Laatste documenten binnen dossier 31227


09-10-2007

KST110680 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding; Voorstel van wet

De wijzigingen strekken in hoofdzaak tot flexibilisering en verduidelijking van de in de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra) en van enige aanverwante wetten (Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO), Beroepswet, etc.) opgenomen regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding. Daarnaast wordt voorzien in enkele aanvullingen van met name de in de Wrra opgenomen rechtspositionele bepalingen. De flexibilisering heeft ten eerste betrekking op het overhevelen een aantal onderwerpen van de Wrra naar het Brra: salarishoogten, (enkele) vergoedingen en uitkeringen ( waarnemingstoelage, vakantie-uitkering, reiskostenvergoeding, jubileumgratificatie), arbeidsduur en werktijd, vakantie en verlof, (enkele) overige rechten en plichten (woonverplichting, tijdelijke andere werkzaamheden, evaluatiegesprekken), installatie, en de uitwerking van de hoofdbepalingen van de onderwerpen aanstelling en aanwijzing en sectoroverleg. De flexibilisering heeft ten twee betrekking op het laten vervallen van het vereiste van een koninklijk besluit voor gevallen waarin een rechterlijk ambtenaar overstapt van het ene naar het andere gerecht of parket, zonder dat zich daarbij een wijziging van functie of rang voordoet. Hierdoor kan de procedure aanmerkelijk worden verkort. Daarnaast bevat dit wetsvoorstel een aantal wijzigingen van (met name) de Wrra die er toe strekken de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren te verduidelijken en hierin voorkomende inconsequenties weg te nemen.

Kamerstuk 2007-2008 KST110680

KST110679 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding; Koninklijke boodschap

Kamerstuk 2007-2008 KST110679

KST110681 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding; Memorie van toelichting

De wijzigingen strekken in hoofdzaak tot flexibilisering en verduidelijking van de in de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra) en van enige aanverwante wetten (Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO), Beroepswet, etc.) opgenomen regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding. Daarnaast wordt voorzien in enkele aanvullingen van met name de in de Wrra opgenomen rechtspositionele bepalingen. De flexibilisering heeft ten eerste betrekking op het overhevelen een aantal onderwerpen van de Wrra naar het Brra: salarishoogten, (enkele) vergoedingen en uitkeringen ( waarnemingstoelage, vakantie-uitkering, reiskostenvergoeding, jubileumgratificatie), arbeidsduur en werktijd, vakantie en verlof, (enkele) overige rechten en plichten (woonverplichting, tijdelijke andere werkzaamheden, evaluatiegesprekken), installatie, en de uitwerking van de hoofdbepalingen van de onderwerpen aanstelling en aanwijzing en sectoroverleg. De flexibilisering heeft ten twee betrekking op het laten vervallen van het vereiste van een koninklijk besluit voor gevallen waarin een rechterlijk ambtenaar overstapt van het ene naar het andere gerecht of parket, zonder dat zich daarbij een wijziging van functie of rang voordoet. Hierdoor kan de procedure aanmerkelijk worden verkort. Daarnaast bevat dit wetsvoorstel een aantal wijzigingen van (met name) de Wrra die er toe strekken de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren te verduidelijken en hierin voorkomende inconsequenties weg te nemen.

Kamerstuk 2007-2008 KST110681