelen via de gebruikersheffing en niet in separate contractuele afspraken tussen beheerder en vervoerder(s).
Kamerstuk 2001-2002 KST60543Betreft het verzoek te wachten met vervanging van de tijdelijk aangestelde rijksambtenaren in de raad van commissarissen van de NV Nederlandse Spoorwegen totdat de publieke belangen zijn veiliggesteld.
Kamerstuk 2001-2002 KST60535Kamerstuk 2001-2002 KST60547
Kamerstuk 2001-2002 KST60537
Agenda 2001-2002 OVG964
Agenda 2001-2002 OVG961
Kamerstuk 2001-2002 KST60386
Kamerstuk 2001-2002 KST60379
Kamerstuk 2001-2002 KST60388
Kamerstuk 2001-2002 KST60382
Kamerstuk 2001-2002 KST60376
Agenda 2001-2002 OVG962
Kamerstuk 2001-2002 KST60390
Kamerstuk 2001-2002 KST60385
Kamerstuk 2001-2002 KST60378
Kamerstuk 2001-2002 KST60387
Kamerstuk 2001-2002 KST60380
Kamerstuk 2001-2002 KST60389
Kamerstuk 2001-2002 KST60383
Kamerstuk 2001-2002 KST60377
Agenda 2001-2002 OVG958
Agenda 2001-2002 OVG957
Agenda 2001-2002 OVG956
Agenda 2001-2002 OVG954
Agenda 2001-2002 OVG953
Agenda 2001-2002 OVG952
waarom is niet gekozen voor een andere rolverdeling en dus een ander wetsvoorstel?
Kamerstuk 2001-2002 KST59497Kamerstuk 2001-2002 KST59498
Kamerstuk 2001-2002 KST59217
Kamerstuk 2001-2002 KST58540
In deze vierde nota van wijziging wordt het particulier beheer van de railinfrastructuur in het kader van een concessiestelsel ingevoerd. In verband daarmee wordt de aanvankelijk voorgestelde regeling van de capaciteitsverdeling gewijzigd. In plaats van een publiekrechtelijke regeling wordt nu een regeling door middel van overeenkomst in het kader van de verhouding tussen de beheerder en spoorwegonderneming voorgesteld. Daarmee wordt tevens de uitvoering van richtlijn nr. 2001/14/EEG beoogd. In dat kader wordt de overdracht van het eigendom van de infrastructuur aan de staat geregeld, worden de (oorspronkelijk voorgestelde) drie taakorganisaties tot één infrabeheerorganisatie samengevoegd, wordt de verantwoordelijkheid van de overheid voor de zorg voor de veiligheid geregeld alsmede het onafhankelijk toezicht door de NMa op de toewijzing van de capaciteit.
Kamerstuk 2001-2002 KST58541Agenda 2001-2002 OVG910
Agenda 2001-2002 OVG912
Agenda 2001-2002 OVG908
Agenda 2001-2002 OVG907
Agenda 2001-2002 OVG906
Agenda 2001-2002 OVG904
Agenda 2001-2002 OVG903
Een belangrijk deel van de wijzigingen is redactioneel of technisch van aard. Verder is een aantal aanpassingen aangebracht naar aanleiding van vragen en opmerkingen in het verslag van de Tweede Kamer. Voor de toelichting hierop wordt verwezen naar de nota naar aanleiding van het verslag (kamerstuk 27482 nr. 11). Tot slot zijn enekele wijzigingen doorgevoerd met betrekking tot de Spoorwegbeheersorganisatie.
Kamerstuk 2000-2001 KST53299uitvoeringsaspecten, bedrijfseffecten, milieugevolgen, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.
Kamerstuk 2000-2001 KST53298De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft een aantal vragen en opmerkingen over het wetsvoorstel.
Kamerstuk 2000-2001 KST52057Kamerstuk 2000-2001 KST51606
Op verzoek van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat wordt de samenvoeging van de wetsvoorstellen Spoorwegnet en Concessiewet personenvervoer per trein teruggedraaid. De minister gaat er wel van uit dat de mogelijkheid van een spoedige parlementaire afhandeling van beide wetsvoorstellen blijft bestaan.
