Handeling 2008-2009 HAN8359A03
Handeling 2008-2009 HAN8358A06
Handeling 2008-2009 HAN8358A04
Agenda 2008-2009 OVG1516
Kamerstuk 2008-2009 KST123833
Agenda 2008-2009 OVG1513
Kamerstuk 2008-2009 KST123406
Kamerstuk 2008-2009 KST122897
Agenda 2008-2009 OVG1503
Handeling 2007-2008 HAN8313A51
Handeling 2007-2008 HAN8311A40
Kamerstuk 2007-2008 KST120400
Kamerstuk 2007-2008 KST120642
Kamerstuk 2007-2008 KST120197
Kamerstuk 2007-2008 KST120140
Agenda 2007-2008 OVG1490
Kamerstuk 2007-2008 KST120157
Kamerstuk 2007-2008 KST119706
Kamerstuk 2007-2008 KST119703
Op onderdelen heeft de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis geen gelijke tred gehouden met diverse ontwikkelingen van uiteenlopende aard die zich sinds 1972, toen de wet werd ingevoerd, hebben voorgedaan. Sommige bepalingen kunnen vervallen omdat zij overbodig zijn geworden of behoeven aanpassing aan de huidige regelgevingstechniek, met name de wijze van indexering van de onderscheiden onderdelen van de grondwettelijke geldelijke uitkeringen. Voorts acht de regering het met het oog op de eenduidigheid en bestendigheid alsmede de rechtszekerheid gewenst om hetgeen bij de wetswijziging van 1980 als aanvullende bepalingen voor prinses Juliana en prins Bernhard is vastgesteld, de vorm te geven van een voorziening die verbonden is aan de hoedanigheid van Koning die afstand heeft gedaan van het koningschap respectievelijk overlevende echtgenoot of echtgenote van een lid van het koninklijk huis dat een grondwettelijke uitkering ontvangt. Een dergelijke voorziening is ten aanzien van het inkomensbestanddeel van de grondwettelijke uitkering vergelijkbaar met een ouderdoms- respectievelijk nabestaandenpensioen. Verder komt het onderscheid tussen personele en materiële kosten te vervallen, omdat dit niet langer aansluit bij huidige inzichten ten aanzien van beheer en integrale aansturing en daarmee voor de toekomst in de weg staat aan een meer efficiënte inzet en besteding van middelen. De functioneel declarabele kosten, zoals beveiliging, huisvesting en vervoer, berusten voortaan op een afzonderlijke voorziening in de departementale begrotingen. Ten slotte wordt de regeling voor het ter beschikking stelling van paleizen en woon- en werkverblijven geactualiseerd en aangepast. De terbeschikkingstelling van paleis Soestdijk vervalt en de terbeschikkingstelling van paleis Noordeinde, paleis Huis ten Bosch en het paleis op de Dam wordt nu in de wet opgenomen. Daarnaast wordt de mogelijkheid geopend om in voorkomende gevallen woon- en werkverblijven ter beschikking te stellen.
Kamerstuk 2007-2008 KST119705Op onderdelen heeft de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis geen gelijke tred gehouden met diverse ontwikkelingen van uiteenlopende aard die zich sinds 1972, toen de wet werd ingevoerd, hebben voorgedaan. Sommige bepalingen kunnen vervallen omdat zij overbodig zijn geworden of behoeven aanpassing aan de huidige regelgevingstechniek, met name de wijze van indexering van de onderscheiden onderdelen van de grondwettelijke geldelijke uitkeringen. Voorts acht de regering het met het oog op de eenduidigheid en bestendigheid alsmede de rechtszekerheid gewenst om hetgeen bij de wetswijziging van 1980 als aanvullende bepalingen voor prinses Juliana en prins Bernhard is vastgesteld, de vorm te geven van een voorziening die verbonden is aan de hoedanigheid van Koning die afstand heeft gedaan van het koningschap respectievelijk overlevende echtgenoot of echtgenote van een lid van het koninklijk huis dat een grondwettelijke uitkering ontvangt. Een dergelijke voorziening is ten aanzien van het inkomensbestanddeel van de grondwettelijke uitkering vergelijkbaar met een ouderdoms- respectievelijk nabestaandenpensioen. Verder komt het onderscheid tussen personele en materiële kosten te vervallen, omdat dit niet langer aansluit bij huidige inzichten ten aanzien van beheer en integrale aansturing en daarmee voor de toekomst in de weg staat aan een meer efficiënte inzet en besteding van middelen. De functioneel declarabele kosten, zoals beveiliging, huisvesting en vervoer, berusten voortaan op een afzonderlijke voorziening in de departementale begrotingen. Ten slotte wordt de regeling voor het ter beschikking stelling van paleizen en woon- en werkverblijven geactualiseerd en aangepast. De terbeschikkingstelling van paleis Soestdijk vervalt en de terbeschikkingstelling van paleis Noordeinde, paleis Huis ten Bosch en het paleis op de Dam wordt nu in de wet opgenomen. Daarnaast wordt de mogelijkheid geopend om in voorkomende gevallen woon- en werkverblijven ter beschikking te stellen.
Kamerstuk 2007-2008 KST119704