Agenda 2005-2006 OVG1276
Handeling 2004-2005 HAN7777A11
Handeling 2004-2005 HAN7777A08
Agenda 2004-2005 OVG1192
Kamerstuk 2003-2004 KST79059
Kamerstuk 2003-2004 KST76233
Kamerstuk 2003-2004 KST76226
Agenda 2003-2004 OVG1127
Dit amendement geeft onderzoekers wettelijke bescherming van hun recht op het publiceren van onderzoeksresultaten.
Kamerstuk 2003-2004 KST73170[Met 'Seeding trials' wordt bedoeld: 'ongewenste beïnvloeding van het voorschrijfgedrag van artsen'].
Kamerstuk 2003-2004 KST73124Dit amendement geeft onderzoekers wettelijke bescherming van hun recht op het publiceren van onderzoeksresultaten. Opdrachtgevers zouden publicatie niet moeten tegenhouden ook al zouden de bevindingen hun onwelgevallig zijn.
Kamerstuk 2003-2004 KST73123Agenda 2003-2004 OVG1117
Agenda 2003-2004 OVG1114
Agenda 2003-2004 OVG1111
Agenda 2003-2004 OVG1109
Dit amendement strekt ertoe onafhankelijkheid van onderzoek, onder meer in de omgang met financiers, zoveel mogelijk te garanderen door een buffer te scheppen tussen financiering en onderzoek.
Kamerstuk 2003-2004 KST71943Dit amendement strekt ertoe de termijnen voor het beoordelen van bezwaren in het nieuwe artikel 13i van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, te verlengen.
Kamerstuk 2003-2004 KST71942Kamerstuk 2003-2004 KST71948
Dit amendement beoogt te regelen dat een onderzoek niet goedgekeurd kan worden, als in het onderzoeksprotocol wordt vermeld dat de verrichter zonder opgave van redenen het onderzoek kan stoppen.
Kamerstuk 2003-2004 KST71946Naast het herstellen van onvolkomenheden wordt met deze nota van wijziging een overgangsregime gecreëerd voor aanvragen om een positief oordeel van een ethische commissie waarop nog niet onherroepelijk is beslist.
Kamerstuk 2003-2004 KST71536Agenda 2003-2004 OVG1104
Agenda 2003-2004 OVG1102
Agenda 2003-2004 OVG1100
Kamerstuk 2002-2003 KST69623
Onderhavige wijziging voorziet in aanpassingen van het opschrift en de overwegingen van het wetsvoorstel in verband met de noodzakelijk geachte Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (WOG). In het opschrift van het wetsvoorstel wordt, na: 'Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen', ingevoegd: 'Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (WOG)'. Verder houden de wijzigingen verband met onder meer een aanpassing van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) in verband met schade-uitkering in geval van dood of letsel van de proefpersoon.
Kamerstuk 2002-2003 KST69619Vragen en opmerkingen van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welijn en Sport.
Kamerstuk 2002-2003 KST67623Bij proeven met mensen voor de ontwikkelen van geneesmiddelen wordt het richtsnoer voor Good Clinical Practice (GCP) gebruikt, dat is geïnspireerd op de Verklaring van Helsinki ter bescherming van de rechten van de mens en de menselijke waardigheid bij toepassingen van de biologie en de geneeskunde. Onder de richtlijnen die naar aanleiding van het richtsnoer zijn opgesteld is richtlijn nr. 2001/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de toepassing van goede klinische praktijken bij de uitvoering van klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PbEG L 121), die door onderhavige wetswijziging wordt geïmplementeerd. De richtlijn beoogt de regelgeving te harmoniseren en vereenvoudigen, zodat de uitvoering van proeven niet langer door de verschillen in regelgeving wordt vertraagd. De richtlijn gaat uit van een duaal stelsel van toetsing. Er moet een gunstig oordeel zijn gegeven door een ethische toetsingscommissie en door de bevoegde instantie moeten geen bezwaren zijn geopperd. Bij implementatie in Nederland wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande (toetsings)praktijk van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. Binnen de richtlijn is bijzondere aandacht voor het onderzoek met minderjarigen en meerderjarige wilsonbekwamen, alsook voor de uitwisseling van gegevens over geneesmiddelenonderzoek met mensen. Voor dit doel wordt een databank ingericht.
Kamerstuk 2002-2003 KST66846Kamerstuk 2002-2003 KST66849
Bij proeven met mensen voor de ontwikkelen van geneesmiddelen wordt het richtsnoer voor Good Clinical Practice (GCP) gebruikt, dat is geïnspireerd op de Verklaring van Helsinki ter bescherming van de rechten van de mens en de menselijke waardigheid bij toepassingen van de biologie en de geneeskunde. Onder de richtlijnen die naar aanleiding van het richtsnoer zijn opgesteld is richtlijn nr. 2001/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de toepassing van goede klinische praktijken bij de uitvoering van klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PbEG L 121), die door onderhavige wetswijziging wordt geïmplementeerd. De richtlijn beoogt de regelgeving te harmoniseren en vereenvoudigen, zodat de uitvoering van proeven niet langer door de verschillen in regelgeving wordt vertraagd. De richtlijn gaat uit van een duaal stelsel van toetsing. Er moet een gunstig oordeel zijn gegeven door een ethische toetsingscommissie en door de bevoegde instantie moeten geen bezwaren zijn geopperd. Bij implementatie in Nederland wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestaande (toetsings)praktijk van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. Binnen de richtlijn is bijzondere aandacht voor het onderzoek met minderjarigen en meerderjarige wilsonbekwamen, alsook voor de uitwisseling van gegevens over geneesmiddelenonderzoek met mensen. Voor dit doel wordt een databank ingericht.
Kamerstuk 2002-2003 KST66848