Kamerstuk 2000-2001 KST51605Kamerstuk 2000-2001 KST50927
Kamerstuk 2000-2001 KST50793
Kamerstuk 2000-2001 KST50803
Kamerstuk 2000-2001 KST49722
de regeling van de instelling van een gebruikersraad voor de Spoorwegbeheersorganisatie. Voor een overgangsperiode zullen de taken van de Spoorwegbeheersorganisatie worden uitgevoerd door de NS Railinfrabeheer b.v., Railned b.v. en NS Verkeersleiding b.v. die voorafgaand aan invoering van de voorgestelde wet worden losgemaakt van het NS-concern. Spoorwegen worden in het wetsvoorstel ingedeeld in hoofdspoorwegen (vrijwel het gehele net dat tot dusverre bij de NS in beheer is geweest), lokale spoorwegen (tram, metro en particuliere spoorlijnen) en bijzondere spoorwegen. De voorgestelde wet heeft vrijwel uitsluitend betrekking op de als zodanig aan te wijzen hoofdspoorwegen (gelet op het zwaartepunt van de verantwoordelijkheid van de centrale overheid). Op de lokale spoorwegen zal de nieuwe regelgeving beperkt blijven tot een overwegend technische modernisering van de bestaande, veelal sterk verouderde, uitvoeringsregelgeving (door middel van algemene maatregelen van bestuur). Hoofddoelstelling van het beleid is het vergroten van de rol van het treinvervoer in de (stijging van het) totale vervoer, om via die weg een wezenlijke bijdrage te leveren aan de gewenste bereikbaarheid binnen de grenzen die met het oog op het milieu worden gesteld. Zaken die uitsluitend het personenvervoer betreffen, zoals concessieverlening en de rolverdeling tussen betrokken overheden bij het openbaar vervoer, horen thuis in de Wet personenvervoer 2000 (Stb. 2000, 314). Waar nodig, bijvoorbeeld waar zich raakvlakken voordoen tussen verschillende soorten infrastructuur, en bij nieuwe ontwikkelingen zoals 'light rail', zal moeten worden bezien op welke wijze op basis van de nieuwe Spoorwegwet overheidsinterventie op zijn plaats is.
Kamerstuk 2000-2001 KST49041Kamerstuk 2000-2001 KST49043
de regeling van de instelling van een gebruikersraad voor de Spoorwegbeheersorganisatie. Voor een overgangsperiode zullen de taken van de Spoorwegbeheersorganisatie worden uitgevoerd door de NS Railinfrabeheer b.v., Railned b.v. en NS Verkeersleiding b.v. die voorafgaand aan invoering van de voorgestelde wet worden losgemaakt van het NS-concern. Spoorwegen worden in het wetsvoorstel ingedeeld in hoofdspoorwegen (vrijwel het gehele net dat tot dusverre bij de NS in beheer is geweest), lokale spoorwegen (tram, metro en particuliere spoorlijnen) en bijzondere spoorwegen. De voorgestelde wet heeft vrijwel uitsluitend betrekking op de als zodanig aan te wijzen hoofdspoorwegen (gelet op het zwaartepunt van de verantwoordelijkheid van de centrale overheid). Op de lokale spoorwegen zal de nieuwe regelgeving beperkt blijven tot een overwegend technische modernisering van de bestaande, veelal sterk verouderde, uitvoeringsregelgeving (door middel van algemene maatregelen van bestuur). Hoofddoelstelling van het beleid is het vergroten van de rol van het treinvervoer in de (stijging van het) totale vervoer, om via die weg een wezenlijke bijdrage te leveren aan de gewenste bereikbaarheid binnen de grenzen die met het oog op het milieu worden gesteld. Zaken die uitsluitend het personenvervoer betreffen, zoals concessieverlening en de rolverdeling tussen betrokken overheden bij het openbaar vervoer, horen thuis in de Wet personenvervoer 2000 (Stb. 2000, 314). Waar nodig, bijvoorbeeld waar zich raakvlakken voordoen tussen verschillende soorten infrastructuur, en bij nieuwe ontwikkelingen zoals 'light rail', zal moeten worden bezien op welke wijze op basis van de nieuwe Spoorwegwet overheidsinterventie op zijn plaats is.
Kamerstuk 2000-2001 KST49038