Betreft de Britse delisting procedure van de Organisatie van Volksmujahedeen van Iran, Mujahedin-e Khalq Organisatie (MKO). Delisting betekent verwijdering van de Britse nationale bevriezingslijst.
Kamerstuk 2008-2009 KST122537Kamerstuk 2007-2008 KST121070
Minister Verhagen (BuZa) geeft in deze brief een kort overzicht van de stand van zaken in het Britse proces rondom de plaatsing van de Organisatie van Volksmujahedeen van Iran, Mujahedin-e Khalq Organisatie (MKO), op de Britse nationale terrorismelijst.
Kamerstuk 2007-2008 KST121080Herdruk in verband met het afdrukken van de juiste brief van 9 maart aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie.
Kamerstuk 2006-2007 KST106252De vragen en antwoorden hebben specifiek betrekking op de mogelijke heroverweging van de plaatsing van de Mujahedin-e Khalq Organisation (MKO) op de EU-lijst (= EU-terrorismelijst), in verband met uitleg van het dictum van een recent arrest van het Gerecht in Eerste Aanleg over het besluit om het MKO op de EU-lijst te plaatsen.
Kamerstuk 2006-2007 KST106154De minister geeft een reactie op de motie-Franken c.s. over verbetering procedures voor de plaatsing op en verwijdering van de lijsten van terroristische organisaties (kamerstuk 28764, nr. E) en gaat daarbij in op welke inspanningen Nederland reeds heeft geleverd, de verbeterde procedures en over wat Nederland nog voornemens te doen is.
Kamerstuk 2006-2007 KST104353Handeling 2006-2007 HAN8059A05
Handeling 2006-2007 HAN8059A08
Agenda 2006-2007 OVG1356
Agenda 2006-2007 OVG1355
Bevat enkele vragen van de vaste commissie voor Justitie.
Kamerstuk 2006-2007 KST100723Agenda 2005-2006 OVG1341
Kamerstuk 2005-2006 KST98605
Kamerstuk 2005-2006 KST98608
Agenda 2005-2006 OVG1333
Kamerstuk 2005-2006 KST98072
Kamerstuk 2005-2006 KST98033
Agenda 2005-2006 OVG1329
Agenda 2005-2006 OVG1328
Agenda 2005-2006 OVG1327
Agenda 2005-2006 OVG1325
Agenda 2005-2006 OVG1321
Agenda 2005-2006 OVG1319
Agenda 2005-2006 OVG1317
Agenda 2005-2006 OVG1315
Agenda 2005-2006 OVG1313
Agenda 2005-2006 OVG1311
Kamerstuk 2005-2006 KST95595
Kamerstuk 2005-2006 KST95596
Kamerstuk 2005-2006 KST95558
Kamerstuk 2005-2006 KST95557
Agenda 2005-2006 OVG1309
Agenda 2005-2006 OVG1306
Agenda 2005-2006 OVG1303
Agenda 2004-2005 OVG1236
Agenda 2004-2005 OVG1234
Agenda 2004-2005 OVG1230
Agenda 2004-2005 OVG1228
Kamerstuk 2004-2005 KST83174
Kamerstuk 2004-2005 KST83175
Kamerstuk 2002-2003 KST67319
In Nederland wordt de regeling wordt de erkenning van in het buitenland gevestigde juridische lichamen thans geregeld in de Wet conflictenrecht corporaties die op 1 januari 1998 in werking is getreden. niet-gouvernementele organisaties (NGO's) vallen onder het begrip corporaties. Met betrekking tot de erkenning in Nederland van buitenlandse NGO's geldt dat organisaties die vallen onder de toepassing van onderhavig verdrag, ook binnen de (ruimere) reikwijdte van de Wet conflictenrecht vallen. Het verdrag doet dan ook geen afbreuk aan het bestaande stelsel van erkenning van buitenlandse juridische lichamen in Nederland. Gezien die bestaande regeling is het onderhavige verdrag met name van belang voor de erkenning in het buitenland van (het grote aantal) in Nederland gevestigde internationale NGO's. Een aantal van de bedoelde organisaties heeft aangegeven dat ze problemen hebben ondervonden als gevolg van niet-erkenning in het buitenland en dat ze ontevreden zijn over hun status. Met het verdrag wordt de rechtspersoonlijkheid en rechtsbevoegdheid van in Nederland gevestigde niet-gouvernementele organisaties in de zin van artikel 1 van het verdrag, zoals verkregen in het land waar de statutaire zetel is gevestigd, van rechtswege erkend. Het verdrag gaat onder meer in op de voorwaarden waaraan een organisatie moet voldoen om binnen het toepassingsbereik van het verdrag te vallen, alsmede op aspecten van openbare orde die erkenning in de weg zouden kunnen staan.
Kamerstuk 2002-2003 KST66354Kamerstuk 2002-2003 KST66357
In Nederland wordt de regeling wordt de erkenning van in het buitenland gevestigde juridische lichamen thans geregeld in de Wet conflictenrecht corporaties die op 1 januari 1998 in werking is getreden. niet-gouvernementele organisaties (NGO's) vallen onder het begrip corporaties. Met betrekking tot de erkenning in Nederland van buitenlandse NGO's geldt dat organisaties die vallen onder de toepassing van onderhavig verdrag, ook binnen de (ruimere) reikwijdte van de Wet conflictenrecht vallen. Het verdrag doet dan ook geen afbreuk aan het bestaande stelsel van erkenning van buitenlandse juridische lichamen in Nederland. Gezien die bestaande regeling is het onderhavige verdrag met name van belang voor de erkenning in het buitenland van (het grote aantal) in Nederland gevestigde internationale NGO's. Een aantal van de bedoelde organisaties heeft aangegeven dat ze problemen hebben ondervonden als gevolg van niet-erkenning in het buitenland en dat ze ontevreden zijn over hun status. Met het verdrag wordt de rechtspersoonlijkheid en rechtsbevoegdheid van in Nederland gevestigde niet-gouvernementele organisaties in de zin van artikel 1 van het verdrag, zoals verkregen in het land waar de statutaire zetel is gevestigd, van rechtswege erkend. Het verdrag gaat onder meer in op de voorwaarden waaraan een organisatie moet voldoen om binnen het toepassingsbereik van het verdrag te vallen, alsmede op aspecten van openbare orde die erkenning in de weg zouden kunnen staan.
Kamerstuk 2002-2003 KST66356