Op 23 september 2009 heeft de minister samen met de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport overleg gevoerd met de vaste commissies voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de voortgang van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Tijdens dit overleg is ten aanzien van twee vragen toegezegd dat hij daar schriftelijk op zou reageren. Het betreft allereerst de vraag van mevrouw Van Miltenburg (VVD) om een schriftelijke uiteenzetting van de ingeboekte besparingen op de (voormalige) BU-maatregel en de WTCG-maatregel. Ten tweede heeft de heer Omtzigt (CDA) vragen gesteld over het Besluit tegemoetkoming specifieke zorgkosten.
Kamerstuk 2009-2010 KST135884Handeling 2008-2009 HAN8470A05
Kamerstuk 2008-2009 KST133698
Betreft de Inkeerregeling voor verzwegen inkomsten uit vermogen in box 3.
Kamerstuk 2008-2009 KST133416Handeling 2008-2009 HAN8458A09
Handeling 2008-2009 HAN8458A07
Herdruk in verband met foutieve naam bij de motie.
Kamerstuk 2008-2009 KST133000Kamerstuk 2008-2009 KST132936
In deze brief schetst minister Klink (VWS), op verzoek van de Kamer, de contouren op hoofdlijnen van de nieuwe tegemoetkomingsregeling voor specifieke zorgkosten (TSZ-regeling), die in de plaats komt van de Regeling tegemoetkoming buitengewone uitgaven (TBU-regeling).
Kamerstuk 2008-2009 KST132853Kamerstuk 2008-2009 KST132790
Bijlage 2008-2009 BLG20481
Kamerstuk 2008-2009 KST132697
Agenda 2008-2009 OVG1571
Handeling 2008-2009 HAN8452A11
de wijze van voorleggen van (delen uit) het Aanvullend Beleidsakkoord aan Actal [ter uitvoering van de eerder aangenomen motie Pechtold - Rutte (Kamerstuk 31070, nr. 55)].
Kamerstuk 2008-2009 KST131716Handeling 2008-2009 HAN8445A05
Kamerstuk 2008-2009 KST131622
Kamerstuk 2008-2009 KST131555
Kamerstuk 2008-2009 KST131558
Kamerstuk 2008-2009 KST131424
[namens de minister van EZ] de motie Omtzigt/Tang (Kamerstuk 31301, nr. 29) om een beroep te kunnen doen op gelden van de Europese Investeringsbank door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen. Met onderhavige brief gaat De Jager tevens in op een toezegging die minister Van der Laan (WWI) tijdens een algemeen overleg over de woningmarkt op 27 mei 2009 heeft gedaan, om uit te zoeken in hoeverre dubbele hypotheekrenteaftrek mogelijk is nadat de tweede woning tijdelijk is verhuurd.
Kamerstuk 2008-2009 KST131508Kamerstuk 2008-2009 KST131190
Vervanging in verband met wijziging in de ondertekening.
Kamerstuk 2008-2009 KST131162Kamerstuk 2008-2009 KST131185
Kamerstuk 2008-2009 KST131187
Kamerstuk 2008-2009 KST131159
Kamerstuk 2008-2009 KST131146
Kamerstuk 2008-2009 KST131189
Agenda 2008-2009 OVG1563
Door middel van de voorgestelde maatregel wordt de ondernemer nadrukkelijk gestimuleerd om te blijven investeren in zijn werknemers door naast de aftrekbare scholingskosten een exta aftrek toe te kennen ter grootte van 100% van het geïnvesteerde bedrag in opleidingen.
Kamerstuk 2008-2009 KST131161Kamerstuk 2008-2009 KST131157
Kamerstuk 2008-2009 KST131186
Kamerstuk 2008-2009 KST131158
Met deze nota van wijziging komen de in dit wetsvoorstel opgenomen aanpassingen van de in het Belastingplan 2009 opgenomen wijzigingen van het tonnageregime te vervallen.
Kamerstuk 2008-2009 KST131128Kamerstuk 2008-2009 KST131188
Kamerstuk 2008-2009 KST131160
Kamerstuk 2008-2009 KST131156
Agenda 2008-2009 OVG1562
Agenda 2008-2009 OVG1560
Kamerstuk 2008-2009 KST130686
Kamerstuk 2008-2009 KST130687
Kamerstuk 2008-2009 KST130685
Agenda 2008-2009 OVG1558
Kamerstuk 2008-2009 KST130559
Kamerstuk 2008-2009 KST130424
De staatssecretaris gaat in op enkele aspecten met betrekking tot de uitvoering van één van de maatregelen in het stimuleringspakket, de tijdelijke intensivering van de faciliteiten voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O).
