Handeling 2007-2008 HAN8242A02
Betreft een beknopt verslag van het overleg dat de vaste commissie voor Justitie op 31 januari 2008 heeft gevoerd met minister Hirsch Ballin (Jus).
Kamerstuk 2007-2008 KST115601Kamerstuk 2007-2008 KST115060
Kamerstuk 2007-2008 KST115062
Indiener wil ook laten vastleggen dat, als het opgeven van de oorspronkelijke nationaliteit niet mogelijk is, betrokkenen geen gebruik zullen maken van een ander paspoort dan het Nederlandse.
Kamerstuk 2007-2008 KST115061Kamerstuk 2007-2008 KST113692
de invoering van het Nederlands als taaleis bij naturalisatie op de Nederlandse Antillen en Aruba.
Kamerstuk 2007-2008 KST111078Handeling 2006-2007 HAN8098A19
Handeling 2006-2007 HAN8098A03
Handeling 2006-2007 HAN8098A20
Kamerstuk 2006-2007 KST105334
Kamerstuk 2006-2007 KST105336
Het gaat om mensen die twee maal een misdrijf hebben gepleegd waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld of mensen die drie maal een misdrijf hebben gepleegd waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twee jaar of meer is gesteld.
Kamerstuk 2006-2007 KST105333Kamerstuk 2006-2007 KST105335
Het gewijzigd amendement beoogt het Nederlanderschap van rechtswege te verlenen aan het kind dat op het grondgebied van Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba is geboren en waarvan de vader of de moeder ten tijde van de geboorte van het kind aldaar toelating en hoofdverblijf heeft.
Kamerstuk 2006-2007 KST105204Kamerstuk 2006-2007 KST105183
Indienster wil zo'n onderzoek vooraf laten gaan aan de inwerkingtreding van de bepaling dat het afstandsvereiste onverkort zal gelden voor een vreemdeling die trouwt met een Nederlander.
Kamerstuk 2006-2007 KST105180Agenda 2006-2007 OVG1377
Kamerstuk 2006-2007 KST101906
Agenda 2006-2007 OVG1353
Handeling 2006-2007 HAN8044A04
Agenda 2006-2007 OVG1352
Kamerstuk 2006-2007 KST101343
Kamerstuk 2006-2007 KST101429
Kamerstuk 2006-2007 KST101430
Kamerstuk 2005-2006 KST101380
Agenda 2006-2007 OVG1350
Agenda 2006-2007 OVG1348
Agenda 2006-2007 OVG1346
Herdruk in verband met toevoeging van het Rijkswetnummer. De globale inhoud van de amvb zal zijn: 'Tot de schadelijke gedragingen kunnen met name worden gerekend de misdrijven tegen de veiligheid van de staat, alsmede terroristische misdrijven genoemd in artikel 83 Wetboek van Strafrecht. Tevens kunnen daaronder worden gerekend de misdrijven waarbij samenspanning is strafbaar gesteld, als ook samenspanning tot deze misdrijven.'
Kamerstuk 2005-2006 KST100687De globale inhoud van de amvb zal zijn: 'Tot de schadelijke gedragingen kunnen met name worden gerekend de misdrijven tegen de veiligheid van de staat, alsmede terroristische misdrijven genoemd in artikel 83 Wetboek van Strafrecht. Tevens kunnen daaronder worden gerekend de misdrijven waarbij samenspanning is strafbaar gesteld, als ook samenspanning tot deze misdrijven.'
