de bepaling inzake het instellen van appel door middel van een brief van de griffie. Ten slotte gaat de minister nog in op de budgettaire gevolgen van de inwerkingtreding.
Kamerstuk 2006-2007 KST103897Handeling 2006-2007 HAN8049A05
Handeling 2006-2007 HAN8049A03
Agenda 2006-2007 OVG1347
Kamerstuk 2005-2006 KST100540
Kamerstuk 2005-2006 KST100218
Kamerstuk 2005-2006 KST100179
Kamerstuk 2005-2006 KST96581
Handeling 2005-2006 HAN7979A09
Kamerstuk 2005-2006 KST96186
Kamerstuk 2005-2006 KST96079
Agenda 2005-2006 OVG1315
Handeling 2005-2006 HAN7969A06
Kamerstuk 2005-2006 KST95939
Agenda 2005-2006 OVG1309
Agenda 2005-2006 OVG1306
Agenda 2005-2006 OVG1303
Agenda 2005-2006 OVG1301
Agenda 2005-2006 OVG1298
Kamerstuk 2005-2006 KST94068
Kamerstuk 2005-2006 KST94067
Kamerstuk 2005-2006 KST92869
Kamerstuk 2005-2006 KST90312
Bijlage BLG6240
Kamerstuk 2005-2006 KST90307
Bijlage BLG6239
de gevolgen voor de uitvoering (hoofdstuk 5). Hoofdstuk 6 ten slotte bevat de artikelsgewijze toelichting.
Kamerstuk 2005-2006 KST90310Bijlage BLG6241
Bijlage BLG6238
Onderhavig wetsvoorstel betreft de stroomlijning van de procedure in hoger beroep in strafzaken, zoals aangekondigd in de notitie 'Algemeen kader herziening Wetboek van Strafvordering' (Kamerstuk 29271, nr. 1). Het wetsvoorstel komt voort uit de wens de middelen voor de strafrechtspleging doelmatig in te zetten en dubbeling van werkzaamheden zoveel mogelijk te voorkomen. De kern van het voorstel is het hoger beroep in strafzaken van enig gewicht vorm te geven als een 'voortbouwend appèl'. Tevens worden voorstellen gedaan met betrekking tot uiteenlopende zaken als het instellen van rechtsmiddelen, de terugwijzing naar de eerste aanleg en het wegnemen van enkele beperkingen in de straftoemeting in hoger beroep. Het voorstel de betekeningsverplichting van wijzigingen van de telastlegging in verstekzaken te nuanceren raakt niet alleen de behandeling in hoger beroep, maar ook die in de eerste aanleg. Ook wordt in dit voorstel gevolg gegeven aan de wens van het Openbaar Ministerie om, in verband met de toenemende werkdruk, het stelsel van rechtsmiddelen in lichte strafzaken nader te bezien. Voorgesteld wordt om, door een verhoging van de appèlgrens inzake overtredingen, een besparing mogelijk te maken op het beslag van rechterlijke capaciteit in zaken van relatief gering belang.
Kamerstuk 2005-2006 KST90308