Kamerstuk 2008-2009 KST130429Agenda 2008-2009 OVG1553
Deze nota van wijziging bevat onder meer enkele fiscale voorstellen uit het aanvullend beleidsakkoord Werken aan toekomst van het kabinet. Het gaat om een drietal maatregelen die op zeer korte termijn en bovendien deels met terugwerkende kracht in werking zouden moeten treden. Het betreft het intensiveren van de faciliteiten voor speur- en ontwikkelingswerk, het toepassen van de energie-investeringsaftrek voor energiebesparing in huurwoningen en het verlagen van de tarieven in de vliegbelasting naar nul. Gezien het politieke belang en de budgettaire gevolgen van de in deze nota van wijziging voorgestelde maatregelen zal met deze nota van wijziging de naam van het onderhavige wetsvoorstel worden gewijzigd in Fiscaal stimuleringspakket en overige fiscale maatregelen. Verder deze nota van wijziging een technische aanpassing als gevolg van de naamsverandering van Fortis Verzekeringen N.V. in ASR Verzekeringen N.V. en een wetstechnische wijziging van een al opgenomen - eveneens louter wetstechnische wijziging - van de Comptabiliteitswet 2001.
Kamerstuk 2008-2009 KST129678Agenda 2008-2009 OVG1550
Agenda 2008-2009 OVG1546
Agenda 2008-2009 OVG1541
Agenda 2008-2009 OVG1538
Agenda 2008-2009 OVG1536
Agenda 2008-2009 OVG1534
Agenda 2008-2009 OVG1532
Agenda 2008-2009 OVG1529
Agenda 2008-2009 OVG1527
Kamerstuk 2008-2009 KST126812
Kamerstuk 2008-2009 KST126189
Agenda 2008-2009 OVG1525
Het ontwerpbesluit is als bijlage bij dit Kamerstuk gevoegd.
Kamerstuk 2008-2009 KST125423Agenda 2008-2009 OVG1523
Bijlage BLG18142
Agenda 2008-2009 OVG1521
Agenda 2008-2009 OVG1519
Agenda 2008-2009 OVG1517
Agenda 2008-2009 OVG1515
Agenda 2008-2009 OVG1512
Agenda 2008-2009 OVG1510
Kamerstuk 2007-2008 KST120503
Kamerstuk 2007-2008 KST114944
Aannemers van werk, inleners van personeel en opdrachtgevers in de confectiesector kunnen ingevolge respectievelijk de artikelen 34, 35 en 35a van de IW 1990 aansprakelijk worden gesteld voor de niet betaalde loon- en omzetbelasting en sociale verzekeringspremies van hun onderaannemers, uitleners en (confectie)aannemers. Om de omvang van die aansprakelijkheid te beperken kunnen zij de belasting- en premiecomponent van de hen uitgereikte facturen storten op een speciale geblokkeerde rekening die de onderaannemer of uitlener heeft geopend bij zijn bank. Zo'n rekening heet een g-rekening. Op die rekening heeft de Belastingdienst een eerste pandrecht. Het saldo op de g-rekening kan de rekeninghouder uitsluitend gebruiken voor de betaling van loon- en omzetbelasting en van sociale verzekeringspremies. Daarnaast mogen bedragen bij doorbesteding van een werk of doorlenen van personeel vanaf de g-rekening worden doorgestort naar andere g-rekeningen. Als de aannemer of inlener aansprakelijk wordt gesteld, worden de bedragen die op de g-rekening zijn gestort - als aan alle administratieve voorwaarden is voldaan - in mindering gebracht op het bedrag van de aansprakelijkstelling. Tegenwoordig is er een wettelijke vrijwaring voor bedragen die op een g-rekening zijn gestort. In het verleden was dit anders: een storting op een g-rekening had alleen vrijwarende werking (in de betekenis dat tot het overgemaakte bedrag aansprakelijkheid verviel) als het op de g-rekening gestorte bedrag door de onderaannemer of uitlener daadwerkelijk aan de Belastingdienst of (destijds) de bedrijfsvereniging was betaald. Hierdoor is de gewoonte tot rechtstreeks storten bij de Belastingdienst ingeslopen. De rechtstreeks gestorte bedragen boekt de Belastingdienst in 'depot' voor de onderaannemer of uitlener die door de aannemer of inlener is vermeld bij de 'rechtstreekse' storting. Op dit moment is dit 'depotstelsel' informeel/buitenwettelijk. Omdat het beheer van g-rekeningen de belastingdienst veel tijd kost, aanpassingen van de huidige software niet meer mogelijk zijn, en nieuwe software voor het inningssysteem bij de Belastingdienst wordt ontwikkeld, is het wenselijk om over te gaan naar een wettelijk verankerd, éénduidig systeem van rechtstreeks storten. Daarin voorziet dit wetsvoorstel door de wettelijke verankering van het depotstelsel. Het depotstelsel leidt tot een vermindering van de uitvoeringskosten van de Belastingdienst en een vermindering van de administratieve lasten van het bedrijfsleven. Verder heeft het voor de banken het voordeel dat zij afraken van een voor hen ongebruikelijke werkstroom. Ten slotte is er een budgettair voordeel voor de overheid.