Kamerstuk 2005-2006 KST100597Kamerstuk 2005-2006 KST100549
Kamerstuk 2005-2006 KST100548
Agenda 2005-2006 OVG1342
Agenda 2005-2006 OVG1340
Agenda 2005-2006 OVG1339
Agenda 2005-2006 OVG1333
Agenda 2005-2006 OVG1329
Agenda 2005-2006 OVG1328
Agenda 2005-2006 OVG1327
Agenda 2005-2006 OVG1325
Agenda 2005-2006 OVG1321
Agenda 2005-2006 OVG1319
Agenda 2005-2006 OVG1315
Kamerstuk 2005-2006 KST95203
Kamerstuk 2005-2006 KST90373
In 1997 heeft Nederland met de nieuwe Rijkswet op het Nederlanderschap gekozen voor het uitgangspunt dat meervoudige nationaliteit zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Toch is in de periode 1997-2002 in meer dan 62% van de gevallen meervoudige nationaliteit ontstaan. Dat is in ongeveer de helft van de gevallen het gevolg van het feit dat het land van oorsprong afstand van nationaliteit niet toelaat. Bij de andere helft van de gevallen is afstand wel mogelijk, maar kent de wet een vrijstelling van de verplichting om afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit. In de brief van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 27 augustus 2004 (Kamerstuk 28689, nr. 19) over meervoudige nationaliteit en integratie is aangegeven dat het gewenst is de reikwijdte van de vrijstelling van de afstandverplichting te beperken. Daartoe strekt onderhavig wetsvoorstel. De voorgestelde wetswijziging heeft voornamelijk betrekking op de man of vrouw die met een Nederlander getrouwd is en de Nederlandse nationaliteit aanvraagt. Hij of zij zal om Nederlander te kunnen worden afstand moeten doen van zijn/haar oorspronkelijke nationaliteit. Op die wijze wordt bevorderd dat binnen een gezin slechts een nationaliteit aanwezig is en daarmee dat de kinderen alleen nog de Nederlandse nationaliteit hebben. Ook betreft het vreemdelingen die geboren zijn in Nederland, op de Nederlandse Antillen of Aruba, daar tenminste vijf jaar tijdens hun minderjarigheid hoofdverblijf hebben gehad, en daar op het tijdstip van de naturalisatie hun hoofdverblijf hebben. Tot nu toe zijn deze personen vrijgesteld van de verplichting om afstand te doen van hun andere nationaliteit als zij tot Nederlander worden genaturaliseerd. In het wetsvoorstel wordt die vrijstelling beëindigd. Daarnaast betreft het voorstel een wijziging ter bestrijding van het terrorisme. Deze zal het mogelijk maken om het Nederlanderschap in te trekken van de persoon die ernstige schade toebrengt aan de essentiële belangen van de staat, waarbij in het bijzonder gedacht moet worden aan terroristische activiteiten.
Kamerstuk 2004-2005 KST88399Kamerstuk 2004-2005 KST88403
Kamerstuk 2004-2005 KST88397
In 1997 heeft Nederland met de nieuwe Rijkswet op het Nederlanderschap gekozen voor het uitgangspunt dat meervoudige nationaliteit zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Toch is in de periode 1997-2002 in meer dan 62% van de gevallen meervoudige nationaliteit ontstaan. Dat is in ongeveer de helft van de gevallen het gevolg van het feit dat het land van oorsprong afstand van nationaliteit niet toelaat. Bij de andere helft van de gevallen is afstand wel mogelijk, maar kent de wet een vrijstelling van de verplichting om afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit. In de brief van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 27 augustus 2004 (Kamerstuk 28689, nr. 19) over meervoudige nationaliteit en integratie is aangegeven dat het gewenst is de reikwijdte van de vrijstelling van de afstandverplichting te beperken. Daartoe strekt onderhavig wetsvoorstel. De voorgestelde wetswijziging heeft voornamelijk betrekking op de man of vrouw die met een Nederlander getrouwd is en de Nederlandse nationaliteit aanvraagt. Hij of zij zal om Nederlander te kunnen worden afstand moeten doen van zijn/haar oorspronkelijke nationaliteit. Op die wijze wordt bevorderd dat binnen een gezin slechts een nationaliteit aanwezig is en daarmee dat de kinderen alleen nog de Nederlandse nationaliteit hebben. Ook betreft het vreemdelingen die geboren zijn in Nederland, op de Nederlandse Antillen of Aruba, daar tenminste vijf jaar tijdens hun minderjarigheid hoofdverblijf hebben gehad, en daar op het tijdstip van de naturalisatie hun hoofdverblijf hebben. Tot nu toe zijn deze personen vrijgesteld van de verplichting om afstand te doen van hun andere nationaliteit als zij tot Nederlander worden genaturaliseerd. In het wetsvoorstel wordt die vrijstelling beëindigd. Daarnaast betreft het voorstel een wijziging ter bestrijding van het terrorisme. Deze zal het mogelijk maken om het Nederlanderschap in te trekken van de persoon die ernstige schade toebrengt aan de essentiële belangen van de staat, waarbij in het bijzonder gedacht moet worden aan terroristische activiteiten.
Kamerstuk 2004-2005 KST88401