Agenda 2002-2003 OVG1060
Memorie van Antwoord inzake de Wet elektronische handtekeningen als reactie op vragen van de CDA en VVD fractie over de eisen die de wet stelt aan de controle op de juistheid van de elektronische handtekening en de identiteit van de persoon die de handtekening plaatst. De minister stelt dat de eisen niet zwaarder of lichter moeten zijn dan de eisen aan een handgeschreven handtekening. "Er zullen elektronische equivalenten verzonnen moeten worden om aan deze eisen te kunnen voldoen", stelt hij.
Kamerstuk 2002-2003 KST63879Agenda 2001-2002 OVG972
Handeling 2001-2002 HAN7384A02
Agenda 2001-2002 OVG954
Agenda 2001-2002 OVG953
Agenda 2001-2002 OVG952
Betreft een verwijzing naar artikel 2.1 van de Telecommunicatiewet.
Kamerstuk 2001-2002 KST58714Minister Korthals (Jus) gaat in op vragen en opmerkingen die de vaste commissie voor Justitie heeft gemaakt in het verslag (kamerstuk 27743, nr. 5).
Kamerstuk 2001-2002 KST58074Bevat vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Justitie over het wetsvoorstel.
Kamerstuk 2000-2001 KST54647Richtlijn nr. 1999/93/EG van de Europese Unie van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PbEG L 13) wil het gebruik van elektronische handtekeningen vergemakkelijken en bijdragen tot een wettelijk erkenning ervan. Dit wetsvoorstel strekt tot uitvoering van de richtlijn. Het regelt de rechtsgevolgen van elektronische handtekenningen, waaronder de gelijkstelling van elektronische handtekeningen aan handgeschreven handtekeningen op papieren dragers. Daarnaast bevat het wetsvoorstel een aansprakelijkheidsbepaling voor certificatiedienstverleners die gekwalificeerde certificaten uitgeven. Voor deze certificatiedienstverleners is bovendien voorzien in een toezichtsysteem en de mogelijkheid tot het invoeren van een vrijwillige accreditatieregeling ter verbetering van de certificatiedienstverlening.
Kamerstuk 2000-2001 KST53167Kamerstuk 2000-2001 KST53170
Richtlijn nr. 1999/93/EG van de Europese Unie van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PbEG L 13) wil het gebruik van elektronische handtekeningen vergemakkelijken en bijdragen tot een wettelijk erkenning ervan. Dit wetsvoorstel strekt tot uitvoering van de richtlijn. Het regelt de rechtsgevolgen van elektronische handtekenningen, waaronder de gelijkstelling van elektronische handtekeningen aan handgeschreven handtekeningen op papieren dragers. Daarnaast bevat het wetsvoorstel een aansprakelijkheidsbepaling voor certificatiedienstverleners die gekwalificeerde certificaten uitgeven. Voor deze certificatiedienstverleners is bovendien voorzien in een toezichtsysteem en de mogelijkheid tot het invoeren van een vrijwillige accreditatieregeling ter verbetering van de certificatiedienstverlening.
Kamerstuk 2000-2001 KST53169