Kamerstuk 2007-2008 KST113275Aannemers van werk, inleners van personeel en opdrachtgevers in de confectiesector kunnen ingevolge respectievelijk de artikelen 34, 35 en 35a van de IW 1990 aansprakelijk worden gesteld voor de niet betaalde loon- en omzetbelasting en sociale verzekeringspremies van hun onderaannemers, uitleners en (confectie)aannemers. Om de omvang van die aansprakelijkheid te beperken kunnen zij de belasting- en premiecomponent van de hen uitgereikte facturen storten op een speciale geblokkeerde rekening die de onderaannemer of uitlener heeft geopend bij zijn bank. Zo'n rekening heet een g-rekening. Op die rekening heeft de Belastingdienst een eerste pandrecht. Het saldo op de g-rekening kan de rekeninghouder uitsluitend gebruiken voor de betaling van loon- en omzetbelasting en van sociale verzekeringspremies. Daarnaast mogen bedragen bij doorbesteding van een werk of doorlenen van personeel vanaf de g-rekening worden doorgestort naar andere g-rekeningen. Als de aannemer of inlener aansprakelijk wordt gesteld, worden de bedragen die op de g-rekening zijn gestort - als aan alle administratieve voorwaarden is voldaan - in mindering gebracht op het bedrag van de aansprakelijkstelling. Tegenwoordig is er een wettelijke vrijwaring voor bedragen die op een g-rekening zijn gestort. In het verleden was dit anders: een storting op een g-rekening had alleen vrijwarende werking (in de betekenis dat tot het overgemaakte bedrag aansprakelijkheid verviel) als het op de g-rekening gestorte bedrag door de onderaannemer of uitlener daadwerkelijk aan de Belastingdienst of (destijds) de bedrijfsvereniging was betaald. Hierdoor is de gewoonte tot rechtstreeks storten bij de Belastingdienst ingeslopen. De rechtstreeks gestorte bedragen boekt de Belastingdienst in 'depot' voor de onderaannemer of uitlener die door de aannemer of inlener is vermeld bij de 'rechtstreekse' storting. Op dit moment is dit 'depotstelsel' informeel/buitenwettelijk. Omdat het beheer van g-rekeningen de belastingdienst veel tijd kost, aanpassingen van de huidige software niet meer mogelijk zijn, en nieuwe software voor het inningssysteem bij de Belastingdienst wordt ontwikkeld, is het wenselijk om over te gaan naar een wettelijk verankerd, éénduidig systeem van rechtstreeks storten. Daarin voorziet dit wetsvoorstel door de wettelijke verankering van het depotstelsel. Het depotstelsel leidt tot een vermindering van de uitvoeringskosten van de Belastingdienst en een vermindering van de administratieve lasten van het bedrijfsleven. Verder heeft het voor de banken het voordeel dat zij afraken van een voor hen ongebruikelijke werkstroom. Ten slotte is er een budgettair voordeel voor de overheid.
Kamerstuk 2007-2008 KST113274Kamerstuk 2007-2008 KST113276
Kamerstuk 2007-2008 KST113273