Kamerstuk 2008-2009 KST133573
Kamerstuk 2008-2009 KST129642
Kamerstuk 2008-2009 KST128327
Kamerstuk 2008-2009 KST128237
Handeling 2008-2009 HAN8371A03
Handeling 2008-2009 HAN8363A02
Handeling 2008-2009 HAN8364A06
Handeling 2008-2009 HAN8364A08
Agenda 2008-2009 OVG1520
Agenda 2008-2009 OVG1518
Kamerstuk 2007-2008 KST119258
Kamerstuk 2007-2008 KST119200
Kamerstuk 2007-2008 KST113851
Kamerstuk 2006-2007 KST107093
Kamerstuk 2004-2005 KST83727
Agenda 2004-2005 OVG1192
Handeling 2004-2005 HAN7747A06
Kamerstuk 2004-2005 KST80167
Handeling 2004-2005 HAN7745A08
Kamerstuk 2004-2005 KST79893
Agenda 2004-2005 OVG1177
De motivering voor deze wijziging is gelegen in het feit dat het in beide leden gaat om regelingsopdrachen aan de wetgever. In beide leden, die betrekking hebben op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, is geen onvervreemdbaar grondrecht (subjectief recht) voor de burger vastgelegd.
Kamerstuk 2004-2005 KST79805Artikel 2 van de Grondwet betreft het Nederlanderschap, en onder meer het vreemdelingenbeleid en het recht het land te verlaten. Dit artikel kent geen vergelijkbare bepalingen in internationale verdragen. Het gewijzigde amendement beperkt het voorstel tot uitsluiting tot het eerste en tweede lid van artikel 2.
Kamerstuk 2004-2005 KST79806Met deze wijziging wordt artikel 20, derde lid van de Grondwet (het recht op bijstand) van voor toetsing vatbare rechten uitgesloten, aangezien dit weliswaar is opgezet als de erkenning van een subjectief recht, maar ook als regelingsopdracht is aan te merken.
Kamerstuk 2004-2005 KST79735Kamerstuk 2004-2005 KST79807
Agenda 2004-2005 OVG1175
Agenda 2004-2005 OVG1172
Handeling 2003-2004 HAN7731A04
Handeling 2003-2004 HAN7728A06
Agenda 2003-2004 OVG1169
Handeling 2003-2004 HAN7727A02
Artikel 2 van de Grondwet betreft het Nederlanderschap, en onder meer het vreemdelingenbeleid en het recht het land te verlaten. Dit artikel kent geen vergelijkbare bepalingen in internationale verdragen.
Kamerstuk 2003-2004 KST79242Genoemd artikellid beoogt een waarborg te bieden voor een voldoende aantal openbare basisscholen in elke gemeente.
Kamerstuk 2003-2004 KST79241Dit artikellid betreft een sociaal grondrecht en kent geen vergelijkbare bepaling in een internationaal verdrag.
Kamerstuk 2003-2004 KST79243Agenda 2003-2004 OVG1167
Agenda 2003-2004 OVG1165
Kamerstuk 2003-2004 KST75861
Kamerstuk 2003-2004 KST71675
Kamerstuk 2002-2003 KST69888
het advies van de Raad voor de Rechtspraak en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak.
Kamerstuk 2002-2003 KST69885het advies van de Raad voor de Rechtspraak en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak.
Kamerstuk 2002-2003 KST69882Kamerstuk 2002-2003 KST69889
Kamerstuk 2002-2003 KST69565
Kamerstuk 2002-2003 KST64386
Agenda 2001-2002 OVG983
Dit initiatief wetsvoorstel beoogt de invoering van een beperkte bevoegdheid tot constitutionele toetsing door de rechter. De rechter zal de bevoegdheid krijgen formele wetten te toetsen aan een aantal, in een nieuw tweede lid van artikel 120 van de Grondwet met name genoemde grondrechten. Dit is wenselijk gezien het feit dat de samenleving steeds pluriformer wordt wat betreft bevolkingssamenstelling, culturen en opvattingen waardoor het collectieve belang dat de wetgever vertegenwoordigt in het individuele geval een tegengesteld onrechtvaardig effect kan hebben. Grondrechten noch wetten behoren statisch te zijn. In een zich snel ontwikkelende steeds meer internationaal georiƫnteerde samenleving dient de verhouding tussen burgers en overheid, en de wetten en grondrechten die deze verhouding bepalen, te kunnen worden herijkt.
Kamerstuk 2001-2002 KST61044Dit initiatief wetsvoorstel beoogt de invoering van een beperkte bevoegdheid tot constitutionele toetsing door de rechter. De rechter zal de bevoegdheid krijgen formele wetten te toetsen aan een aantal, in een nieuw tweede lid van artikel 120 van de Grondwet met name genoemde grondrechten. Dit is wenselijk gezien het feit dat de samenleving steeds pluriformer wordt wat betreft bevolkingssamenstelling, culturen en opvattingen waardoor het collectieve belang dat de wetgever vertegenwoordigt in het individuele geval een tegengesteld onrechtvaardig effect kan hebben. Grondrechten noch wetten behoren statisch te zijn. In een zich snel ontwikkelende steeds meer internationaal georiƫnteerde samenleving dient de verhouding tussen burgers en overheid, en de wetten en grondrechten die deze verhouding bepalen, te kunnen worden herijkt.
Kamerstuk 2001-2002 KST61043Kamerstuk 2001-2002 KST61042