Agenda 2003-2004 OVG1160
Handeling 2003-2004 HAN7697A02
Kamerstuk 2003-2004 KST76967
De eerder voorgestelde grondslag om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te kunnen stellen aan de ontheffingverlening door de Nederlandsche Bank en aan de voorwaarden waaraan een houder van een ontheffing moet voldoen, is te beperkt gebleken. Daaruit blijkt niet dat bij of krachtens amvb ook regels kunnen worden gesteld ten aanzien van de voorwaarden waaraan een houder van een ontheffing dient te voldoen. Onderhavige wijziging strekt ertoe deze grondslag alsnog te expliciteren.
Kamerstuk 2003-2004 KST76787Kamerstuk 2003-2004 KST76589
Kamerstuk 2003-2004 KST76586
Kamerstuk 2003-2004 KST74071
Kamerstuk 2003-2004 KST74060
Kamerstuk 2003-2004 KST73139
Om het verklaring van geen bezwaar (vvgb)-stelsel te vereenvoudigen en efficiënter te maken, voorziet dit wetsvoorstel onder andere in: 1. het ophogen van de minimumgrens waarop gekwalificeerde deelnemingen in kredietinstellingen en in effecteninstellingen worden getoetst; 2. de introductie van een systeem van vaste bandbreedtes; 3. de koppeling van de vvgb-plicht voor deelnemingen door kredietinstellingen aan het economische risico van de deelneming; 4. het wettelijk expliciteren van de mogelijkheid om zogenaamde paraplu-vvgb's af te geven voor middellijke deelnemingen door kredietinstellingen; en 5. de vervanging van het toetsingscriterium 'ongewenste ontwikkeling van het kredietwezen/verzekeringswezen' door het nieuwe toetsingscriterium 'ongewenste ontwikkeling van de financiële sector'. Daarnaast worden in dit wetsvoorstel een aantal aanpassingen gedaan die geen raakvlak hebben met de herziening van het vvgb-stelsel. De belangrijkste is de aanpassing van de definitie van elektronisch geld. Hierdoor worden ondernemingen of instellingen die elektronische betaalmiddelen uitgeven die vergelijkbaar zijn met elektronisch geld geëxpliciteerd dat zij onder het toezichtregime voor instellingen voor elektronisch geld vallen.
Kamerstuk 2003-2004 KST72574Kamerstuk 2003-2004 KST72578
Om het verklaring van geen bezwaar (vvgb)-stelsel te vereenvoudigen en efficiënter te maken, voorziet dit wetsvoorstel onder andere in: 1. het ophogen van de minimumgrens waarop gekwalificeerde deelnemingen in kredietinstellingen en in effecteninstellingen worden getoetst; 2. de introductie van een systeem van vaste bandbreedtes; 3. de koppeling van de vvgb-plicht voor deelnemingen door kredietinstellingen aan het economische risico van de deelneming; 4. het wettelijk expliciteren van de mogelijkheid om zogenaamde paraplu-vvgb's af te geven voor middellijke deelnemingen door kredietinstellingen; en 5. de vervanging van het toetsingscriterium 'ongewenste ontwikkeling van het kredietwezen/verzekeringswezen' door het nieuwe toetsingscriterium 'ongewenste ontwikkeling van de financiële sector'. Daarnaast worden in dit wetsvoorstel een aantal aanpassingen gedaan die geen raakvlak hebben met de herziening van het vvgb-stelsel. De belangrijkste is de aanpassing van de definitie van elektronisch geld. Hierdoor worden ondernemingen of instellingen die elektronische betaalmiddelen uitgeven die vergelijkbaar zijn met elektronisch geld geëxpliciteerd dat zij onder het toezichtregime voor instellingen voor elektronisch geld vallen.
Kamerstuk 2003-2004 KST72576